Nieuws Faillissement
Grote juridische strijd in winkelstraat over schulden Hudson's Bay
Een jaar na de teloorgang van warenhuis Hudson’s Bay woedt de grootste juridische oorlog ooit in de Nederlandse winkelstraat. Het Canadese concern haalt alles uit de kast om niet nog 280 miljoen euro te moeten betalen. ,,Het is bijna trumpiaans.''

Beeld: Kristel Steenbergen
,Het ging al slecht,” zegt Peter van der Hooft. Dit voorjaar zette de doorgewinterde modewinkelier hals over kop outletwarenhuis Magazijn 1181 op in Amstelveen om het gat te vullen dat Hudson’s Bay daar achterliet. Vestigingen in andere postcodegebieden zaten in de pen, maar daar heeft corona een streep door gehaald.
,,Beneden liep het nog wel,” zegt hij in De Stentor daags voor de nieuwe coronasluiting. ,,Maar mensen gingen niet naar de eerste verdieping. Als we straks heropenen, wordt alles beneden geconcentreerd. Ik zoek nu voor de eerste verdieping partners zodat we er een nostalgisch warenhuis kunnen opzetten.”
Lees ook: Retailexpert Van Tellingen: 'Kansen voor V&D 2.0 op locaties Hudson's Bay'
Van der Hooft huurt op een jaarcontract van gebouweigenaar ASR, die het megapand de afgelopen jaren op eigen kosten grondig verbouwde voor de komst van Hudson’s Bay. Die betaalde de verzekeraar terug met steeds nieuw openingsuitstel en hield het warenhuis – met daarin het Nederlandse hoofdkantoor – uiteindelijk nog geen negen maanden open.
Grote schulden bij verhuurders panden
Nu dreigt een nieuwe renovatie, want in de kolos zal nooit meer een warenhuis terugkeren. Op de drie bovenverdiepingen zijn plannen voor woningen en kantoren. Daaronder blijft ASR hopen op een grote winkel, desnoods voor de eerste verdieping, die dan buitenom per roltrap bereikbaar zou moeten worden.
Maar plannen blijven vooralsnog plannen. Eerst moet de verzekeraar geld terugzien van het Canadese Hudson’s Bay, het warenhuis dat precies een jaar geleden met de staart tussen de benen Nederland verliet. ASR is niet de enige. Vrijwel alle verhuurders van de vijftien Nederlandse panden eisen jaren huur van Hudson’s Bay. Tezamen investeerden ze in 2016 het lieve sommetje van 176 miljoen euro in de verbouwing van hun bezit om daarmee de rode loper voor HBC uit te rollen. Geld dat ze deels via jaren huur zouden terugkrijgen.
HBC’s eis om getuigen te horen waarmee het kartel moest worden aangetoond, was ‘onsamenhangend’ en ‘van een magere, deels onjuiste onderbouwing voorzien’
Het Canadese moederbedrijf van Hudson’s Bay gaf in 2016 immers een ‘onherroepelijk en onvoorwaardelijke’ concerngarantie: ook als de Nederlandse dochter over de kop zou gaan, zou de jaarhuur van 56,4 miljoen euro tot eind januari 2027 worden doorbetaald. Maar Hudson’s Bay Company (HBC) betaalt niet terug. De failliete Nederlandse tak heeft tot februari dit jaar de huren voldaan, maar het moederbedrijf houdt de hand op de knip.
Die vordering wordt tot in het groteske bestreden. Voor HBC staat veel op het spel. Aan de 300 miljoen dollar die de Canadezen in het mislukte Nederlandse avontuur investeerden, kan het bedrijf nog eens 280 miljoen euro aan huurclaims toevoegen.
Hudson's Bay: 'Verhuurders vormen kartel'
Het bedrijf beschuldigt inmiddels alle verhuurders en hun adviseurs ervan een kartel te vormen. Ze zouden vijf jaar geleden niet alleen de teloorgang van V&D hebben bedisseld, maar daarna ook, toen Hudson’s Bay zich als reddende engel presenteerde, de Canadezen torenhoge huren en de concerngarantie hebben afgedwongen.
De rechter maakte er afgelopen september gehakt van. HBC’s eis om getuigen te horen waarmee het kartel moest worden aangetoond, was ‘onsamenhangend’, ‘van een magere, deels onjuiste onderbouwing voorzien’ en had ‘een lichtvaardig karakter’.
Geld naar Bermuda
De juridische schrobbering past in een patroon. Veertien keer kregen de Noord-Amerikanen de afgelopen anderhalf jaar van rechters het deksel op de neus. Vorige maand nog in een zaak die Wereldhave tegen het bedrijf had aangespannen voor de vestiging in Tilburg. Slechts één keer, over exploitatieplicht in Den Haag, trok HBC aan het langste eind.
Maar de rechtszaken blijven komen. ,,Het is bijna trumpiaans,” zegt een ingewijde die direct bij de procedures is betrokken. ,,Pure vertragingstactiek. Natuurlijk hebben eigenaren garanties gevraagd. Juist om te voorkomen wat er nu gebeurt: dat je enorme bedragen investeert maar de huurder als een dief in de nacht vertrekt.”
Met de kartelbeschuldiging probeert HBC niet alleen de Nederlandse verhuurders zwart te maken. Een overtreding van mededingingsregels vormt volgens de Canadese wet één van de weinige juridische manieren om straks, als de vastgoedeigenaren hun geld komen ophalen, onder claims uit te komen.
Nederlandse Hudson's Bay van de beurs gehaald
Geld ophalen zal sowieso lastig worden. De Hudson’s Bay Company die in 2016 naar Nederland toog, bestaat niet meer. Het bedrijf is door Richard Baker, als topman verantwoordelijk voor het Nederlandse debacle, van de beurs gehaald. Baker gebruikte daarvoor de helft van de miljard dollar die vorig jaar werd verdiend met de verkoop van de Europese activiteiten – minus de bloedende Nederlandse tak, die hij failliet liet gaan.
Volgens vastgoedeigenaren is er nog voldoende geld om aan de Nederlandse afspraken te voldoen. Maar ze hebben de indruk dat er aardig is geschoven met bv’s. ,,Daardoor is het lastig te zien waar het geld nu zit,” zegt een betrokkene. ,,Een deel ligt op Bermuda.”
Een aantal vastgoedeigenaren heeft daarom de vluchtdeur genomen. Zoals de eigenaar van Hudson’s Bay’s vlaggenschip aan het Amsterdamse Rokin, Zurich Verzekeringen. Nadat in april met fintechbedrijf Adyen een nieuwe huurder was gevonden, is de claim richting HBC in der minne geschikt. Ook sloten de Canadezen vorig jaar een akkoord met eigenaar IEF van de Utrechtse vestiging.
Maar de meeste andere eigenaren blijven strijdvaardig. ,,De partijen die nu nog procederen zijn zo groot dat ze echt wel doorgaan. Iedereen is er helemaal klaar mee.”
Ondertussen staan de meeste warenhuispanden leeg, zijn ze tijdelijk verhuurd aan winkels als Magazijn 1181 en De Koopman – of, zoals in de Amsterdamse Kalverpassage, omgetoverd tot een Legotentoonstelling. Daarmee houden de eigenaren na aftrek van de veel lagere tijdelijke huuropbrengst zicht op de miljoenen euro’s huur van Hudson’s Bay.
Panden opgeknipt
,,Tijdelijke verhuur is een tussenstap, geen noodsprong,” zegt Paul Bremmer van vastgoedeigenaar Kroonenberg Groep. ,,Op de achtergrond zijn we in gesprek met andere huurders. Dat zal er waarschijnlijk toe leiden dat onze panden in Amsterdam en Breda worden opgeknipt. In de huidige markt hebben winkels wel wat anders aan hun hoofd dan grote ruimte huren.”