Nieuws Personeel
Vier manieren om jouw personeel leiding te geven
Nederland telt zo'n 500.000 managers. Dat lijkt veel, maar ze zijn terug te brengen tot vier typen. Wat voor baas ben jij? Het AD omschrijft vier typen.

1 De dictator / bevelhebber
In oorlogstijd is de dictator eenvoudig te herkennen; dan draagt hij een uniform en is niet zelden generaal. Op een gemiddelde werkvloer anno 2017 is de bevelhebber vooral te traceren via zijn (ja, de dictator is meestal een man) gedrag: zoals de typering al doet vermoeden, duldt de dictator geen tegenspraak.
Heb je als werknemer binnen de afdeling ook een mening? Boeien, die ventileer je maar lekker thuis, vindt deze directe, autoritaire leidinggevende. Het is dan ook eenvoudig om een karikatuur van de dictator te maken, maar dat is te makkelijk. Ward Grootens schrijft in zijn boek Het recht op een baas dat de meeste hedendaagse bedrijven en organisaties juist zwalken of naar de gallemiezen gaan door een gebrek aan daadkracht en moderne 'zoek-het-maar-uit-managers' (zie 4). Hij houdt een hartstochtelijk pleidooi voor een 'echte baas' en 'ouderwets leidinggeven'. En dat moet je de dictator nageven: dat kan-ie, met duidelijke instructies, ook als het binnen het bedrijf alle hens aan dek is.
Lees ook: Iedereen de baas op de werkvloer
2 De visionair
Zet bij voorkeur 'stippen op de horizon'. Droomt groots en meeslepend, kan prachtig vertellen en wil graag sparren met zijn medewerkers over nieuwe kansen, langetermijnplanningen en nog te ontginnen markten. Dat kan op de werkvloer al snel tot een fijne, inspirerende werksfeer leiden.
Uiteraard heeft de visionair ook een keerzijde. Het belangrijkste minpunt van deze manager: vooral met het werk van vandaag wil de visionair zich liever niet laten vermoeien. Zo kan de visionair een belangrijke offerte die vandaag per se de deur uit moet vergeten, of zit hij bij het dagelijkse werkoverleg binnen 5 minuten te knikkebollen.
Nog een gevaar: wanneer de visionair toekomstplannen ontvouwt die mijlenver afstaan van waar het personeel in gelooft, wordt deze dromer niet zelden door zijn mensen weggezet als Gekke Henkie.
3 De laat-maar-waaien-baas
Groot van vertrouwen, klein in daadkracht: de laat-maar-waaien-manager denkt dat zijn personeel mans genoeg is om de tent te runnen. Managers die supporter zijn van 'laissez-faire' geven dus veel vrijheid aan werknemers en laten de dagelijkse gang van zaken op zijn beloop. Het woord 'zelfsturing' ligt hier op de loer; reden te meer om je hardop af te vragen wat de toegevoegde waarde is van zo'n baas. Werken onder een 'kampioen loslaten' lijkt misschien zeer relaxed, maar dat is beslist niet het hele verhaal, schrijft Frank van Marwijk in Manipuleren op je werk over de laissez-faire-methode: ,,Je laat niet blijken dat het je interesseert wat je medewerkers doen.'' En ook niet onbelangrijk: de laat-maar-waaien-manager toont niet zelden een schrijnend gebrek aan daadkracht (zie ook 1). Deze leidinggevende kan overigens prima functioneren in een ingespeeld team dat donders goed weet wat er allemaal nodig is. Het wordt pas spannend bij tegenwind of erger.
4 De coach / verbinder
Wordt met een vies woord ook wel 'mensenmens' genoemd. De coach kan zichzelf wegcijferen en vindt het heerlijk om zijn werknemers te laten groeien. Hij prikkelt op een positieve manier, motiveert en geeft zijn medewerkers vertrouwen. Deze 'baas' is eigenlijk geen baas, maar een empathisch persoon die volop oog heeft voor de emotionele behoeftes van zijn personeel: onder werktijd naar de kapper? Tuurlijk. Een dagje vrij omdat je hond zo akelig hoest? Geen probleem!
De coach/verbinder zoekt altijd connecties en is uit op harmonie. Keerzijde: de coach vergeet zichzelf in alle pogingen om anderen te laten excelleren. En loopt zichzelf voorbij. Ander gevaar: terwijl hij iedereen tevreden wil stellen, sneuvelen de wildste plannen en resteren vaak de matige, gemiddelde ideeën.