De nieuwe bank van Marcel Wanders is niet typisch Marcel Wanders. Dit keer geen barokke hyperbolen of een gewaagd designstatement van de man die ons snotvaasjes en staande lampen zo groot als een treurwilg gaf, en het Andaz Hotel op de Prinsengracht inrichtte volgens een Alice in Wonderland-thema. Wanders is zelf de eerste om toe te geven dat de innovatie niet in het ontwerp zit. Die zit in de gebruikte materialen, het productieproces en de transportlogistiek. Door de hele keten van grondstoffenaanvoer tot levering bij de klant thuis zo efficiënt en duurzaam mogelijk te maken, wil de ontwerper de meubelindustrie naar een hoger plan tillen.
Om dat te doen heeft de medeoprichter van designlabel Moooi een nieuw bedrijf opgericht, samen met Joel Roos en Stefan Mahlberg. ,,Na twintig jaar Moooi had ik een lijst met dingen die ik anders wilde doen, maar die zo ingesleten zitten in de organisatie dat ze niet te veranderen zijn”, vertelt hij in Het Parool. ,,Dus ben ik weer van voren af aan begonnen.”
Lees ook: Nederland is zevende beste land voor duurzame startups
Door specialisatie is Wanders goedkoper
Wat Basta nog het meeste onderscheidt van Moooi – of welk ander meubelmerk dan ook – is dat het bedrijf zich exclusief richt op één product. Door die specialisatie kan Basta niet alleen heel goed worden in wat het bedrijf doet, maar ook een lagere prijs vragen dan fabrikanten die veel verschillende materialen op voorraad hebben en telkens hun productielijn moeten aanpassen. Aan een Italiaanse designbank met een vergelijkbaar afwerkingsniveau hangt al gauw een prijskaartje van 10.000 euro. De Basta kost minder dan een derde daarvan.
Wat de bank in feite nog goedkoper maakt, is zijn lange levensduur. Springveren zijn vervangen door trampolinestof die veel minder snel kapot gaat. De bekleding, die in de meeste huishoudens zelden een wasbeurt krijgt, laat zich bovendien afstropen en wassen op 30 graden. Omdat het gebruikte klittenband elastisch is, wordt het niet bros en blijft het plakken. En dan de stof van de bekleding zelf. De drie lijnen waar mee wordt afgetrapt heten boucli, linni en woolli, en hebben de look and feel van het bouclé, linnen en wol waar ze naar vernoemd zijn. Maar ze zijn volledig gemaakt van gerecyclede petflessen. Ze zijn ontworpen en worden gemaakt door een weverij in België.
Productie dichtbij consument
Het ontwerpproces van de Basta begon drie jaar geleden met een serie schetsen. Op basis daarvan werd in Polen een eerste prototype gemaakt, dat zo ongelooflijk tegenviel dat Wanders (60) zelf de werkplaats in dook. Met iedere nieuwe versie werd de bank beter, tot op een gegeven moment alles klopte. De houtverbindingen waren elegant en degelijk. Het kliksysteem werkte feilloos. De bekleding zat als gegoten en bleef zo, ook na tien keer wassen. Zelfs de onderkant, die bij de meeste banken is afgedekt met een snel vast gespijkerd lapje, was mooi afgewerkt. Wanders: ,,Toen dacht ik: waarom zouden we zo’n bank in Polen produceren als we het zelf kunnen in een relatief eenvoudige werkplaats? En als het hier kan, waarom niet overal?”
Toen dacht ik: waarom zouden we zo’n bank in Polen produceren als we het zelf kunnen in een relatief eenvoudige werkplaats?
En zo was het idee van een franchise geboren: een keten werkplaatsen die zelfstandig maar allemaal volgens hetzelfde vaste recept opereren. De eerste Basta-ateliers staan in Helsinki en Amsterdam. De locatie aan de Asterweg in Amsterdam Noord geldt als hoofdkantoor, maar heeft de uitstraling van een startup. Massaproductie is hier vervangen door kleinschalige ambachtelijkheid.
Bank wordt afgeleverd per elektrische bus
De bovenste verdieping is ingericht als showroom, beneden worden de banken in elkaar gezet. Op een oppervlak van krap 400 vierkante meter wordt hout verzaagd, foam verlijmd, stof gespannen en alles geassembleerd. Zodra je de bank via internet besteld hebt, gaan de vier Bastamedewerkers aan de slag: made to order. Zes weken later wordt de aankoop afgeleverd – nogal een verschil met de levertijden van drie, vier maanden die gelden voor de meeste meubels.
Iedere Bastavestiging richt zich op de directe omgeving. Transport is immers de belangrijkste factor als het gaat om de ecologische voetafdruk van de meubelindustrie. Zoals het bedrijf probeert de grondstoffen van zo dichtbij mogelijk te halen, wil het ook de vervoersbewegingen tussen werkplaats en klanten minimaliseren. De bestellingen worden afgeleverd per elektrische bus en als klanten verder zitten dan pak ’m beet Utrecht worden bezorgmomenten zo efficiënt mogelijk gecombineerd.
Lees ook: Vijf veelbelovende (nieuwe) platformen met een duurzame missie
Vervoeren in herbruikbare tassen tegen materiaalverspilling
Wanders heeft ook nog wat gevonden op de materiaalverspilling die plaatsvindt bij conventioneel meubeltransport. Daarbij loopt één op de tien banken een beschadiging op, waardoor hij teruggaat en vervangen moet worden – allemaal weer extra kilometers. Basta verpakt de afzonderlijke onderdelen in herbruikbare tassen, die door de bezorgers met gemak naar drie of vierhoog kunnen worden gedragen, om daar uitgepakt en aan elkaar geklikt te worden.
Maar Basta kan nog beter, vindt Wanders. Zo zint hij op een alternatief voor het foam, ‘maar dan wel zo dat de oude hoezen om nieuwe banken blijven passen’. Basta ontwikkelt dus door, maar afgelopen april waren de bank en de organisatie rijp voor lancering. Na Helsinki en Amsterdam denkt Wanders aan een volgende vestiging in Antwerpen, die ook zuidelijk Nederland kan bedienen. ,,Ons doel is om ieder jaar zo’n vijf vestigingen van Basta te openen, die allemaal lokaal produceren voor een lokale markt. Ons eigenlijke product is niet die bank maar het model van onze werkplaatsen.”