Blog Nico Dijkshoorn

Dijkshoorn zag minister Wiebes bij Jinek en wist: hij minacht ondernemers

'Juist in de week dat veel ondernemers hun laatste restje vet op de botten aanspreken, juist op het moment dat dromen in elkaar klappen en de toekomst ongewis wordt, spreekt Wiebes alle ondernemers toe alsof het jengelende, zwakbegaafde kinderen zijn.' Nico Dijkshoorn over een vraag van Jinek-verslaggever Jaïr aan minister Wiebes. Iets met perspectief...

Nico Dijkshoorn 10 januari 2021

Wiebes overnames bedrijven toetsing

Bekijk hier de aanleiding van deze blog van Nico Dijkshoorn: verslaggever Jaïr Ferwerda spreekt voor het RTL4-programma Jinek diverse politici, waaronder minister Wiebes. Via deze link is het fragment te zien, vanaf 2.35 minuut.

Het is erg makkelijk om een minister of premier verrot te schelden omdat je winkel maanden lang wordt dichtgespijkerd. Politici zijn voorbijgangers die, vaak in blinde paniek en meestal met een half oog naar Duitsland, ook maar gewoon doen wat er het hardst in hun oor wordt geschreeuwd. Ze leven per dag. Zo gaan bijna alle noodlijdende ondernemers ook met deze pandemie om.

De zelfbeheersing is bewonderenswaardig. In Leiden, waar ik woon, hangen de hoofden van de restauranthouders iets meer naar beneden, maar gisteren nog kreeg ik stralend een diner-box in mijn handen geduwd. Het zijn juist deze momenten die ontroeren.

Ik zag het aan de restauranthouder. Hij miste zijn klanten, hij miste de gekte in zijn zaak en hij miste de wolken rook die tijdens het flamberen om de gasten heen waaiden - maar toch kreeg ik geen woedend klaagverhaal om mijn oren. Hij begreep dat het niet anders kon. Die mensen in Den Haag deden ook hun best. Smakelijk eten, meneer Dijkshoorn. Geniet er van!

Lees hier de vorige (corona-)blog van Nico Dijkshoorn: 'Ondernemers! Ik zag de voorzichtige wederopstanding, hoop, een nieuwe soort nu'

Precies die houding zou je nu ook eens graag willen zien bij de baas van alle ondernemers, boswachter Wiebes. We kunnen moeilijk zeggen dat het begrip van twee kanten komt. Ik zag zojuist een filmpje waarin minister Wiebes wordt gevraagd of er de komende tijd enig perspectief is. De minister reageert alsof hij door een tweejarig kind aan zijn broekspijp wordt getrokken.

Hij kijkt de verslaggever - Jaïr, van Jinek - aan. Als aangekoekte harde kak gaat hij hem van zijn schoenen schudden. Wiebes verdraait zijn stem en zegt ongeveer zoiets als: ‘Jaaaa, perspectief, jeetje ja perspectief, ja het is me wat, waar is het nou, het perspectief? Zullen we samen zoeken? Waar is dat gekke perspectief nou he? Wat een nare meneer is dat he, meneer perspectief. Foei bah.’

Hij zegt het net iets anders, maar het klinkt precies zo en hij bedoelt het ook precies zo. Minister Wiebes beantwoordt een zeer netjes geformuleerde vraag over wanhoop met de weerzin van een volwassene die met een kind over de evolutie moet discussiëren. Op het moment dat hij de verslaggever aankijkt, zie je meteen die trademark-mix van hooghartigheid en wereldvreemdheid.

‘Jaaaa, perspectief, jeetje ja perspectief, ja het is me wat, waar is het nou, het perspectief? Zullen we samen zoeken? Waar is dat gekke perspectief nou he? Wat een nare meneer is dat he, meneer perspectief. Foei bah.’

Dat is niet de eerste keer. Minister Wiebes was enkele jaren geleden te gast in het programma Zomergasten. Daar legde hij uit hoe hij tegen kunst aankeek. Waarom is wat een toneelgezelschap of een schilder maakt mooier en belangrijker dan wat een loodgieter maakt?

Hij meende dat. Wiebes ligt ieder weekend met een mijnwerkerslamp op zijn hoofd in de kruipruimte van zijn huis. Lekker gratis waterleidingen kijken. Waarom een oude meester kopen als je ook gewoon een zwanenhals van de afvoer in het Rijksmuseum kunt hangen?

Wat daar, in dat fragment, al heel erg opviel, was dat Wiebes niet cynisch of ironisch was. Daar hoop je dan altijd op. Dat het politiek is en dat hij op een prikkelende manier wil communiceren dat zijn partij er vooral is voor de gewone, rijke man, die in het weekend niet naar theater wil maar op zijn grasmaaier door de tuin wil rijden.

Zo zat het niet. Wiebes zei daar letterlijk wat hij dacht, zonder tactiek en zonder bijbedoelingen. Waarom zou je drie uur naar Hamlet gaan kijken als je ook gewoon de waterkraan kunt laten stromen?

Wiebes minacht ondernemers. Dat bewijs is nu definitief geleverd. De beelden liegen niet.

De tweede keer dat ik hem deze rechtlijnige manier van uitdrukken zag hanteren, was in een discussie met een journalist die hem iets vroeg over windmolens. Wiebes zijn hoofd nam een houding aan die het best valt te vergelijken met een reiger die een kikker tussen zijn poten ziet springen. Stomverbaasd om zoveel brutaliteit.

In het fragment dat ik zojuist zag is er iets anders aan de hand. Wiebes probeert nu wel cynisme, maar op het slechtst mogelijke moment. Juist in de week dat veel ondernemers hun laatste restje vet op de botten aanspreken, juist op het moment dat dromen in elkaar klappen en de toekomst ongewis wordt, spreekt Wiebes alle ondernemers toe alsof het jengelende, zwakbegaafde kinderen zijn.

Ik kijk al bijna een jaar mijn ogen uit. Ondernemers in Nederland hebben zich tot nu toe juist zo solidair en netjes gedragen. Er worden dagelijks enorme offers gebracht. Als dit dan de beloning is, op een heel realistische vraag over perspectief toegesnauwd worden door een minister die vooral in zijn eigen hoofd woont, dan is dat heel wrang. Wiebes minacht ondernemers. Dat bewijs is nu definitief geleverd. De beelden liegen niet.

Te huur, in Drachten, meerdere horecazaken, waaronder restaurant Marhaba. Een ludieke actie met serieuze ondertoon in coronatijd, met onder meer minister Wiebes als 'horecamakelaar'. Foto: ANP/HH.

Alles over, voor én door ondernemers in je mailbox.

Ontvang twee keer per week onze nieuwsbrief met inspirerende ondernemersverhalen en informatieve artikelen.