Nieuws Financiën
Bouwondernemer Johan Middelkamp over overheid: 'dit kost me jaarlijks meer dan 150.000 euro'
Beginnen met het aanleggen van een nieuwe weg, hoge kosten maken, maar vier maanden lang geen cent betaald krijgen. Raar? Het is in de infrawereld de gewone werkelijkheid. Tot frustratie van Johan Middelkamp, eigenaar van infrabedrijf Sallandse Wegenbouw. „Dit kost me jaarlijks meer dan 150.000 euro.”

Johan Middelkamp, eigenaar van het bedrijf Sallandse Wegenbouw. © Lenneke Lingmont
Al 32 jaar staat hij aan het hoofd van z’n flink uit de kluiten gewassen infrabedrijf uit het Hellendoornse kerkdorp Haarle, schrijft Tubantia. Dolblij wordt Johan Middelkamp van de oplevering van een nieuwe weg, een sportpark of een voetgangerstunnel. Zijn bedrijf maakt mooi werk, vindt hij. Nuttige, zichtbare elementen, waar dagelijks door vele mensen gebruik van wordt gemaakt. Ze máken, voor Nederland. „Dat is prachtig”, zegt hij.
'Vier maanden voorfinancieren'
De meeste opdrachten die ze krijgen, komen van overheden. Betrouwbare partners, vindt Middelkamp, waarvan hij zich nooit hoeft af te vragen of het geld wel of niet komt. Het is hem alleen een doorn in het oog dat het geld vaak zo lang uitblijft. „Soms zijn we drie, misschien wel vier maanden aan het voorfinancieren. Dat is niet meer van deze tijd en het beperkt je in je ondernemerschap.”
Lees ook: Onderzoek: ruim kwart van rekeningen bedrijven te laat betaald
Het heeft volgens hem alles te maken met de manier waarop van oudsher in de infrawereld gewerkt wordt. Op het moment dat een klus aangenomen is, en de werkzaamheden beginnen, moet een bedrijf nog wachten met de eerste nota. Die wordt vaak pas na vijf weken ingediend. Het kan daarna nog weken duren voor deze is goedgekeurd, het geld is soms pas na vijftien weken binnen. „Krankjorum toch?”, zegt Middelkamp. „Ik ben aannemer, geen bank.”
Eigenlijk weet hij niet eens waarom het zo gebeurt. Het was al zo toen hij 32 jaar geleden begon en het is nooit echt veranderd. Terwijl het flinke nadelen heeft. Voor hem - omdat hij geld moet lenen tegen hoge rentes en bankgaranties moet afgeven op projecten, maar ook voor onderaannemers die hij aan het werk heeft. Ze moeten allemaal lang wachten op geld. En daar kleven risico’s aan.
Lees ook: Bedrijf van Peter bouwt binnen jaar complete straat: ‘Vanaf 175.000 euro kunnen wij een huis bouwen’
Het zorgde tien jaar geleden in de gemeente Horst aan de Maas voor meerdere faillissementen, nadat een hoofdaannemer failliet ging en in z’n val onderaannemers meenam. „Met enorme maatschappelijke schade”, herinnert Middelkamp zich.
Andere facturatiemethode
Die gemeente is - samen met Enschede en Houten - een van de drie in Nederland waar succesvol getest is met een andere werkwijze. Kort samengevat: de aannemer schat met de opdrachtgever wat er de komende vier weken nodig is en verstuurt de eerste factuur al bij de start van het project en niet pas daarna.
Oftewel: het werk dat in die tijd gedaan wordt, wordt ook in die tijd betaald. Na vier weken, in plaats van na vijftien of zestien. Zo hoeft een aannemer minder voor te schieten en krijgen zzp’ers en onderaannemers ook sneller hun geld. „Dat scheelt ons met de huidige rentestanden 150.000 euro per jaar.”
"Krankjorum toch? Ik ben aannemer, geen bank”
Sneller is beter
De hoop van Middelkamp is dat dit de nieuwe standaard in ‘infraland’ wordt. De eerste tekenen zijn er. Hellendoorn, Rijssen-Holten en Enschede vragen bijvoorbeeld al geen bankgarantie meer, laatstgenoemde past de systematiek op al haar aanbestedingen toe. „Met meer regels bereik je het doel niet”, is de overtuiging van Middelkamp. Met vertrouwen wel. In zijn ogen is sneller betalen beter voor iedereen. Want: „Als je geld hebt, kan je het gebruiken om te investeren.”