Innovatie

Frank maakt burgers van insecten, maar die zie je niet: ‘Mensen willen ook geen koeienkop op hun bord’

Frank Eggink in zijn productielocatie in Raalte. Foto: Ronald Hissink Ronald Hissink
Ronald Hissink
Leestijd 3 minuten
Lees verder onder de advertentie

Een greep uit het assortiment van zijn Be Frank Foods: bug burger, bitterbal, saucijzenbroodje, pulled bug en kruimgehakt. In zijn productielocatie maakt Eggink duurzame voedselproducten op basis van beestjes als meelwormen, sprinkhanen en krekels, schrijft Tubantia.

Zoals recent in het dagblad Trouw getoond werd in een reportage over koken met insecten stelde Eggink wel teleur. „Daar zag je de meelwormen als ‘crunch’ op twee bolletjes rijst gestrooid. Dat ziet er gewoon niet lekker uit. Dan hou je de verkeerde associatie.”

Net zoals veel mensen geen koeienkop of vissenkop op hun bord willen zien, geldt dat ook voor meelwormen of sprinkhanen

Frank Eggink

„Net zoals veel mensen geen koeienkop of vissenkop op hun bord willen zien, geldt dat ook voor meelwormen of sprinkhanen. Je kunt onze producten vergelijken met vegagehakt van soya, hamburgers van rundvlees of nuggets van kip.”

Lees verder onder de advertentie

Lees ook: Geen compleet vegetarisch Michelinrestaurant in ons land? Daar wil Valentijn verandering in brengen

‘Ik geloofde in het concept’

Hij mengt de insecten met erwtenpoeder. Daardoor krijgt het ‘vlees’ de structuur die mensen kennen van bijvoorbeeld pulled pork of pulled meat. „Het krijgt het gevoel van draadjesvlees. Pulled bug lijkt daarop. En ook de bitterballen hebben die textuur, net als bitterballen van rundvlees.” Van sprinkhanen heeft hij kroepoek gemaakt: „Ik noem die de garnalen van het land.”

Eggink kwam een aantal jaar geleden als foodconsultant in contact met bedrijf voor ‘bug based’ voedsel. „Ik hielp de initiatiefnemers met hun plan, maar zij kregen de onderneming niet goed van de grond en ze stopten ermee in de coronatijd. Ik geloofde in het concept en heb het daarom van ze overgenomen.”

Lees verder onder de advertentie

„Het was niet: we gaan de wereld veroveren met voedsel van insecten. Maar wel: naast vlees en plantaardig is dit een prima derde eiwitbron in de voedselmarkt”, zegt hij over zijn ambitie voor zijn zaak. „Het zal nooit zo groot worden als vlees.”

‘Met foodtruck naar festivals’

De insectenburgers en -ballen zijn gezond en duurzaam, vertelt hij. „Het kost weinig land, water en voeding om de beestjes te kweken en ze hebben een heel hoog eiwitgehalte. Ook zitten er van nature veel omega 3 en 6 vetten in, magnesium, zink en ijzer. En ze zitten vol met vitaminen”, somt Eggink op.

Het kost weinig land, water en voeding om de beestjes te kweken en ze hebben een heel hoog eiwitgehalte

Frank Eggink

Zijn firma Be Frank Foods won de Innovatieprijs Regio Zwolle 2025. Een opsteker, maar misschien nog wel belangrijker is het FSSC2200-certificaat dat hem net is toegekend.

Lees verder onder de advertentie

„Dat is voor een groeiende onderneming als het onze heel belangrijk. Onze producten gaan ook naar horeca, foodspecialisten en retailers. Het certificaat geeft die bedrijven zekerheid. Het is een bewijs dat we voldoen aan de hoogste internationale standaarden voor voedselveiligheid.”

Naast de eigen webshop waar particulieren bestellingen kunnen doen, zijn de ‘bug-based foods’ van Be Frank voor bijvoorbeeld retailers en horeca verkrijgbaar via een online groothandel Questa in Nijkerk. „En we hebben de foodtruck. Daarmee kunnen we ook zelf naar festivals, catering en evenementen.”

Foto: Ronald Hissink Foto: Ronald Hissink
Foto: Ronald Hissink
Lees verder onder de advertentie

Dat Eggink zijn eigen innovatieve bedrijf is begonnen, komt door zijn andere baan als foodconsultant. Bedrijven huren hem in voor productontwikkeling. Dat doet hij voor bijvoorbeeld bakkerijen, zuivelproducenten, vegabedrijven. „Dat vind ik mooi, pionieren en dingen uitproberen.”

Be Frank is begonnen in Heino, maar verhuisde in april naar een voedselproductieruimte op het terrein van The Green East in Raalte, een Food Innovation Hub. „Ik huur deze ruimte voor twee of drie dagen om mijn productie te draaien. De andere dagen kan deze plek gebruikt worden als testlocatie of productielocatie voor andere startups voor voedingsmiddelen.”

„De productie doen we nu twee dagen in de week. Mijn kinderen van 15 en 18 hebben er een leuke bijbaan aan.”

Lees verder onder de advertentie

Lees ook: Stijn en Danny bouwen aan plantaardig horeca-imperium: ‘Geen geitenwollensokkencafé’