Nieuws Personeel

De pij wappert weer

Rob Gollin 29 januari 2016

Schiermonnikoog1065

Rond 1300 waren ze de naamgevers van Schiermonnikoog. Toen onlangs vier monniken zich er vestigden, was de cirkel weer rond. Ze willen een vruchtbare orde zijn en zelfs een nieuw klooster bouwen. Gaat ze dat lukken?

Bij de VVV op Schiermonnikoog vragen sommige bezoekers al waar ze te zien zijn, schrijft de Volkskrant vrijdag. Wat verder doorlopen en dan naar rechts, wijzen de baliemedewerkers. De buschauffeur weet waar hij moet stoppen. Hij kent het adres. 'Wie niet?' Hier wonen ze, de monniken, sinds eind december. Op de gevel staat nog dat het pand Riekerts Hùs heet, waar vakantieappartementen te huur waren. Maar het is nu het huis van de broeders Alberic, Jelke, Paulus en Vincentius. Paulus opent de deur in een wit habijt met een zwart scapulier, een schouderkleed - het is de dresscode van de cisterciënzers.

Met hun komst wappert de pij weer op het wad. De broeders wandelen langs de Badweg naar het strand, ze fietsen over knerpend schelpenpad naar het bos, of verder naar het Willemsduin of kiezen de slinger rond de Westerplas. Een verre geschiedenis is weer tot leven gekomen: het eiland is genoemd naar zijn vroege bewoners.

VerbintenisRond 1300 kwamen kloosterlingen uit de abdij van Claercamp in Rinsumageest, zuidwestelijk van Dokkum, hier moerassen droogleggen, woeste grond ontginnen en vee weiden. Het waren lekenbroeders, zij droegen pijen van ongeverfde schapenwol - schier betekent grijs, oog staat voor eiland. Ze zouden tot 1580 blijven. Hun sporen zijn al lang onder zee en zand verdwenen, maar hij voelt verbintenis, zegt Paulus. Het is het gevoel dat ze iets aan het voortzetten zijn. Hij houdt audiëntie in de ontvangstruimte. Tegen een wand staat een grote kast met een wasbak - in het pand aan de Langestreek zat ook Haarstudio Annemarie. Schroefgaatjes aan de wand duiden nog de plek aan van drie spiegels. Nu staat in de hoek een heuphoog beeld van Maria, patrones van de orde.

Ze komen uit Diepenveen, Overijssel, uit de abdij Sion, ze zeggen het nog weleens per ongeluk als ze de telefoon opnemen. Het was niet meer vol te houden in het uitgestrekte complex in Salland. Na de oorlog verbleven er nog meer dan zestig monniken, ze waren op het laatst nog met acht. Het lekte er, het was er nauwelijks nog warm te stoken, de bedrading van de elektriciteit deugde niet meer, het sanitair was verouderd.