Eerder deze week sloten de laatste zeventien winkels van Esprit hun deuren. Dit gebeurde nadat moederbedrijf Esprit Holdings een faillissementsprocedure had gestart voor de Nederlandse tak en uitstel van betaling kreeg van de rechter. Die surseance (uitstel van betaling) is nu omgezet in een faillissement.
Een klap voor de winkelstraten
„Esprit was altijd een aanwinst en zorgde voor traffic in de winkelstraat”, zei retail- en merkenexpert Paul Moers in een eerder artikel van De Ondernemer. De opkomst van vintage en kringloopwinkels heeft de mode-industrie onder druk gezet. „Kleding is daar zo’n groot ding geworden”, aldus Moers. Daarnaast spelen factoren zoals de toename van thuiswerken en stijgende kosten een rol. „Mensen werken nu veel thuis en dragen comfortabele kleding. Bovendien nemen de uitgaven aan wonen en eten een steeds groter deel van het budget in beslag, waardoor er minder overblijft voor modeartikelen.”
Esprit heeft al jaren last van veranderingen in de textielmarkt en stijgende kosten. De Nederlandse tak had niet genoeg middelen om door te gaan. Concurrentie van online platforms zoals Shein en Temu, die kleding tegen zeer lage prijzen aanbieden, maakt het voor traditionele winkels zoals Esprit nog moeilijker. „Deze platforms omzeilen tussenpersonen en besteden geen aandacht aan milieu- of arbeidsomstandigheden, wat hen in staat stelt tegen dumpprijzen te verkopen”, zei Moers.
Lees ook: Waarom merken Esprit, Scotch & Soda en Superdry het niet redden en Omoda en PME Legend wel
Hoge kosten en logistieke problemen bij Esprit
Net als merken zoals Scotch & Soda en Bristol, had Esprit te maken met stijgende kosten door inflatie, hoge energieprijzen, loonkosten en logistieke problemen. „Bristol heeft nagelaten een relevante formule neer te zetten”, zei Moers eerder. „En nu is het te laat.” Volgens hem hebben succesvolle merken zoals Vanilia bewezen dat fysieke winkels nog steeds kunnen floreren als er flink wordt geïnvesteerd in marketing en winkelbeleving. „Vanilia biedt topservice en een unieke presentatie van hun producten, iets waar Esprit helaas niet in geslaagd is.”
Esprit Holdings Limited meldde eerder dat het werkt aan een duurzame toekomst voor de Europese tak door het merk efficiënter te maken en te snijden in de hoge kosten. Buiten Nederland vroeg Esprit eerder dit jaar voor onderdelen al uitstel van betalingen aan. In mei startte het bedrijf een procedure in Duitsland vanwege extreme kostenstijgingen door jaren van hoge inflatie en energieprijzen. Daarbij verwees het bedrijf ook naar een ‘opgeblazen’ personeelsbestand (te veel medewerkers) en problemen in de logistiek.
Waarom andere merken wel succesvol zijn
Het verdwijnen van Esprit uit de Nederlandse winkelstraten markeert een pijnlijke realiteit voor de detailhandel. Retaildeskundige Dirk Mulder zei bij het AD: „Het gaat in de winkelstraat om uitstraling van de winkel en de wil om tijdig te vernieuwen.” Hij noemt voorbeelden van succesvolle merken zoals Omoda, PME Legend en My Jewellery, die hebben geïnvesteerd in hun winkels en de winkelervaring en daarom wél kunnen voortbestaan.