Blog Lennard van Otterloo
Brexit-expert: ‘Zware winter in Groot-Brittannië op komst’
Vandaag is het ‘Budget Day’ in het Verenigd Koninkrijk, een soort Prinsjesdag. De minister van Financiën zal een verhaal houden over de staat van de economie en daarna de financiële kabinetsplannen voor het komende jaar uit de doeken doen. Brexit-blogger Lennard van Otterloo grijpt de dag aan om te kijken naar de staat van het land na Brexit, tijdens corona en met de vraag: ben je liever ondernemer of Minister van Financiën op een dag als vandaag?

Wolken verzamelen zich boven de Big Ben. Afbeelding ter illustratie. Foto: ANP.
Voor het Brexit-referendum in 2016 had ik wel eens ideeën over wat ik anders zou doen als ik de Britse minister van Financiën was. Sinds het referendum ben ik toch vooral blij dat ik het niet ben. Ik weet het ook niet meer.
Traditioneel heerst er in de Britse politiek een flinke spanning tussen de Prime Minister en de Chancellor of the Exchequer (Britse minister verantwoordelijk voor financiële en economische zaken, red.). De premier kan nog zulke wilde plannen hebben, als de minister van financiën er de portemonnee niet voor wil trekken levert dat veel (binnenskamers) vuurwerk op.
Herstel overheidsfinanciën
Tijdens de lockdowns is er flink in de buidel getast om de schade te beperken en chancellor Sunak zal nu de overheidsfinanciën willen herstellen. Premier Boris Johnson zal juist graag de cadeautjes willen uitdelen in de delen van het land die voor het eerst conservative hebben gestemd. Een deel van het land waar ze genoeg hebben van eeuwig de broekriem aanhalen.
Ondertussen stottert en hapert de Britse economie op cruciale punten en begint dat zichtbaar te worden in de cijfers. En binnenkort ook in belastinginkomsten.
Inflatie kan nog een tijdje duren
Aanvankelijk leek het dat de hoge inflatie van tijdelijke aard was, de Britse economie was in 2020 het hardst gedaald in 300 jaar(!) dus kon alleen maar flink stijgen, met een flinke inflatiespurt als gevolg. Inmiddels lijkt het er op dat die inflatie nog best wel een tijd kan duren.
De tekorten aan sommige materialen door Brexit en corona drijven uiteraard prijzen op, het tekort aan personeel ook. Tegelijkertijd heeft mooi-weer-premier Johnson het alleen over de gestegen lonen. En laat dat veel producten nou net duurder maken, en dus weer inflatie opdrijven.
Lees ook: Supermarkten in Verenigd Koninkrijk verhullen lege schappen met foto's
In de horeca, die juist op volle toeren zou kunnen draaien nu mensen na de lockdowns weer buiten de deur kunnen eten en hun biertje niet meer voor de TV hoeven te drinken, komt de klap van twee kanten. Uitgerekend zij kampen met een gigantisch tekort aan personeel (ruim 90 procent van de bedrijven in de horeca geeft aan problemen te hebben met het vinden van personeel) én zien veel van hun inkoopprijzen flink hoger uitvallen. De Food and Drink Federation, de spreekbuis van de sector, schat de inflatie in de horeca op 14 tot 18 procent.
Import belangrijker dan export
Ook de import van goederen hapert. Zo’n 7 procent van de bedrijven zegt importproblemen te hebben door de pandemie, bijna 40 procent door Brexit, en nog eens richting de 50 procent door een combinatie van beiden.
'Ondertussen stottert en hapert de Britse economie op cruciale punten'
Je zou het uit die cijfers niet aflezen, toch lijkt de Britse regering zich de afgelopen jaren meer zorgen te hebben gemaakt over import dan export. Niet alleen met het vooruitschuiven van importcontroles, dat was meer noodzaak dan strategie, maar ook om lege schappen te voorkomen. Dat laatste is maar ten dele voorkomen. Tegelijkertijd is de export het ondergeschoven kindje gebleven, en dat is te merken. De uitvoer van Britse producten is flink afgenomen.
In januari loopt de overgangsperiode af
Vooral het Britse mkb merkt dat exporteren zoveel moeilijker voor ze is geworden door extra papierwerk en dat ze vaak niet de middelen hebben om dat rendabel te houden.
Die uitvoer gaat alleen maar lastiger worden. In januari loopt de overgangsperiode af waarin Britse bedrijven zelf de herkomst van hun goederen mogen certificeren. De zogeheten Rules of Origin-verklaringen geven aan hoeveel van een product uit het Verenigd Koninkrijk komt – en dus onder het handelsverdrag met de EU valt.
Lees ook: Britse premier Johnson over Brexit-ellende: ‘Niet mijn taak alle problemen op te lossen’
Nu kan een Brits bedrijf nog gewoon zelf verklaren dat hun product grotendeels Brits is. Straks moeten ze het kunnen bewijzen, en als een flink deel van je product eigenlijk uit China komt zou dat nog wel eens lastig kunnen worden. Ik verwacht dat in het nieuwe jaar veel kleinere bedrijven de export naar de rest van Europa maar helemaal opgeven.
Tel daar de verwachte golf van post-corona faillissementen bij op en dit gaat voor zowel ondernemers als chancellor Sunak een zware winter worden. Maar, dan ben ik toch nog liever ondernemer dan minister van financiën.