Nieuws Personeel
Van hengelaar naar handelaar
Het Vlaardingse visbedrijf Hoogendijk werd groot met de visvangst, maar vaart anno 2016 wel bij handelen alleen: zo'n 4 miljoen kilo vis per jaar.

Voorbij de entree ligt een binnenvijver. Een kleine greep uit het Hoogendijk-assortiment zwemt daarin rond. Gewoon, als leuke binnenkomer. Én om niet te vergeten waar het in deze branche om gaat: vis. “Want verder zal je in dit bedrijf geen enkel levend exemplaar aantreffen,” zegt Leo Hattenbach (54), commercieel directeur lachend tegen het AD.
Bij Hoogendijk zijn de vissen dood én bevroren. Zo'n 500 ton heeft het bedrijf in de vriescellen opgeslagen. In totaal ruim 125 verschillende vissoorten. Daarnaast handelt het bedrijf in groenten als zeewier. Dat begon een aantal jaren geleden, toen restaurants iets 'extra's' wilden. Hoogendijk importeerde in die tijd een paar dozen per week. Nu zijn dat containers.
De producten komen binnen via leveranciers, zelf vaart en vist Hoogendijk niet meer. De zaak, een 'serieuze speler' op de Europese markt, verkoopt vis aan supermarkten, restaurants en de industrie. “Je kan onze vis op de gekste plekken tegenkomen, van een chique cruiseschip tot een restaurant in Parijs,” weet Jaap Hoogendijk (57). “Maar ook bij de supermarkt om de hoek, als huismerk.”
Het uit 1745 stammende scheepsmodel achter Hoogendijk verraadt hoe oud het familiebedrijf is. De behoefte om lang bij de historie stil te staan, heeft de directeur - tiende generatie - niet. Hij verwijst graag door naar het Museum Vlaardingen, waar hij initiatiefnemer en voorzitter van is. “Dáár kijken we terug, hier zijn we bezig met de toekomst.”
Want de tijden, die zijn onherroepelijk veranderd. Waar het bedrijf in de 18de eeuw als een groep haringvissers begon en jaren over de zeeën voer, moest het vorige eeuw anders: van visser naar tussenhandelaar. Specialisatie was nodig om te overleven. Bovendien: zelf vissen leverde nauwelijks meer wat op. Boosdoener: de visquota. Hoogendijk is het enige bedrijf uit de haringvisserij dat Vlaardingen nog rijk is.
Zeker, het is wat minder romantisch, die tussenhandel. “Maar we zijn geen dozenschuivers. Elke dag is hier anders. We moeten onze vis máánden van tevoren bestellen, daarbij rekening houden met de vraag, de seizoenen en de vangsten. Het is nooit saai.”
Haringkar Hattenbach vult aan: “Nog steeds hebben we regelmatig vis in onze handen, als we de dozen openen. En wanner ik iemand op de markt een vis zie kopen, vraag ik me altijd af: wat zou hij ervan maken? Je blijft met vissen bezig, al vaar je niet meer. Als ik aan iemand vertel dat ik in de vishandel zit, vragen mensen vaak waar mijn haringkar staat. Maar de vishandel is zoveel breder.”
Ongeveer 40 procent van de Hoogendijk-vis is gekweekt, een aandeel dat alleen maar groter wordt. Hoogendijk: “De regels voor wildvissen zijn enorm streng. Groei kan alleen uit kweek komen, de grenzen van wildvangst zijn inmiddels wel bereikt.”
Zo'n kweekvis is vergelijkbaar met koeien en varkens uit de bio-industrie. Verschil is dat de kweek van vissen relatief nieuw is. De kwekers hebben volgens Hoogendijk geleerd van hun collega's uit de bio-industrie. Het zou de kwaliteit ten goede zijn gekomen.
In het wild gevangen vissen worden direct op de schepen ingevroren. Zo blijven de dieren langer houdbaar en op smaak. Hoogendijk: “Ik kan je verzekeren: een bevroren vis is negen van de tien keer beter van kwaliteit dan een vers verkocht exemplaar. Bij verse vis duurt het toch meestal een paar dagen voor het op je bord ligt. En qua smaak: een makreel is een makreel, ingevroren of niet.”
Ander voordeel: bevriezen maakt de kans op 'schandalen' klein. En áls er eens wat gebeurt, kan Hoogendijk 'binnen één minuut' traceren waar de vis vandaan komt én welke partijen mogelijk ook problemen hebben. Met dank aan de automatisering: “Op een gegeven moment leken we wel een administratiekantoor. Alles moeten we bijhouden. We werden er gek van. Nu doen onze computers dat grotendeels.”
Desalniettemin acht de Vlaardinger de kans op kwaliteitsproblemen klein. “De regels en controles zijn zo ongelofelijk streng. En die regels wil je naleven, anders besta je over een paar jaar simpelweg niet meer.”