‘Regionaal Werkcentrum helpt bij vrijwel al mijn vacatures’

Lindenhoff staat voor horecaondernemers te boek als een soort van premium groothandel, met producten uit het topsegment. Toch is het familiebedrijf veel meer dan dat. Een boerderijonderneming, misschien is dat wel de beste karakterisering. Pakweg 80 procent van de omzet komt uit leveringen aan de horeca, terwijl de rest wordt gerealiseerd in de boerderijwinkel en door rechtstreekse levering aan particulieren. Vanuit Baambrugge, onder de rook van Amsterdam, worden online bestellingen naar heel het land uitgeleverd.

Explosieve toename online orders

Een mix van particuliere en zakelijke klanten klinkt zeker in een uitdagend coronajaar als een soort van pleister op de wonde. In een periode waarin de horeca geplaagd wordt door een lockdown, kun je immers terugvallen op het consumentendeel van je omzet. ,,Dat was zeker het geval gedurende de eerste lockdownperiode in maart vorig jaar”, vertelt Hadewych Kleipool, directeur Medewerkers bij Lindenhoff. ,,We waren niet helemaal onbekend met directe levering aan particulieren, maar half april explodeerde die vraag. Hadden we begin vorig jaar misschien honderd online orders per week, eind maart steeg dat door naar zeshonderd orders per dag. En dat zes dagen per week.”

De reden daarvoor, blikt Kleipool terug, was eigenlijk behoorlijk voor de hand liggend: consumenten konden niet meer in de horeca genieten van een lekkere Lindenhoff-biefstuk. Dus gingen ze biefstuk voor thuis bestellen. ,,Die explosie van bestellingen heeft ons zeker de eerste lockdownperiode door geholpen. En tegelijkertijd was er sprake van een totaal andere discipline. De consument bestelt één of enkele biefstukken of hamburgers. Horecavestigingen bestellen vijftig biefstukken of zelfs 1500 hamburgers. Uitleveringen aan particulieren kennen veel meer handelingen en zijn arbeidsintensiever.”

Extra handen waren noodzakelijk

Deze nieuwe particuliere hectiek wist Lindenhoff grotendeels glad te strijken met de inzet van eigen personeel. Medewerkers die zich voorheen bekommerden om uitlevering aan de horeca gingen zich nu inspannen voor levering aan particulieren. Toch waren er net zo goed extra handen nodig om deze ingewikkelde logistiek in goede banen te leiden. En daartoe klopte Kleipool aan bij het Regionaal Werkcentrum Groot-Amsterdam.

,,Ik doe voor nagenoeg al mijn vacatures beroep op het RWC. Wat ik zo mooi vind aan het centrum is dat er ondersteuning wordt geboden aan iedereen die wil werken. Dat kunnen 55-plussers zijn of mensen met een migratieachtergrond die de Nederlandse taal nog amper machtig zijn. Dat maakt allemaal niet uit, zolang de wil er maar is om met passie te werken. Dan kom je er echt heus wel. En het Regionaal Werkcentrum biedt die mensen de kans om een geschikte baan te vinden.”

Rentmeesterschap

Dat het RWC en Lindenhoff perfect matchen, heeft tevens te maken met het karakter van de boerderijonderneming. Rentmeesterschap is een term die misschien wat pretentieus klinkt, maar wel perfect past bij de signatuur van Lindenhoff. Kleipool: ,,Tegenwoordig heet dat zoiets als maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar dat zit eigenlijk al van meet af aan ingebakken in dit familiebedrijf. Er is veel aandacht voor de natuur, voor de ‘biologische’ oorsprong van producten en het welzijn van dieren. Dan is het vanzelfsprekend dat je net zo goed aandacht hebt voor het welbevinden van medewerkers. Iedereen die wil werken, verdient een kans, vinden wij. En dat geldt net zo goed voor een immigrant die amper kan lezen en schrijven en de Nederlandse taal gebrekkig spreekt.”

Andersom denken

Wat Kleipool in het contact met het Regionaal Werkcentrum nog wel moet leren, zegt ze zelf, is om ‘andersom te denken’. Dat heeft te maken met het volgende: gedurende de tweede lockdown, die maanden aanhield, kon ook Lindenhoff niet voorkomen om medewerkers te laten gaan. In een paar maanden tijd moest van flink wat mensen afscheid worden genomen. ,,Ik realiseerde me dat toen helemaal niet, maar het RWC is ook een ideale match om mensen naar een nieuwe baan te begeleiden. Het past eveneens perfect bij ons om medewerkers bij te staan bij het zoeken naar ander werk. Ik had daar helemaal niet aan gedacht. Dat had ik anders kunnen doen. Voortaan ga ik het Werkcentrum zeker ook inschakelen als we afscheid moeten nemen van medewerkers.”