Nieuws Groei
Bert Hesselink koopt alles op voor een prikkie: ‘Ik ken geen schaamte’
Bij Medikamente Die Grenze gaat alles weg voor een prikkie. Het is de succesformule van eigenaar Bert Hesselink, die zelf 24/7 onderhandelt over restpartijen. Ja, écht de hele dag.... „Een agenda? Heb ik niet.”

Bert Hesselink is een slim opkoper pur sang. Foto's: Carlo ter Ellen
- „Met Bert! Ja, goei’morn! Of ik die partij handel van Andrélon heb gezien? Ja, ik heb 1.05 euro geboden. Doet ie niet, denk-ie-wa?”
Het is 8.13 uur als Die Grenze-baas Bert Hesselink wakker wordt gebeld over een restpartij ‘handel’, zoals hij het zelf noemt. Of wakker… Voor Hesselink is dit zijn manier van de dag beginnen. „Ik zet geen wekker”, vertelt hij vanuit bed, met laptop op schoot en leesbril op de neus aan het AD. „Hoeft niet, ik word vanzelf wel wakker van de eerste telefoontjes. Zodra ik opneem, begint de handel direct. Prachtig!”
Werken vanuit de boxspring
Wie hem niet kent, zou het amper geloven. Een ondernemer met 46 drogisterijen in heel Twente en ver daarbuiten die geen wekker heeft? Dan ken je Bert Hesselink nog niet. Zijn naam mag dan doorsnee klinken, zijn aanpak is dat allerminst. „Mijn grote voordeel is dat ik geen schaamte ken”, zegt hij. „Dan hoef je je ook nooit opgelaten te voelen. Ideaal. Wacht effe: de telefoon gaat weer.”
Hij schaterlacht. Voor één keer mag ik de winkeldirecteur op de voet volgen, zelfs in zijn slaapkamer. De eerste uurtjes ligt de grote baas namelijk geregeld te werken vanuit zijn boxspring. Dat betekent: mailtjes beantwoorden, appjes sturen en bellen, heel veel bellen. Hij waarschuwt: „Ik neem wel altijd op hoor, anders kan een partij alweer weg zijn. Dat vind je niet erg, he? Anders kun je er ook inzetten: ‘Ik werd helemaal gek van die vent, kon geen vraag stellen’!”
30.000 zakjes snoep en Toblerone
Deze ochtend harkt Hesselink vanuit bed een restpartij shampoos, Dertigduizend zakjes kindersnoep en een enorme hoeveelheid Toblerone binnen. Vooral die laatste was een buitenkansje. Er komt de laatste tijd namelijk ‘veel Toblerone vrij op de markt’, vertelt Hesselink. „Dat komt omdat veel vliegvelden dicht zitten vanwege corona. En waar liggen die vliegvelden vol mee? Juist, met Toblerone. Dat blijft allemaal liggen. Ik heb net tien pallets gekocht, zestigduizend repen. Mooi toch?”
''Ik kan niet veel dingen goed, maar handelen is daar toevallig wel één van''
Alles heeft een prijs
Zijn Medikamente Die Grenze (later meer over de naam) groeide in dertien jaar tijd uit tot een begrip in Twente. In de low budgetdrogisterij liggen medicijnen, parfums, snoep, shampoos en veel meer artikelen tegen stuntprijzen. Van hondenvoer tot koffie, Die Grenze verkoopt alles. In Hesselink zijn logica: „Als het goedkoop is, kun je in principe alles verkopen.”
Het imperium van de excentrieke Tukker bedraagt inmiddels 43 winkels en drie datum voordeelshops. Zijn winkels zitten van Arnhem tot Assen en van Borne tot Borculo. Het bijzondere: de 56-jarige Oldenzaler heeft alles in eigen beheer, het woord franchise komt niet voor in zijn woordenboek. Sterker nog: alles wat in de winkels ligt, heeft Hesselink zelf ingekocht.
Fysieke veilingen vermeden
„Ik kan niet veel dingen goed, maar handelen is daar toevallig wel één van”, zegt hij, inmiddels aangekleed en op weg naar het magazijn in Weerselo. De hele dag door is Hesselink bezig met handel, vooral via zijn telefoon. Fysieke veilingen mijdt hij. „Ik weet wel hoe een busje deo of reep Snickers eruit ziet, daarvoor hoef ik de producten niet te…” Hij maakt zijn zin niet af, de telefoon gaat.
Foto boven: Hesselink handelt ook vanuit zijn bed.
„Bert!
(Stilte...)
Hai. Hoeveel pallets?
(Stilte..)
Oké als je er nou nog een cent afdoet, 63 cent per stuk. Dan is’t goed.”
In een seconde of 18 heeft Hesselink vanuit zijn auto zojuist een paar duizend pakken chocolademelk gekocht. Die komen straks voor een euro - door Hesselink standaard ‘uuro’ genoemd - in de winkels te liggen. Lang nadenken over de aankoop hoefde hij niet. Zijn intuïtie is gids, sparringpartner en klankbord tegelijk.
„Ik doe alles op gevoel, alles. Er zit geen rekenmodel achter of zo.” Hij lacht, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. „Natuurlijk ben ik ook door schade en schande wijs geworden, maar meestal weet ik wel wat iets moet kosten. Ik doe alle inkoop zelf, 95 procent wat in de winkels ligt heb ik zelf ingekocht. Lastig met zoveel winkels? Nee hoor, ik koop alleen overal ietsje meer van dan vroeger.”
Eindeloze gangen cola
In de gigantische loods in Weerselo is het deze woensdag topdrukte. Lange gangen liggen vol met door Hesselink gekochte pallets frisdrank, snoep en mondkapjes. Heftrucs rijden kriskras door elkaar met nieuwe orders en bestellingen voor winkels. Op kantoor verwerken een aantal medewerkers de bestellingen die Hesselink binnenhaalt.
''Supermarkten zeggen: dit willen wij in de winkel hebben. Kruidvat moet alle varianten aan Axe hebben. Ik draai het om: ik kijk wat er is en dat leg ik in de winkel''
Met Die Grenze is Hesselink in een gat gesprongen, namelijk die van de restpartijen. Fabrieken produceren over het algemeen liever iets te veel dan te weinig. Het gevolg: ergens in de keten blijft altijd wel iets liggen. Of dreigt een partij over de datum te raken. Dat koopt Hesselink op voor bodemprijzen, om het voor een zacht prijsje door te verkopen.
Handel met een verhaaltje
„Bij mij zit er meestal wel een verhaaltje aan ja”, zegt hij. „De beste handel krijg ik niet, he? Als ze problemen hebben, bellen ze mij. Ze weten: van mij krijgen ze bijna altijd een bieding. Misschien niet wat ze in gedachten hadden, maar ik bied wel geld. En we gooien niets weg, bijna alles verkoop ik ook echt.”
De formule werkt als een tierelier. Het grote voordeel van Die Grenze is dat niets hoeft. „Supermarkten zeggen: dit willen wij in de winkel hebben. Kruidvat moet alle varianten aan Axe hebben. Ik draai het om: ik kijk wat er is en dat leg ik in de winkel. Zo kocht ik eens een vrachtwagen matrassen. Iedereen verklaarde me voor gek, maar ik was er zo van af. Gisteren heb ik nog tachtigduizend pakjes schuurpapier gekocht. Dat verwacht je ook niet bij een drogisterij, he? Die komen in de winkel: vijf pakjes voor ’n uuro. Moet wel goed gaan, denk je niet?”
Hesselink heeft lang moeten wachten op succes. Eerst werkte hij ruim twintig jaar als groenteboer op de markt, daarna begon hij een eigen, bescheiden zaak op de grens bij Denekamp. De Tukker verkocht er bloemen, vis en groenten.
Bekijk hierboven ook de video waarin Hesselink zijn verhaal doet.
De naam Die Grenze is daar ontstaan. „Ik had helemaal geen naam joh. Maar klanten zeiden: wie möt eem naar die grenze. Zo is het ontstaan. En toen in Duitsland medicijnen niet langer vergoed werden, ben ik ze aan de grens gaan verkopen. Toen is het Medikamente geworden, zowel voor Nederlanders als Duitsers een te begrijpen woord. Maar de formule is eigenlijk bij toeval ontstaan.”
Veel mensen denken dat Die Grenze Duits is. Handig voor Duitse klanten, maar ook voor Nederlanders omdat zij Duitsland met goedkoop associëren?
„Oh, zo bedoel je, ja. Dat zou best kunnen.” Stilte. „Maar het is nooit de opzet geweest. Ik had helemaal niet het idee toen ik met dat winkeltje in Denekamp begon dat er 13 jaar later 45 winkels zouden zijn. Maar ach, deze naam: hij is niet verkeerd. Ook niet dat ie vragen oproept. Die Grenze, wa's dat dan?’ Als het Drogisterij Hesselink had geheten, had niemand er ooit wat over gevraagd.”
Geen agenda nodig
We rijden naar een filiaal van Die Grenze in het Oldenzaalse winkelcentrum De Driehoek, een van de eerste winkels die niet aan de grens zat. Afspraken heeft Hesselink vandaag niet, precies zoals hij het graag ziet. Hij valt overal gewoon binnen. Ook hierin is de Tukker volstrekt uniek. Zo heeft hij geen agenda.
„Ik plan bijna niets. Vertegenwoordigers willen altijd afspraken maken. Dan zeg ik: bel maar een half uur voordat je er bent, dan kiek ik effe. Anders blijf je voor het fatsoen een uur met zo’n man praten, terwijl er maar één ding belangrijk is, en dat is de prijs. Daar hoef ik geen uren over te praten.”
Lees ook: Coronaproof shoppen in luxe ‘fashion SRV’ van kledingwinkel Oger
Vier voor een ‘uuro’
Tijdens een rondje door de winkel wordt Hesselink enthousiast bij zowat elk product dat hij ziet. „Kijk hier: zakjes paaseieren! Houdbaar tot december. De chocolade is prima. Vier zakjes voor een uuro, niet te duur toch?” Of bij een enorme fles wasmiddel: „Kost hier 6,99. In andere winkels 20 euro. Was een afwijkende maat, wilde geen supermarkt hebben.”
Ondertussen blijven de telefoontjes binnenkomen. Partijhandelaren weten hem steeds beter te vinden. Hij neemt in principe altijd op, 24 uur per dag, 7 dagen in de week. „Zo’n partij wordt vaak aangeboden aan meerdere personen. Ik heb het geluk dat ik met niemand hoef te overleggen. Wat je vaak ziet bij grote bedrijven is dat er eerst vergaderd moet worden met vijf man over een partij. Tegen de tijd dat de vergadering klaar is, heb ik het al gekocht.”
Als kind in de fout
Hesselink praat even bij met Jannie, een kassamedewerker in De Driehoek die al 13 jaar voor hem werkt. Zij noemt de verrassing in de winkel de grootste kracht achter Die Grenze. Er ligt altijd iets nieuws, iets geks, een product dat je niet verwacht. „Het is nooit saai. En Bert is een handelaar pur sang.”
Volgens Hesselink is dat een aangeboren talent dat niet zo veel mensen in de vingers hebben, handel drijven. Als kind leerde hij van een fout, toen hij op een rommelmarkt een bod van 60 gulden afwees voor een oud apparaat. „Ik dacht meer te kunnen krijgen, maar het belandde op de stort. Dat nooit weer, dacht ik.”
Handel als hobby
Wat een goede handelaar is volgens de meesteronderhandelaar zelf? „Iemand die voor de beste prijs kan inkopen, en vervolgens voor de beste prijs kan verkopen”, vat Hesselink het samen. „Plus de juiste hoeveelheid kan bepalen, want dat is ook zo gemakkelijk nog niet.” Zo belt Hesselink in de auto de man van de chocolademelk terug, dat hij toch duizend pakken minder wil. „Ook weer een gevoel.”
De grootste kick haalt de drukke Tukker uit de combinatie van zaken. Als een product aanslaat, en hij er goed aan verdient. „Ik heb een prachtig mooi leven”, vindt hij. „Ik heb altijd vakantie en ik heb nooit vakantie. Als ik vandaag geen zin meer heb, rij ik naar de sauna. Handel is mijn grootste hobby en toevallig verdien ik er geld mee. Een nieuwe auto geeft me minder voldoening dan een goeie partij handel. Dat ik drogist ben is puur toeval, het had ook autohandelaar kunnen wezen. Ik verkoop alles.”