Nieuws Personeel
Van autopoetser naar 'garagebaas'
Het klinkt als de ultieme American Dream, maar dan wel als de Osse variant: je start onderaan de ladder als autopoetser en een werkzaam leven, lees veertig jaar, later prijkt er zoiets als 'garagebaas' op je visitekaartje. Dat schrijf het Brabants Dagblad.

Nick Hermes kan wel lachen om die vergelijking die een tikkeltje mank gaat als ook nog de kreet 'magnaat' aan bod komt. Want dat is de Ossenaar met Australische roots geenszins, merkt-ie fijntjes op.
"Het is in deze markt elke dag weer, en dat zes dagen per week, hard werken om je Fords verkocht te krijgen", verwijst hij met één aanvulling direct naar z'n grote voorliefde als het gaat om automerken. "Mijn hart ligt hier: een Oss' familiebedrijf. Ik heb nooit de behoefte gevoeld te verkassen."
Zonder lts-diploma ('ik zag school niet meer zitten') stapte de nu 57-jarige Nick Hermes in 1976 bij de Gebroeders Hendriks op De Wal ('waar Scapino zit') binnen met de vraag of hij auto's mocht poetsen. Na anderhalf jaar gewerkt te hebben in het vlees bij 'd'n Hartog' was het gedroomde vak van uitbener toch niet echt wat hij de rest van z'n leven wilde blijven doen. "Dagloon kreeg ik niet; wel een contract. Mede-eigenaar Puck Hendriks betaalde me per gepoetste auto en dat waren er in die dagen vrij veel, kan ik je verzekeren."
Hèndigheid"Ik pendelde met m'n brommer tussen de showroom op De Wal en onze werkplaats aan de Oude Molenstraat. Een mooie tijd, vooral ook omdat ik er meer en meer hèndigheid in kreeg om én splinternieuwe én gebruikte auto's rijklaar te maken. Auto's poetsen is echt wel een vak. Na enige tijd ging ik, op uitdrukkelijk verzoek van Harry, de andere directeur, trekhaken plaatsen, radio's en alarminstallaties inbouwen. Wat ik onze monteurs zag doen, leerde ik mezelf aan. En dat alles onder mijn levensmotto ik kan alles."
Dat credo bracht Nick Hermes in 1983 in de verkoopwereld. Het poetsen had-ie wel gezien en toen er op een dag twee verkopers ziek waren, vroeg baas Harry: 'Hèdde gij thuis een pak?' "Ik verkocht die week meteen vijf wagens, waarvan één nieuwe. Het was de opmaat naar m'n verkoperscarrière. Na wat managementstrainingen schopte ik het zelfs tot verkoopleider en een jaar geleden tot baas van deze garage."
MustangHet is zijn laatste kantoor, vult hij aan en wijst, vol trots, naar een reeks oorkondes van de Henry Ford Professionals Club en naar The Golden Eagle Award, die hij samen met wijlen Jan de Reus kreeg. "Daarvoor mochten we naar Valencia: kregen we een jaar lang een rode Mustang Cabrio uit 1967. Dat cadeau wilden we niet voor onszelf alleen; we verdeelden de buit door elk personeelslid twee weken lang die cabrio mee naar huis te geven. Zonder hun inzet hadden wij nooit zoveel auto's aan de man kunnen brengen."