Als iemand wordt aangestuurd alsof hij of zij in loondienst is, kan er sprake zijn van schijnzelfstandigheid. Dat kan vervelende gevolgen hebben, zowel voor de opdrachtgever als voor de werkende zelf.
Risico’s van schijnzelfstandigheid
Schijnzelfstandigheid betekent dat iemand op papier als zzp’er werkt, maar in de praktijk een werknemer is. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer een zzp’er hetzelfde werk doet als collega’s in loondienst en zich niet gedraagt als ondernemer. In zulke situaties geldt eigenlijk een arbeidsovereenkomst, ook al staat er op papier iets anders. Hier lees je hoe je dat voorkomt.
Schijnzelfstandigheid kan zowel voor werkgevers als voor werkenden problemen opleveren. Zo riskeren bedrijven die mensen onterecht als zzp’er inhuren naheffingen voor loonheffingen. Ook kan een cao of pensioenregeling alsnog van toepassing zijn.
Werkenden kunnen op hun beurt belastingvoordelen voor zzp’ers moeten terugbetalen. Daarnaast staan zij vaak kwetsbaarder: rechten zoals loondoorbetaling bij ziekte zijn in de praktijk lastig af te dwingen.
Samen kiezen voor de juiste vorm
Om schijnzelfstandigheid te voorkomen is het belangrijk dat opdrachtgever en opdrachtnemer het gesprek aangaan en samen bekijken welke contractvorm past: zzp of loondienst. Daarbij gaat het niet om wat er op papier staat, maar om hoe er in de praktijk wordt gewerkt.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een keuzehulp ontwikkeld die eenvoudig een indicatie geeft of sprake is van zzp of loondienst. Aan de hand van vragen over het type werk, de werktijden en de duur van de opdracht kom je erachter welke contractvorm bij de samenwerking past. Twijfel je nog steeds? Er zijn ook voorbeelden te vinden per beroepsgroep, net als antwoorden op veelgestelde vragen.
Meer weten? Hier vind je alle informatie en de keuzehulp.