Nieuws Groei
Handelsoorlog VS-China treft ook Nederlandse ondernemers hard
Als twee landen importheffingen invoeren treft dat natuurlijk primair de eigen industrieën. Maar Nederlandse bedrijven die (een deel van) hun producten in China laten maken voor de Amerikaanse markt zijn ook de klos.

Projectinrichter Koninklijke Ahrend kost de handelsbarrière waarschijnlijk een Amerikaanse afnemer. “Voor een van onze kleinere klanten zijn de importheffingen een reden om verder te kijken, want het is moeilijk om op deze manier competitief te blijven”, laat Jesse Kamps, algemeen directeur voor Azië en de Pacific desgevraagd weten.
Ahrend produceert een deel van zijn kantoormeubelen in China. Die zijn door de heffingen in de VS tien procent duurder geworden. “We timmeren de laatste jaren hard aan de weg in de VS. Dan komt zoiets niet gelegen”, voegt hij eraan toe. “Gelukkig produceren we ook gewoon in Europa, dus we kunnen wat de Amerikaanse markt betreft een alternatief bieden.”
10 procent
In maart, juli en september voerde de Amerikaanse regering tranchegewijs importheffingen in op in totaal meer dan 5.000 producten die vanuit China worden geïmporteerd. De heffing bedraagt vooralsnog tien procent, maar als China niet een einde maakt aan –in Amerikaanse ogen- oneerlijke handelspraktijken, gaat vanaf 1 januari 2019 een tarief van 25 procent gelden.
Lees ook: Zo kan Turkije het Nederlandse bedrijven lastig maken
Op 30 november ontmoeten de Chinese president Xi Jinping en zijn Amerikaanse ambtsgenoot Donald Trump elkaar bij de G20-top in Buenos Aires. Insiders verwachten echter niet dat de strijdbijl dan zal worden begraven. Ondanks dat Trump dreigt een vierde tranche heffingen in te voeren. Dan zullen vrijwel alle producten van Chinese oorsprong in de VS extra worden belast en krijgen dus nog meer bedrijven met de handelsoorlog te maken.
Oorsprongbepalingen
Hoeveel Nederlandse bedrijven precies door de handelsoorlog worden getroffen is nog niet onderzocht. Een schatting van de economische schade is dus ook niet bekend. Volgens MKB Nederland zijn er nu door Amerika op zoveel productgroepen heffingen ingevoerd, dat het onvermijdelijk is dat Nederlandse ondernemingen daar last van hebben.
Bij evofenedex, ondernemersvereniging voor logistiek en export, merken ze dat er de laatste tijd meer vragen binnenkomen over oorsprongbepalingen. Chinese goederen die een op een via Nederland worden doorgevoerd vallen onder de Amerikaanse heffingen. Maar als een Chinees (half)fabricaat in Nederland wordt bewerkt, kan Nederland als herkomstland gelden.
Lees ook: Dit zijn de Trump-effecten op Nederlandse bedrijven
Made in Holland
Voor een rol spijkerstof die in Nederland tot een broek wordt verwerkt is dat duidelijk: Made in Holland. Maar door de globalisering kunnen onderdelen en ingrediënten tegenwoordig overal vandaan komen. Dan is het bepalen van het oorsprongland voor interpretatie vatbaar. Sommige bedrijven die door De Ondernemer voor dit artikel worden benaderd, willen daarom liever niet in de publiciteit uit angst slapende honden wakker te maken in de VS.
Uit een kleine rondgang blijkt bovendien een ander bijeffect van de handelsoorlog. Nederlandse bedrijven die in China inkopen of produceren en leveren aan Amerikaanse afnemers wijken uit naar andere landen. Door de gestegen productiekosten, zoals loon, maar ook strengere milieuregels, is Made in China de afgelopen jaren duurder geworden. De Amerikaanse heffingen geven dan net het duwtje om de productie te verplaatsen naar bijvoorbeeld Vietnam, Indonesië of Myanmar.
Nieuwe orders afhouden
Bij BSK Fashion Bags is dat het geval. Ondernemer Jeroen Herms en zijn Chinese zakenpartner Sophie Bi handelen sinds 2008 in tassen en sinds 2011 maken ze die zelf in een fabriek in Guangzhou. De helft van de productie is bestemd voor de Amerikaanse consument. “We zitten dus middenin de handelsoorlog. Van de een op de andere dag zijn je producten in je belangrijkste afzetmarkt 10 procent duurder en vanaf januari mogelijk 25 procent”, vertelt Herms.
Lees ook: Dit zijn de uitgekookte trucs van topondernemer Trump
Geluk bij een ongeluk is dat BSK sinds oktober vorig jaar al een fabriek in Myanmar heeft. Daardoor kon Herms de productie bestemd voor de VS verplaatsen. “Wij hebben een deel van onze medewerkers in Guangzhou moeten laten afvloeien. In onze wijk zitten alleen maar tassenfabrieken. Die hebben allemaal hetzelfde probleem. Je ziet iedere dag arbeiders voor de fabrieken in de rij staan voor werk. In heb in de afgelopen jaren nog nooit zoiets gezien.”
Schade
Ondanks dat Herms een alternatief voor zijn productie heeft, lijdt hij toch schade. “De productiefaciliteit in Myanmar was bestemd voor de groei. Nu hebben we productie uit China daar naartoe moeten verplaatsen. Om bestaande klanten te kunnen bedienen, moet ik nieuwe orders momenteel afhouden. Dus per saldo mag ik blij zijn als we de omzet op peil weten te houden. Dat zag er begin dit jaar nog een stuk rooskleuriger uit.”