Broers Abdel en Rachid helpen ondernemende vluchtelingen: ‘Opluchting als ze begrepen worden’

Achmed (34) vluchtte enkele jaren geleden uit Syrië. Daar had hij een goedlopend schildersbedrijf. In Nederland wilde hij weer aan de slag, maar daarbij liep hij keihard vast. ,,Al die regels. En de taal. Het was zo ingewikkeld!” Bijkomend probleem: hij had geen laptop. Baan je dan maar eens een weg door de wetten en regels voor ondernemers. Ten einde raad klopte hij aan bij Abdel en Rachid met een simpele vraag: ,,Help me!”

Statushouders en nieuwkomers helpen ondernemen

De Utrechters horen die vraag vaker. Vanuit hun bedrijf Dok 030 begeleiden ze al jaren ondernemers. ,,En de laatste 2,5 jaar zagen we steeds meer dat ook statushouders (vluchtelingen met een verblijfsstatus, red.) iets wilden beginnen”, zegt Rachid in het AD. En ze zagen het soms helemaal misgaan. Met de bijbehorende ellende: ,,Depressies, ruzies, het gevoel niet begrepen te worden”, somt Abdel op.

Het bracht de twee ertoe een nieuw bedrijf op te richten, het Landelijk Expertisecentrum Ondernemerschap Statushouders (EOSN). Een loket voor gemeenten die statushouders en andere nieuwkomers willen helpen bij het opzetten van een onderneming. Maar ook bedrijven kunnen er terecht. En natuurlijk vluchtelingen zelf.

Uit noodzaak

EOSN is uit noodzaak opgericht, zeggen Abdel en Rachid. Gemeenten doen echt hun best om vluchtelingen aan werk te helpen, maar missen vaak kennis van de doelgroep. En dat leidt tot onbegrip. ,,Signalen worden niet herkend. We weten dat een groot deel van de statushouders kiest voor zelfstandig ondernemerschap. Vaak hadden ze in hun land een eigen bedrijf. Als ze hier dan geen baan in loondienst willen, wordt gezegd: ‘Ze willen niet werken’. Maar dat willen ze juist wél. Ze willen ondernemen. En ook als zzp’er kunnen ze heel goed personeelsproblemen bij bedrijven oplossen.

Een knap stukje kunnen schilderen of timmeren is één ding, je weg vinden in de ‘jungle’ van regels en voorschriften voor het ondernemerschap is iets heel anders. Voor de gemiddelde Nederlander al razend lastig, dus zeker voor iemand die hier niet geboren is en de taal nog niet goed spreekt. Met EOSN springen de broers Harchaoui in dit gat.

Marokkaanse afkomst is een voordeel

Ze begeleiden veel Syriërs, maar ook mensen uit Irak, Iran en Afghanistan. En snappen heel goed dat hun Marokkaanse afkomst daarbij een voordeel is. ,,Wij spreken de taal, kennen de cultuur, het geloof en hun achtergrond”, somt Abdel op.

,,Het zijn ook mensen die trauma’s te verwerken hebben. Daar moet je oog voor hebben.” En dat werkt, zegt Rachid: ,,Je ziet echt opluchting als ze ineens het gevoel hebben dat ze begrepen worden.”

Met training en begeleiding worden de aankomend ondernemers op weg geholpen. En soms ook heel praktisch. Zo kreeg de Syrische schilder een laptop te leen, hielpen ze hem met het opstellen van zijn ondernemingsplan en werd een aanvraag voor de Bbz-regeling ingediend, een vangnetregeling voor zelfstandigen.

Wie met Abdel en Rachid praat, merkt dat het voor hen meer is dan een bedrijf. Ze klinken erg betrokken. En zien de noodzaak van wat ze doen. Want Nederland zit te springen om vaklui. En statushouders zitten te springen om aan de slag te gaan. ,,Vaak zitten ze in de bijstand. Als je kijkt wat het de maatschappij oplevert als die mensen daar uitstromen, dan is wat we doen broodnodig.”

Achmed de schilder zit ook niet meer in de bijstand. Al na twee maanden verdiende hij genoeg met zijn nieuwe bedrijf om van te kunnen leven. ,,Het gaat goed”, zegt hij blij. En was het hem gelukt zonder hulp? ,,Nee”, klinkt het stellig. ,,Zonder hulp had ik dit niet gekund.”

Om privacyredenen is de naam Achmed gefingeerd.