Mobiliteit

180 miljoen aan investering Lightyear onder de loep: curator wil meer transparantie

 
beeld deondernemer
 
Geschreven door:
Leestijd 5 minuten

De financiële beslissingen van Lightyear rond de 180 miljoen euro aan investeringen worden in twijfel getrokken door curator Maarten van Ingen. In de wereld van startups zijn fouten volgens hem onvermijdelijk, maar zijn cruciale vraag is: wordt hier een grens overschreden?

Lees verder onder de advertentie

Het zou goed zijn als het faillissement van Lightyear zou leiden tot meer duidelijkheid voor de handelwijze van een ondernemer bij een startup. Nu ontbreekt het aan vaste regels voor wat een investeerder mag verwachten van een startend bedrijf dat een idee ontwikkelt.

Dat zegt curator Maarten van Ingen in het AD. De Bossche advocaat is aangesteld in het faillissement van een investeringsvennootschap van Lightyear. Het investeringsvehikel trok 180 miljoen euro aan leningen aan dat het doorleende aan het bedrijf dat de zonneauto ontwikkelde.

Was er een duidelijke beoordeling van hoever men was met de ontwikkeling en hoe lang men kon doorontwikkelen met de opgehaalde gelden?

Geld van burgers en staat

Van Ingen vindt dat de omvang van dat bedrag en de schaalgrootte van Lightyear (ruim 600 medewerkers) onderzoek van de Ondernemingskamer in Amsterdam naar de gang van zaken rechtvaardigen. ,,Het gaat in dit geval mede om pensioengeld van burgers, institutionele beleggers en van de staat. Dan is het van belang om ook te onderzoeken wat de status van die ontwikkeling was en in hoeverre investeerders vooraf en tijdens het proces goed geïnformeerd zijn.”

Lees verder onder de advertentie

Overheidsfonds Invest NL stak 25 miljoen euro in het jonge Helmondse bedrijf. Nog eens 12,5 miljoen euro aan publiek geld werd beschikbaar gesteld door de provincie Noord-Brabant en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij. De Eindhovense uitvaart- en verzekeringscoöperatie Dela belegde 30 miljoen euro in Lightyear.

Concernenquête door Ondernemingskamer

Van Ingen vraagt de Ondernemingskamer om een zogenoemde concernenquête, waarin de juistheid van het beleid van een onderneming in brede zin wordt onderzocht. Zo’n onderzoek wordt toegestaan als er gegronde redenen zijn om aan de juistheid van dat beleid te twijfelen. Van Ingen heeft de redenen om dat onderzoek te vragen vastgelegd in een 74 pagina’s tellend verzoekschrift. Dat wordt openbaar tijdens de zitting op 9 november waarin de Ondernemingskamer het verzoek behandelt.

Lees ook: Herrezen? Na faillissement groeit Lightyear als maker zonnedaken op auto's

Lees verder onder de advertentie

Een aantal zaken wil de curator op voorhand wel toelichten. Zijn motivatie om naar de rechter te stappen bijvoorbeeld. Die houdt onder meer verband met zijn beroerde informatiepositie. Van zijn collega-curator die gaat over faillissement van de werkmaatschappij van Lightyear krijgt hij geen stukken. Vanuit diens positie zegt hij dat overigens wel te begrijpen.

Ook het toenmalige bestuur van het failliete investeringsvehikel waarvan hij curator is - Friends of Lightyear - is naar zijn zeggen niet scheutig met informatie. ,,Meer dan zes velletjes met jaarrekeningen heb ik niet aan administratie gekregen.” De bestuurders - deels dezelfde als die van de failliete werkmaatschappij - beroepen zich op overeengekomen geheimhoudingsclausules, zegt Van Ingen.

‘Rapport: bespaar op kosten’

Het gevolg: ,,Ik moet zelf zoeken in het bos.” Dat heeft wel resultaat opgeleverd. Hij heeft een adviesrapport opgeduikeld van Deloitte, dat in juni 2022 zou zijn uitgebracht in opdracht van een aantal investeerders in Lightyear. Dat was ruim een halfjaar voordat het bedrijf failliet ging. ,,Het bestuur van Lightyear heeft het advies gekregen om op de kosten te besparen. Ik heb vragen in hoeverre dit soort adviezen door het bestuur is opgevolgd.”

Lees verder onder de advertentie

De kernvraag voor Van Ingen is in hoeverre Lightyear stuurde op de bewaking van wat in jargon de ‘burnrate’ heet: het tempo waarin het investeringsgeld wordt uitgegeven. ,,Was er een duidelijke beoordeling van hoever men was met de ontwikkeling en hoe lang men kon doorontwikkelen met de opgehaalde gelden?” Vraagtekens zet hij onder meer bij een lening van 1 miljoen euro die Lightyear in januari 2023 nog aanging, twee weken voordat faillissement werd aangevraagd. ,,De vraag is of het geld toen al niet op was en of het de betreffende investeerder duidelijk was dat die lening vermoedelijk weggegooid geld was.”

Lees ook: Mogelijk doorstart voor failliet Lightyear

Uitgaven met oog op beursgang

Ook de besteding van de gelden dient wat Van Ingen betreft onder de loep te worden gelegd. Hij stelt dat Lightyear tonnen uitgaf voor omzetting van de boekhouding naar de Amerikaanse standaard IFRS, met het oog op een beursgang in de VS. ,,Wat ik mij afvraag, zonder een waardeoordeel uit te spreken, is hoeveel er aan kosten is gemaakt en wat de status daarvan was.”

Lees verder onder de advertentie

Van Ingen stelt dat het bestuur van Friends of Lightyear tijdens de faillissementszitting heeft verklaard dat het niet meer de bedoeling was om het investeringsgeld te gebruiken om het eerste, peperdure luxe model Lightyear 0 daadwerkelijk in productie te brengen. ,,Het geld zou zijn bestemd voor slechts de ontwikkeling van een conceptauto. Dat is raar. De vraag is of men van mening is veranderd en zo ja: op welk moment?”

Eisen stellen aan startup

Van Ingen vindt dat je aan een startup eisen mag stellen, ‘zeker bij een omvang als die van Lightyear’. ,,Was er een duidelijk plan met mijlpalen ten aanzien van te behalen resultaten? Heeft het bedrijf aan het behalen van die mijlpalen gewerkt? Dat kan ik niet zien.”

Een onderzoeker in opdracht van de Ondernemingskamer zou het gevoerde beleid in kaart kunnen brengen. In een eventuele tweede onderzoeksfase kan worden onderzocht of van wanbeleid sprake was. Mocht dat worden vastgesteld, dan kan dat mogelijk gevolgen hebben voor de bestuurders. Zij kunnen in vervolgprocedures aansprakelijk worden gesteld voor de schade. Relevant is in dit verband of de investeerders de juiste informatie van Lightyear hebben ontvangen over de besteding van hun gelden en de voortgang van het ontwikkelingstraject van de zonneauto. ,,Wisten de investeerders welke risico’s ze aangingen?”

Lees verder onder de advertentie

Lees ook: ‘Minstens 1 miljard euro nodig om Lightyear 2 te laten slagen’, stelt voormalig CFO Laurens Weers

‘Geen duidelijke richtlijnen’

Natuurlijk, weet Van Ingen, start-ups kunnen mislukken. ,,Startende ondernemers maken nu eenmaal fouten. Sommige fouten moet je ook niet willen afstraffen. De vraag is: gaat dat hier een grens over?” Wat de curator betreft zou er meer duidelijkheid moeten komen wat van een verantwoorde startup mag worden verwacht ,,Er zijn geen duidelijke richtlijnen voor dit soort bedrijven. Misschien is het aan de Ondernemingskamer om de grenzen aan te geven.”

Het oude bestuur van Lightyear wil geen vragen beantwoorden naar aanleiding van de zaken die Van Ingen aan de orde stelt, laat een woordvoerster weten. ,,Het bestuur verleent vanzelfsprekend volledige medewerking aan onderzoeken naar de faillissementen en kan hier inhoudelijk niet op reageren.”

Lees verder onder de advertentie