Podcastserie De Jonge Ondernemer
De Jonge Ondernemer is onze populaire podcastserie waarin we spreken met... jonge ondernemers. In elke aflevering vertellen ze hoe het is om te ondernemen vanuit de schoolbanken, of als ze daar net uit zijn. Wat is hun ambitie, wie zijn de klanten, wat gaat goed en wat gaat minder goed? Luister mee via deze link.
Zelf eet hij de gerolde koekjes met ricotta of andere crèmevulling amper nog. Daarvoor heeft hij de afgelopen anderhalf jaar − zo lang bestaat zijn bedrijf nog maar − iets te veel van de kleine caloriebommetjes gegeten. Begrijp hem niet verkeerd: Luca Gian Franco, zoals zijn volledige naam luidt, vindt ze nog altijd heerlijk. ,,Maar als je ze stuk voor stuk met de hand rolt en vult, moet je ook een beetje fit blijven.”
De liefde voor Italië zat er al vroeg bij hem in, maar ondanks wat zijn naam doet vermoeden, stroomt er geen Italiaans bloed door zijn aderen. ,,Mijn ouders zijn Italofiel. Iedere zomervakantie namen ze mij, mijn broertje en zusje mee op vakantie daarnaartoe. Zo is ook bij mij een passie voor De Laars ontstaan”, verklaart hij in het AD.
Lees ook: Waarom je juist niet moet stilzitten als het nu goed gaat in je bedrijf
Koekjesbakbedrijf van moeder nieuw leven inblazen
En vooruit: dat zijn vader zich als PastaMan al jaren bezighoudt met de im- en export van Italiaanse lekkernijen en zijn moeder enkele jaren geleden zelf een zaakje in ambachtelijke Italiaanse koekjes had, zal ook geholpen hebben. Maar het was Luca zelf die tijdens de saaie coronajaren besloot van cannoli zijn carrière te maken.
,,Ik volgde de opleiding internationale handel, maar hield mij daarnaast eigenlijk alleen maar bezig met gamen. Al gauw begon dat echter te vervelen, waardoor ik het plan opvatte mijn moeders ambachtelijke koekjesbakbedrijf nieuw leven in te blazen. Een eigen onderneming starten was sowieso al een wens van mij.”
Een eigen onderneming starten was sowieso al een wens van mij
In de garage van zijn ouderlijk huis begon Luca, inmiddels klaar met zijn studie, zijn eerste cannoli te rollen. ,,Sindsdien voelt het vreemd als er eens geen zoete geur rond mijn neus kringelt. Ik sta vrijwel dagelijks in de keuken. En anders rij ik met dozen vol koekjes rond om de bestellingen te bezorgen.”
Lees ook: Uit de hand gelopen hobby: Esther was officemanager, heeft nu een kaarsenshop
'Cannoli heeft ambitie aangewakkerd'
Ondertussen niet meer vanuit de garage van pa en ma en ook niet vanuit de garagebox die hij daarna huurde. De zaken gaan zo goed, dat hij zijn groothandel Di Luca Food en productiebedrijf I Love Cannoli vanuit een gloednieuwe loods in Heinenoord bestiert.
Geholpen door beide ouders experimenteert hij daar met zijn eigen smaakpallet. Daarbij komt vooral de kennis van zijn vader, die nieuwe smaken verzint voor gevulde pasta, van pas. ,,Cannoli met banaan, bloedsinaasappel, mango en kokos, prosecco of gezouten karamel. Wat de crème in het koekje betreft, kun je echt alle kanten op. Eigenlijk net zoals een ijsmaker die dan eens smurfenijs maakt en dan weer een variant die smaakt naar oma’s appeltaart.”
Lees ook: Jonge ondernemer Stephanie (22) wil met haar suikervrije cocktails marktleider worden
Een voordeel van de cannoli, in vergelijking met een seizoensproduct als ijs, is dan weer dat je ze het hele jaar rond verkoopt, aldus Luca. ,,Bij Mario's Caffetteria in de Rotterdamse Markthal kunnen ze er bijvoorbeeld geen genoeg van krijgen. Hij is vooralsnog mijn grootste afnemer.” Met de nadruk op ‘vooralsnog’ als het aan de jonge cannoli-boer ligt. De zoete koekjes hebben namelijk ook zijn ambitie aangewakkerd. Zo hoopt hij eerst de Nederlandse markt te veroveren, om daarna de grens over te gaan. Eerst naar de andere Beneluxlanden, maar daarna − wie weet − naar de wereld.
Geen prefab cannoli inkopen
Uitdaging is wel hoe je dat voor elkaar krijgt met een ambachtelijk gemaakt product. Want cannoli-rollen prefab inkopen, dat wil hij niet. Zelfs de pomp die hij onlangs heeft aangeschaft om de koekjes mechanisch te vullen, voelde ergens al als een knieval, ‘omdat de baksels er zo net iets minder handgemaakt uitzien’.
De enige oplossing voor dit euvel: of een nóg grote productiehal met nog meer mensen, of uiteindelijk een keer nee verkopen. Want aan de kwaliteit van zijn product wordt niet getornd.