In opdracht van de Rijksoverheid.
Veel zzp-ers en (andere) kleine ondernemers buigen zich elk jaar weer met enigszins frisse tegenzin over hun belastingaangifte. Maar wie onderneemt, moet ook de administratie op orde hebben. Dat hoort er nu eenmaal bij. ‘Veel kleine zelfstandigen weten echter niet altijd precies of ze nu ondernemer voor de inkomstenbelasting zijn, of niet’, zegt Paul Slot van Optimal Finance, een belastingadvieskantoor in hartje Amsterdam dat zich richt op kleine zelfstandigen. ‘De Belastingdienst heeft speciaal hiervoor de online OndernemersCheck. Daarmee check je aan de hand van een aantal vragen over thema’s als zelfstandigheid, ondernemerschap, continuïteit en omvang of je ondernemer bent voor de inkomstenbelasting. Mijn advies: als je twijfelt, vul de check in!’
Starters- en zelfstandigenaftrek
Ben je ondernemer voor de inkomstenbelasting en maak je winst dan krijg je in ieder geval de 14 procent mkb-winstvrijstelling. Voldoe je aan het urencriterium en heb je meer dan 1225 uur per jaar aan je bedrijf besteed, dan kom je ook in aanmerking voor andere ondernemersfaciliteiten als zelfstandigenaftrek en startersaftrek.
Heb je recht op zelfstandigenaftrek dan werkt dat bijvoorbeeld zo: voor 2017 is dat 7.280 euro dat je van de winst mag aftrekken. Paul: ‘Stel je hebt 10.000 euro winst gemaakt, dan mag je daarop 7.280 euro zelfstandigenaftrek in mindering brengen. En wat daarvan overblijft - 2.720 euro – mag je nog eens 14 procent mkb-winstvrijstelling aftrekken. Dan blijft er uiteindelijk nog maar 2.339,20 euro over waarover je belasting moet betalen.’
Ook de zogenaamde startersaftrek is een belastingvoordeel voor ondernemers. Paul: ‘Ondernemers die net starten en recht hebben op zelfstandigenaftrek kunnen in de eerste vijf jaar ook nog maximaal drie keer de startersaftrek in de aangifte aftrekken . Voor 2017 is dat een bedrag van 2.123 euro dus lees op de Belastingdienst.nl/ondernemers of je daar recht op hebt!
Moeilijk? Helemaal niet, want de aangifte rekent dit na het invullen vanzelf voor je uit.
Lees ook: Wanneer moet je bijverdiensten opgeven voor de belasting?
Bijverdienen
Ook al ben je voor de Belastingdienst geen ondernemer, dan kun je alsnog wel ondernemen en wat geld bijverdienen. Paul: ‘Je mag altijd bijverdienen en de zakelijke kosten die je hiervoor maakt als zodanig opvoeren in de rubriek ‘resultaat overige werkzaamheden’ van je belastingaangifte. Maar omdat je fiscaal gezien geen ondernemer bent, kun je geen aanspraak maken op de mkb-winstvrijstelling, starters- en zelfstandigenaftrek.’
Winst of extra inkomsten
Waar Paul veel ondernemers ook mee ziet worstelen is het opgeven van de juiste winst. Paul: ‘Hou je omzet en kosten gedurende het jaar goed bij. Dat geeft je inzicht in hoe het gaat met je bedrijf, en laat zien hoeveel winst of verlies je hebt gemaakt. Als duidelijk is hoeveel de winst is, en je bent ondernemer voor de inkomstenbelasting, geef het dan ook op als winst. En niet – zoals ik kleine ondernemers soms zie doen – als resultaat overige werkzaamheden. Het belastingtarief is voor overige inkomsten en winst weliswaar hetzelfde maar alleen met winst kun je in aanmerking komen voor de fiscale ondernemersfaciliteiten. In ieder geval de mkb-winstvrijstelling.
Hoe eerder, hoe beter
Hoe eerder ondernemers aangifte doen, des te sneller ze zicht hebben op de situatie van hun eigen bedrijf. ‘Wacht dus niet te lang’, benadrukt Paul. ‘En vul de aangifte goed en volledig in. Wil je zeker weten dat je het goed doet? Ga dan naar de aangiftechecklist. Let ook goed op of de zaken die de Belastingdienst al vooraf heeft ingevuld, kloppen. Daar ben je zelf verantwoordelijk voor. En maak het jezelf makkelijk door je administratie digitaal te voeren.
