In Amsterdam loopt dat verschil zelfs op tot 10 procent - voor hetzelfde werk, gedaan door mensen met dezelfde achtergronden.
Het is een teken dat steden bloeien. De economie doet het er goed, de productiviteit is hoog, bedrijven concurreren om goede arbeidskrachten en dat heeft een loonopdrijvend effect.
Het PBL heeft nu voor het eerst uitgezocht hoe die bloei zich vertaalt in werkgelegenheid en lonen. De 'triomf van de stad' doet zich niet overal voor, blijkt uit het onderzoek, dat vandaag verschijnt. Er zijn steden die níet bloeien en ook binnen welvarende steden zijn er groepen die niet meedelen in die bloei - vandaar de titel van de studie: De verdeelde triomf.
Steden worden steeds meer gezien als de motor van de economie van heel Nederland. Begrijpelijk, zeggen de onderzoekers. In twintig jaar is het aantal banen in de steden met 30 procent gegroeid (tegen 20 procent erbuiten) en vooral de betere banen zijn nu bovengemiddeld vaak in de stad te vinden, met Amsterdam en Utrecht voorop.
Maar ook die groei is ongelijk verdeeld. In Haarlem is het aantal banen zelfs afgenomen en ook in de steden in Zuid-Limburg blijft de banengroei achter bij het gemiddelde. En in Leeuwarden, Enschede en Heerlen liggen de lonen gemiddeld niet hoger, maar zelfs lager dan die buiten de steden.
Het succes van de steden is 'onlosmakelijk verbonden' met toenemende economische ongelijkheid, zegt PBL-onderzoeker Otto Raspe. De kloof tussen mensen met een hoog en een laag inkomen groeit, niet zozeer doordat de laagstbetaalden minder verdienen, maar doordat de lonen van de bestbetaalden sterk stijgen. Ook de segregatie neemt toe: armere inwoners van de stad wonen vaker in buurten met veel andere armen.
Intussen zijn het vooral de hogeropgeleiden die van de banengroei in de steden profiteren. De verwachting dat hoogwaardig werk ook banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt oplevert - doordat een bloeiende stad immers ook schoonmakers en beveiligers nodig heeft - blijkt niet in alle steden op te gaan. En wie in de WW of de bijstand belandt, vindt in de stad niet sneller een baan dan elders.
In andere landen zijn de verschillen vaak groter, merken de onderzoekers op. Dat ze toch ook in Nederland aanzienlijk zijn, verrast hen. Nederland is tenslotte een land dat vanouds nogal hangt aan gelijkheid en loonverschillen worden beperkt door cao's.
Zijn die toenemende verschillen tussen arm en rijk binnen en tussen steden een reden tot zorg? Daarover spreken de onderzoekers zich niet uit. "Maar het is goed onder ogen te zien wat er gebeurt bij beleid dat sterk gericht is op het aanjagen van de steden als economische motor: dan worden de verschillen groter," zegt Edwin Buitelaar van het PBL. "Die keus moeten beleidsmakers maken: accepteer je die verschillen en toenemende segregatie of vind je het een probleem?"
Lees meer op PBL.nl