Nieuws Groei
Hoe familiebedrijven de vruchten plukken van internationaal zakendoen
Meer dan de helft van de Nederlandse familiebedrijven doet zaken in het buitenland. Ze exporteren, hebben financiële belangen of zelfs een dochteronderneming over de grens. Dat blijkt uit het familiebedrijvenonderzoek dat dinsdag werd gepresenteerd.

Hoewel familiebedrijven bekendstaan om hun behoudende imago, blijken ze op het gebied van internationaal ondernemen allesbehalve conservatief. Meer dan 60% van de circa 270.000 Nederlandse familiebedrijven exporteert naar het buitenland; 70% investeert internationaal of heeft buiten de grenzen een financieel belang. Bijna 60% heeft zelfs één of meer dochterondernemingen in het buitenland.
Groeikans
Internationalisering is een aantrekkelijke optie voor groei. “Internationaal zakendoen is steeds makkelijker en aantrekkelijker geworden dankzij technologische ontwikkelingen en vrijere handel”, vertelt Pursey Heugens, professor Organisation Theory aan Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) en directeur van het ECFB. Heugens geeft aan dat ook familiebedrijven daar de vruchten van plukken, met name in opkomende economieën. Onderscheidend aan familiebedrijven is dat ze op zoek gaan naar duurzame relaties met gelijkgestemde partners. “Dat geeft ze vooral een strategisch voordeel in landen die focussen op de lange termijn”, aldus Heugens.
Lees ook: Hier moet je rekening mee houden als je zaken gaat doen in het buitenland
Externe hulp
Omdat er nogal wat komt kijken bij het zakendoen buiten Nederland schakelen veel familiebedrijven externe hulp in. Externe partijen kijken onder meer naar de haalbaarheid van de buitenlandse ambities, personele beschikbaarheid en financiële resources. “Bedrijven die ervoor openstaan om een aandeelhouder of bestuurder met expertise van buiten de familie te betrekken bij de strategie, zijn doorgaans meer internationaal actief dan concurrenten waar dat niet gebeurt”, stelt Joost Vat, partner bij BDO en specialist op het gebied van familiebedrijven. De onderzoekers stellen dat groter de geografische afstand is, hoe meer een externe bestuurder bijdraagt aan de winstgevendheid, tot maar liefst 11%
Hoge marge
Volgens het onderzoeksrapport hebben de bedrijven duidelijk baat bij het verleggen van hun grenzen. Zo boeken internationaal opererende familiebedrijven gemiddeld een brutomarge van 7,9% op hun omzet, tegen 4,8% bij familiebedrijven die alleen in eigen land zakendoen. Buitenlandse markten bieden niet alleen groeikansen en perspectief op een hogere omzet, maar maken ook meer risicospreiding mogelijk en bieden bedrijven kans om hun productlijn uit te breiden.
Uitdaging
Het kan voor familiebedrijven moeilijk zijn om plaatselijk talent aan zich te binden. “Ze kiezen liever voor de gevestigde corporate in plaats van het relatief onbekende familiebedrijf uit het buitenland dat vaak wat kleiner is”, aldus Mirelle Pennings, Directeur Corporate Clients Nederland bij Rabobank. Cultuur speelt ook een rol, legt Pennings uit. “In landen met veel interpersoonlijk vertrouwen, zoals Denemarken en Duitsland, krijgen familiebedrijven juist gemakkelijker toegang tot de arbeidsmarkt. Dat geldt ook voor lokale financiering.”
Onderzoek
Het familiebedrijvenonderzoek werd dinsdag in Amsterdam gepresenteerd door het Erasmus Centre For Family Business (ECFB), BDO Accountants & Adviseurs en Rabobank. In het onderzoek ligt de focus op bedrijven uit Nederland, Italië en Zwitserland.
In Denemarken en Duitsland krijgen familiebedrijven gemakkelijker toegang tot de arbeidsmarkt en lokale financiering