De vooruitzichten voor woonwinkels zijn op zich positief. De omzet van de woonbranche zal dit jaar volgens de bank met 3,5 procent groeien. Vorig jaar stegen de verkopen van woonwinkels al met 6 procent.
ConcurrentieDie groei is vooral te danken aan het stijgende aantal huizenverkopen. Wie een nieuw huis koopt, schaft vaak ook een nieuwe vloer, keuken, bank of tenminste een stel nieuwe gordijnen aan. Toch groeit de woonbranche een stuk minder hard dan de huizenmarkt: daar steeg het aantal transacties vorig jaar, geholpen door de lage hypotheekrente, met dik 16 procent. ABN Amro verwacht dat dit jaar nog eens 5 procent meer huizen worden verkocht dan in 2015.
De toenemende concurrentie bederft de feestvreugde voor woonwinkels echter voor een deel. Hun volumes liggen nog altijd bijna 30 procent onder het niveau van voor de crisis. "Meubelwinkels, keuken- en badkamerzaken, vloeren- en woontextielaanbieders strijden niet alleen om klanten met andere woonwinkels, maar ook met branchevreemde partijen als bouwmarkten en merkkledingwinkels", verklaart sectoreconoom Sonny Duijn. "De druk op de winstmarges van bijvoorbeeld keukenverkopers en badkamerzaken is hoog."
ZaraZo is Hornbach een serieuze concurrent voor veel keuken- en badkamerboeren. De Duitse bouwmarktketen profiteert van schaalvoordelen: omdat het grote aantallen keukens inkoopt, kan het hoge kortingen bedingen. Daar komt bij dat steeds meer kledingmerken op woninginrichting duiken. Ketens als H&M, Zara en Sissy Boy profileren zich sterk met eigen wooncollecties.
Zo heeft kledingketen Zara gespecialiseerde woonwinkels waar beddengoed, tafeltjes en lampen te koop zijn. De omzet van de meer dan 400 Zara Home-filialen steeg in 2014 met 20 procent.