Olympisch ondernemen is topsport: Nederlanders scoren met zand, baskets en hospitality

De Olympische Spelen in Tokio lijken een ver-van-mijn-bed-show (zeker voor wie diep in de nacht ook nog wat livebeelden wil kijken), maar ondanks de afstand zijn ook in het land van de rijzende zon flink wat Nederlandse ondernemers actief. In het olympisch dorp leveren ze onder meer de turntoestellen, de basketbaltorens, het zand voor de paardensport en de tijdelijke watervoorziening op zo'n twintig sportlocaties.

Fabrikant Janssen-Fritsen beleeft zevende Zomerspelen

Misschien wel het bekendste Nederlandse bedrijf met een olympische missie is Janssen-Fritsen. Voor de Helmondse fabrikant van sporttoestellen zijn dit alweer de zevende Zomerspelen op rij. Compleet anders dan anders door de stringente coronamaatregelen, maar dat lijkt het werk niet negatief te beïnvloeden. ,,Dat valt mee”, vertelt exportmanager Bram Jacobs op NOS.nl. ,,De accommodaties zijn verrassend goed. De monteurs krijgen de ruimte die ze nodig hebben."

De kosten voor de Zomerspelen in Japan rijzen de pan uit. Om enigszins op de kosten te besparen vraagt de organisatie veel lokale bedrijven om sportmateriaal te leveren. Dat heeft gevolgen voor grote bedrijven in het buitenland.

Deal gesloten over basketbaltorens en turntoestellen

In het verleden waren multinationals als Philips, Unilever of Heineken verbonden aan dit sportevenement. Zij leveren dit keer niet, het relatief kleine Janssen-Fritsen daarentegen wel. Alweer zo’n drie jaar geleden werd een deal gesloten over basketbaltorens en turntoestellen.

Zes keer eerder beklom het bedrijf uit Helmond de Olympus: in Mexico Stad (1968), München (1972), Barcelona (1992), Athene (2004), Peking (2008) en Rio de Janeiro (2016). Alleen de Spelen in 2012 in Londen werden in het recente verleden gemist. ,,Die aanbesteding was erg financieel gedreven, ze wilden een heel hoge sponsoring van de leverancier”, zei mede-oprichter Jacques Janssen destijds. ,,We hoeven niet per se iedere spelen te leveren, dus daar zijn we niet op in gegaan.”

Grondslag: driehonderd containers zand uit Nederland

Een ander Nederlands bedrijf dat actief is in Tokio is Grondslag. Gespecialiseerd in… zand. Directeur Ben Agterberg sprak twee jaar geleden al over ‘de kroon op mijn werk’. Hij stuurde indertijd driehonderd containers met zand naar de Japanse hoofdstad. Het leveren van de producten is slechts de helft van het werk: tijdens de Spelen moet personeel in de stadions in de gaten houden of er onderhoud nodig is.

Dat het toernooi een jaar werd uitgesteld door de coronapandemie had impact op zijn werk. ,,Het zand lag meer dan zeventien maanden stil", zegt Agterberg tegen de NOS. ,,We hebben het los moeten maken. Iedere dag werd de grond wat vaster." In elke pauze van de dressuurwedstrijden rijdt de Nederlander met een trekker over de grond om het vlak te maken voor de volgende ruiter. De zandleverancier is erg te spreken over de faciliteiten: ,,Het is ongelooflijk mooi wat ze hier hebben neergezet. Ik heb het nog nooit zo mooi gezien, en ik heb al veel Olympische Spelen meegemaakt." Dat de Spelen in coronatijd gehouden moeten worden, is sneu voor de Japanners, vindt hij. ,,De mensen hier zijn zo enthousiast en trots. Ik neem mijn petje af voor deze mensen."

Risico in coronatijd: hospitality betekent vooruitbetalen

Lang was het spannend of de Olympische Spelen wel zouden doorgaan. Dat had niet alleen grote impact op het organisatiecomité en natuurlijk alle sporters en sportbonden, maar ook op ondernemers zoals Don Roelofs die actief zijn op het grootste sportevenement ter wereld. Met zijn bedrijf KR Hospitality & Events voorziet Roelofs tijdens deze Spelen vijfhonderd medewerkers van Europese en Amerikaanse mediabedrijven van een hotelkamer. De journalisten, productiemedewerkers en technici worden door de Nederlander ondergebracht in hotels en appartementen, verspreid over de miljoenenstad.

Het afblazen van de Spelen bleek uiteindelijk niet aan de orde, maar zou voor Roelofs een aderlating zijn geweest. Hij regelt niet alleen de huisvesting, maar ook het eten en transport. Voor alle kamers had Roelofs een aanbetaling gedaan of vooruit betaald. ,,Juridisch zou dat een ramp zijn, want die hotels hebben het vanwege corona al lastig. Als ze failliet gaan, dan kun je fluiten naar je geld”, zei Roelofs vorige maand tegen de Volkskrant. ,,Ik heb na het uitstel van vorig jaar een jaar langer personeel door laten werken. Dat kwam deels uit mijn eigen zak.”