Nieuws Financiën

De wet late betalingen: wat gaat er veranderen?

Grote bedrijven die hun rekeningen bewust zo laat mogelijk betalen, hebben vele ondernemers in het nauw gebracht. Maar vanaf 1 juli kan het grootbedrijf hun kleine leveranciers niet meer als bank gebruiken, zonder daar rente voor te betalen. Dan gaat de ‘wet late betalingen’ in werking.

Ondernemersvereniging ONL 30 juni 2017

ANP 1422336 1

Momenteel zijn betaaltermijnen van 90 tot 120 dagen eerder regeling dan uitzondering en dat is voor onder meer het MKB onwenselijk. Officieel kunnen grote bedrijven de betalingstermijnen niet eenzijdig verruimen, maar in de praktijk komt het veelvuldig voor. Daar wordt met deze wet wat aan gedaan.

Financiële problemen

Late betalingen aan mkb- ondernemers en zzp-ondernemers is een groot probleem. Ondernemers kunnen moeilijk de eigen rekeningen betalen, investeren of doorgroeien, ook blijven de ondernemers in grote mate afhankelijk van externe financiers. “Veel ondernemers zijn failliet gegaan of in financiële problemen geraakt doordat grote klanten eenzijdig besloten later te betalen, dit is een groot probleem dat bij veel ondernemers leeft,” aldus Hans Biesheuvel, voorzitter van het ONL. Door de wet worden kleine financiers in bescherming genomen en de macht van de grootbedrijven ingeperkt." Jaarlijks wordt nog voor 7 miljard euro aan facturen te laat uitbetaald.

Wat mag nu nog?

De wettelijk norm voor de duur van betaaltermijnen is vastgesteld op 30 dagen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen afnemers en leveranciers een langere betaaltermijn afspreken. Hoewel die langere termijn in principe maximaal 60 dagen mag bedragen, biedt de wet toch de mogelijkheid ook daarvan af te wijken. Dit betekent dat een afnemer een betaaltermijn van langer dan 60 dagen kan afdwingen. Omdat de leveranciers hun relatie met de afnemer geen schade willen toebrengen, gaan zij hier in de praktijk vrijwel niet tegen in.

Wat gaat er veranderen?

Per 1 juli 2017 verbiedt de wet betaaltermijnen van langer dan 60 dagen tussen grote afnemers en leveranciers en dienstverleners in het MKB. Als een grote afnemer en een kleine of middelgrote leverancier of dienstverlener met elkaar een betaaltermijn afspreken van langer dan 60 dagen, dan is die termijn niet geldig (nietig). Daarnaast wordt die langere termijn dan automatisch (van rechtswege) omgezet in een betaaltermijn van 30 dagen. Als de afnemer de factuur dan betaalt ná die 30 dagen, is de afnemer automatisch een schadevergoeding verschuldigd: de wettelijke handelsrente. Deze rente kan tot 5 jaar na afloop van de betaaltermijn worden opgeëist.

Lees ook: Zo zitten de regels met factuurbetalingen in elkaar

Welke ondernemingen zijn “groot”?

Een afnemer is “groot” als hij op twee achtereenvolgende balansdata voldoet aan ten minste twee van de drie onderstaande criteria:

- de waarde van de activa op de balans is groter dan € 20 miljoen;

- de netto omzet over het boekjaar is groter dan € 40 miljoen; en

- het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar is groter dan 250 werknemers.

Kleine en middelgrote leveranciers en dienstverleners zijn bedrijven die aan geen of aan slechts één van deze criteria voldoen en zelfstandig ondernemers.

Voor welke contracten geldt de nieuwe wet?

De nieuwe wet geldt voor alle (nieuwe) contracten die vanaf 1 juli 2017 worden aangegaan. Voor bestaande contracten hebben afnemers en leveranciers tot 1 juli 2018 de tijd om de betaaltermijnen aan te passen. Vanaf 1 juli 2018 moeten ook alle bestaande contracten aan de nieuwe wetgeving voldoen.

Wat te doen bij langere termijn?

Bent u een kleine of middelgrote leverancier of dienstverlener en krijgt u ná 1 juli 2017 te maken met een grote afnemer die een betaaltermijn van bijvoorbeeld 90 dagen hanteert? U kunt dan het volgende doen:

- u kunt akkoord gaan met de (te) lange termijn en er niets over zeggen. Na afloop van uw samenwerking kunt u dan de wettelijke handelsrente vorderen voor iedere factuur die later dan na 30 dagen is betaald; of

- u kunt de afnemer wijzen op de nieuwe wet en aangeven dat dit niet is toegestaan. Hierbij loopt u het risico dat de afnemer de termijn terugbrengt naar 60 dagen, wat nog steeds erg lang is. In dit geval hebt u bij betaling na 30 dagen geen recht op de wettelijke handelsrente.