Nieuws Groei
Van een plan op de zolderkamer naar een handel met 19 miljoen kilo dadels
Palm Fruits uit Bergambacht begon twee jaar geleden op de zolderkamer van Dirk Jan van Dijk, maar is nu al een van de grootste dadelimporteurs van Nederland. Hoe dat komt? De dadel is hot. En dat komt niet echt alleen door de ramadan.

Dirk Jan van Dijk: ,,Of we de grootste van Nederland zijn? Dat durf ik niet te zeggen, maar laat ik zeggen, we doen goed mee." Foto: Frank de Roo
Ondernemer kent de potentie van de dadel
Het zijn drukke weken voor Van Dijk. Dat heeft alles te maken met de ramadan, die op 13 april is begonnen en loopt tot en met 12 mei. Dadels hebben namelijk een belangrijke rol bij het vasten. Moslims verbreken het vasten bij zonsondergang, door minimaal één dadel te eten.
De gedachte erachter: dadels bevatten naast suikers essentiële koolhydraten en vezels die het lichaam goed helpen te herstellen van het vasten. ,,Je kunt leven van zeven dadels op één dag”, meent Van Dijk, om maar aan te geven hoe gezond de zoete vrucht is.
Ramadan legt Palm Fruits geen windeieren
2018. Dirk Jan van Dijk wordt benaderd. Of-ie iets met dadels wil gaan doen. Nou, dat liet Van Dijk, na twintig jaar pokken en mazelen in de wereld van fruit en groente, zich geen twee keer zeggen. Vanaf zijn zolderkamer in Bergambacht smeedde hij zijn plan. Twee jaar later is Palm Fruits één van de grootste dadelimporteurs van Nederland, aldus AD.
Vooral de ramadan legt Palm Fruits geen windeieren. ,,Het is de drukste periode van het jaar. We draaien dubbele aantallen van het normale.” Hoe veel (kilogram) dadels er nu dagelijks of wekelijks over de toonbank vliegen? Van Dijk noemt geen aantallen uit concurrentie-oogpunt. ,,Maar we vertellen graag dat het goed gaat, we blijven groeien.”
"Het is een bijzonder mooie vervanging voor suikers in taarten, maar wordt ook meer gegeten door wielrenners en hardlopers"
De dadel, hét alternatief van de Mars of Snickers
Dat komt niet alleen door de ramadan. De dadel wint ook onder westerlingen aan populariteit, ziet de ondernemer. ,,Dat komt vooral door de gezondheidsaspecten. Het is een bijzonder mooie vervanging voor suikers in taarten, maar wordt ook meer gegeten door wielrenners en hardlopers. Het is een gezond alternatief voor een Mars of Snickers en de mensen zijn steeds bewuster met gezonder eten bezig.”
Dadels liggen in supermarkten ook steeds vaker bij groente en fruit, waar ze volgens Van Dijk horen. De soort (er zijn er zo’n 400) waar Van Dijk zich op gestort heeft, is de medjoul-dadel. ,,Een grote, sappige, vlezige dadel die prettig is om te eten en vol zit met natuurlijke suikers en vezels.”
De semi-gedroogde dadel, mahoniebruin, heeft meer gezondheidsvoordelen: zo is het langwerpige goedje goed voor de weerstand en de botten, voor het verlagen van bloeddruk en heeft het een ontstekingsremmende werking: het zit vol met calcium, kalium, magnesium en B- en C-vitaminen. En die suikers? Ja, met 65 gram suiker per 100 gram is de medjoul-dadel wel een regelrechte suikerbom. Maar het zijn natuurlijke suikers, zegt Van Dijk.
Lees ook: Doel Kees Kruythoff (Livekindly): van plantaardige voeding het nieuwe normaal maken
Van Dijk beschikt jaarlijks over 19 miljoen kilo dadels
Palm Fruits importeert ze vanuit Israël en verkoopt ze aan groothandels en supermarkten over heel Europa, maar vooral Nederland, Duitsland, België en landen in Scandinavië. Van Dijk kan jaarlijks beschikken over 19 miljoen kilo, dat komt pakweg neer op een vijfde van de wereldproductie van de medjoul-dadels.
De dadels slaat hij op in een loods in Lekkerkerk. Daar worden ze op een temperatuur van -18 graden Celsius bewaard. Na de oogst, in augustus, worden ze gesorteerd en diepgevroren om ze vers te houden. Via de Rotterdamse haven bereiken ze Lekkerkerk, tien kilometer van het hoofdkantoor in Bergambacht. Daar werkt inmiddels drie man.
,,Ondanks corona hebben we een goede ramadan. Al werden vorige jaren wel meer bulken verkocht. Nu gaat het vaker om kleinverpakkingen. Of we de grootste van Nederland zijn? Dat durf ik niet te zeggen, maar laat ik zeggen, we doen goed mee.”