Blog Nico Dijkshoorn
Nico Dijkshoorn zag het niet, Shawn Harris gelukkig wel: avocado's
Zij voelde aan de schil en zag de oplossing. Hij voelde aan de schil en accepteerde de ellende. Het verschil tussen Shawn Harris en Nico Dijkshoorn. En hij geeft toe in deze blog: 'in mijn zoektocht naar de kern van het ondernemerschap heb ik eindelijk een guru gevonden, iemand die mij bij de hand neemt en mij voorzichtig rondleidt in een wereld waar ik, met hele kleine stapjes tegelijk, steeds meer van begin te begrijpen. Shawn.'
Nico Dijkshoorn: 'Ik wil u leren begrijpen. Ik ga bij De Ondernemer tweewekelijks in gevecht met mijn diepste angst: risico nemen. Ergens echt in geloven. Ik wil hier mijn ondernemers-cynisme proberen kwijt te raken.'
In mijn zoektocht naar de kern van het ondernemerschap heb ik eindelijk een guru gevonden, iemand die mij bij de hand neemt en mij voorzichtig rondleidt in een wereld waar ik, met hele kleine stapjes tegelijk, steeds meer van begin te begrijpen. Ik heb het over Shawn Harris, bekend geworden door haar deelname aan het tv-programma Dragons' Den. In een interview, gepubliceerd op deze site, leest haar carrière als een handleiding voor geslaagd ondernemerschap. Voor mij een erg confronterend stuk want ik blijk in alles precies het tegenovergestelde te zijn van Shawn, en dan heb ik het niet over ons kapsel.
Laat ik hier, aan de hand van enkele citaten uit het interview, mijn leermomenten met u doornemen.
Lees ook: Shawn Harris (Dragons' Den): 'Verstop jezelf niet achter het eigenaar-zijn'
‘Hard werken heb ik altijd al gedaan; toen ik jong was werkte ik als serveerster in een café. Werken in de horeca verdiende, met alle fooi erbij, nu eenmaal meer dan een baantje in de supermarkt.’
Ik heb vijf jaar in een supermarkt gewerkt. Ik stond achter de groenteafdeling. Een noviteit in de jaren ‘70. Ik was uitgekozen omdat ik als enige verschillende groenten en vruchten herkende. Een jongen, die vlak naast mij in het kantoortje van de bedrijfsleider stond, keek naar een limoen, en daarna hoorde ik hem zeggen: ‘bleekselderij?’
Door in de supermarkt te werken deed ik mensenkennis op. Ik weet bijvoorbeeld dat alle mensen van boven de 75 jaar iedere week een ons spinazie bestellen en daarna vertellen waarom: ‘Ik ben maar alleen. Piet lustte geen spinazie.’ Daar heb je als ondernemer niet veel aan. Snap ik. Daar ga je geen geld aan verdienen, tandeloze bejaarden die ‘s avonds alleen achter een bordje wat drijfnatte spinazie naar binnen zuigen. In de horeca zie je veel meer geldingsdrang om je heen.
‘Tijdens mijn studie werd ik verliefd op een Nederlandse jachtvlieger en ik ben met hem naar Leeuwarden verhuisd, of all places.’
Alles wat ik niet zou doen. Verliefd worden tijdens je studie, dat is helemaal niet goed voor je studie. Opeens lig je halfnaakt naast een lege fles wijn vanuit een vreemd bed naar het plafond te kijken, terwijl je eigenlijk zou moeten studeren.
Verliefd worden op een Nederlandse jachtvlieger, dat vind ik ook ongehoord. Ik wist niet eens dat die nog bestonden. En hoe kom je tijdens je studie in aanraking met een jachtvlieger? Ik ontmoette tijdens mijn studie alleen maar meisjes die nog bij hun ouders woonden. Ik werd verliefd op meisjes die al hun schoolagenda’s van de lagere school hadden bewaard. Op vrouwen die zilverpapier om hun schoolboeken deden, bij wijze van hip.
En hoezo Friesland off al places? De Friezen die ik mij herinner zouden me zes keer onder een Tjottefiek door hebben getrokken als ik het zo had geformuleerd. Hoezo ‘of all places’? Wat is er mis met Friesland. Dat is toch heerlijk, met een stok over een sloot springen en met je handen een houten balletje tegen een muur slaan!
Waarschijnlijk mis ik hier de blik van de ondernemer. Shawn bedoelt: Friezen maken je niet rijk. Dat zou kunnen kloppen. Probeer een Fries een Zeeuwse Bolus te verkopen en ze omsingelen je huis.
Die jachtvlieger zit me ook niet lekker. Ik zou iedere dag bang zijn dat hij zich met zijn jachtvliegtuig in de Hollandse klei boort. Ondernemers, leer ik van Shawn, hebben niets met Friezen en kiezen graag een partner die zich ieder moment dood kan vliegen.
En nu zijn we er. Dát is het wat mij geen ondernemer maakt: angst. In al zijn verschijningsvormen. Doodsangst. Faalangst. Angst om risico’s te nemen. Wat mij vanzelf bij het belangrijkste citaat brengt.
De eerste vijf jaar zat ik alleen in de markt voor eetrijpe avocado’s en mango’s, iedereen dacht dat ik gek was. Mensen zagen geen handel in deze producten.
Ik heb een half leven lang betonnen avocado’s gegeten. Nooit, maar dan ook nooit, heb ik gedacht: ‘wat zou het fijn zijn als ik hem eetbaar had kunnen kopen.’ Ik schikte mij in mijn lot. Ik kocht, jaar in, jaar uit, avocado’s die je als vuistbijl kon gebruiken. De avocado’s waar ik aan zat te knabbelen, die kon je aan een ketting hangen en ze als sloopkogel gebruiken. Ik deed er drie uur over om met een mes bij de pit te komen.
Tijdens al die worstelingen heb ik nooit gedacht: dit moet toch anders kunnen. Jarenlang heb ik stiekem in allerlei vruchten staan te drukken. Steeds weer accepteerde ik mijn lot: nooit zou ik een eetbare avocado in mijn hand hebben. Al legde ik ze vier jaar in de vensterbank: als steen.
Dat is het verschil tussen Shawn Harris en mij. Zij voelde aan de schil en zag de oplossing. Ik voelde aan de schil en accepteerde de ellende. Zo zit het in elkaar. Ondernemen is: niet geloven in het noodlot.