„Duizenden banen staan momenteel op de tocht”, stelt CNV-voorzitter Piet Fortuin. „We staan op een kantelpunt: de bomen groeien niet meer tot in de hemel op de arbeidsmarkt”, vervolgt Fortuin. „Steeds meer mensen staan binnenkort op straat.”
De CNV-voorzitter verwijst naar recente cijfers van het CBS, waaruit blijkt dat Nederland voor het eerst in vier jaar meer werklozen dan vacatures telt. „Dat beeld zien onze onderhandelaars terug op de werkvloer. CNV verwacht dat de werkloosheid de komende tijd in snel tempo verder oploopt.”
Er moet zekerheid in regelgeving komen, ondernemers willen weten waar ze aan toe zijn
Piet Fortuin CNV
Ook winkelpersoneel volgens CNV de klos
Onder meer de industrie, financiële sector, het hoger onderwijs en de retail worden geraakt, aldus de bond.
De ontslagen treffen volgens CNV vooral medewerkers uit het primaire proces, zoals productiemedewerkers en winkelpersoneel, en van ondersteunende diensten, en nauwelijks directies.
Lees ook: Vele modeketens hebben het zwaar, Okay Fashion Groep groeit juist naar 100 winkels
Nieuw kabinet moet voor stabiliteit zorgen
De vakbond hoopt dat het nieuwe kabinet voor meer stabiliteit gaat zorgen in alle sectoren die nu in zwaar weer verkeren. Fortuin in het AD: „Er moet zekerheid in regelgeving komen, ondernemers willen weten waar ze aan toe zijn. Ook moeten we echt iets doen aan die hoge energiebelasting.’’
Het blijven doorgaans de medewerkers op de werkvloer die het hardst worden getroffen
Piet Fortuin CNV
CNV hoopt ook dat het volgende kabinet de bezuinigingen op het onderwijs in de ijskast zet. „We willen als land voorop blijven lopen in kennis en innovaties. Als je bezuinigt op het onderwijs, komt dat op de lange termijn als een boemerang bij je terug.’’ Fortuin: „De situatie is nog beheersbaar, maar de werkloosheid neemt toe. Het loopt nog niet fout omdat er nog voldoende werk is, maar het gaat wel fout als we het allemaal laten gebeuren.’’
Fortuin: „Als bezuinigen het doel is, zou een bezuiniging op de toplaag immers het meest effectief zijn. Maar het blijven doorgaans de medewerkers op de werkvloer die het hardst worden getroffen.”