De marskramer die het wint van de online modewinkels

We zitten aan een tafeltje in de hoek van de Koffiekökk’n, direct tegenover de kassa’s van de modezaak. Paul Roetgering, directeur van Roetgerink, zit voor me. Voor hem staat - heel toepasselijk - een kop koffie. ‘Dit is traditie. Mijn oma schonk lang geleden al koffie en een drankje voor hun klanten. Gewoon thuis, in de keuken. Dat doen we nog steeds. Niet bij ons thuis en geen alcohol, maar wel een gratis kop koffie voor elke klant.’’

Marskramer

Bijna 165 jaar geleden begon de overgrootvader van Paul Roetgering met het bedrijf. Toen nog deur aan deur, als marskramer met een grote mand op zijn rug. De mand staat in een vitrine vlakbij het tafeltje waar we zitten. Het symbool van het familiebedrijf.

Na de oorlog kende Roetgerink gouden jaren. Het bedrijf, toen gerund door Pauls vader en ooms, richtte zich vooral op textiel. En is dat blijven doen. De Enterse onderneming heeft nu een winkel (en webshop) met een dames- en herenafdeling, een trendy R-Base, een kinderafdeling en een aparte schoenenzaak en brasserie aan de overkant van hun zelfontworpen modeplein in Enter. Paul: ‘’Ik ben van mening dat je moet doen waar je goed in bent. We zijn groot geworden met mode, dus daar zullen we ons altijd op blijven focussen.’’

Beleving

Maar alleen kleding en schoenen is niet voldoende; beleving staat centraal. Zes jaar geleden gingen daarom de deuren van Brasserie R-1854 open. Klanten kunnen er terecht om een dag shoppen bij Roetgerink af te sluiten met een driegangendiner of om er even te lunchen tussen het winkelen door. ‘’Ik heb wel eens gekscherend gezegd dat we een eigen hotel moeten hebben.

Zo kunnen klanten uit Amsterdam hier overnachten, ontbijten in de brasserie, daarna gaan winkelen en de dag eindigen met een diner.’’ Paul neemt een slok van zijn koffie. “Ik wil naar een formule toe waarbij mensen met plezier gaan winkelen omdat er beleving en entertainment is. Shoppen moet weer leuk worden. Dat is voor mij de kunst van het groeien. Het gaat niet alleen om geld. Het gaat veel meer over het neerzetten van een bepaalde filosofie.’’

Maar groeien houdt voor een familiebedrijf van deze omvang nog meer in. Groeien betekent voor Paul ook het overgeven van de zaak aan de volgende generatie. ‘’Continuïteit. Toen ik lang geleden naar de detailhandelschool ging, werd er tijdens de eerste les aan ons gevraagd waarom we hier zaten. De meeste studenten riepen: ‘Om veel geld te verdienen!’. De eerste regel die ik toen leerde was dat continuïteit het belangrijkste is. Dat is me altijd bijgebleven.’’

Uitbreiden

Continuïteit of niet; Roetgerink blijft ook letterlijk groeien. Terwijl Paul zijn tweede kop koffie bestelt, vertelt hij over een forse uitbreiding die ophanden is. Want de winkel zit te vol. Volgens hem is de fysieke gesteldheid van de winkel een groeibarrière. Hij heeft daarom ook veel zin om zich bezig te houden met de uitbreiding. De locatie is concreet, het idee nog niet. Paul: ‘’Binnenkort gaat het brainstormen beginnen. Andere artikelgroepen toevoegen, dat is het niet. Misschien voegen we andere facetten van mode toe. Want we gaan sowieso uitbreiden op het gebied van mode. Dat zullen we altijd blijven doen.’’ Hij legt uit dat de uitbreiding in elk geval gepaard gaat met meer beleving voor de klant. Maar ook dat gedeelte is nog zoeken, legt hij uit. ‘’Ik denk dan aan bijvoorbeeld een sushibar of een pop-uprestaurant.’’

Klantenkaart

Zonder groei zou uitbreiden niet eens een optie zijn. In een tijd waarin online shoppen populairder is dan fysiek winkelen en het aantal kledingzaken daalt, blijft Roetgerink groeien. Met ongeveer 225 mensen op de loonlijst (zowat 110 fte), is het de grootste werkgever van gemeente Wierden. Zo’n vierhonderdduizend mensen weten jaarlijks de weg te vinden naar de Dorpsstraat in Enter. Ruim 120 duizend mensen, overal vandaan, hebben een klantenkaart van de modezaak. ‘’En,’’ zo vertelt Paul terwijl hij een slok neemt van alweer zijn derde kop koffie, ‘’ook de omzet groeit gestaag. Toen de crisis aanbrak, kregen wij onze gouden jaren. Heel raar.’’

Dit veranderde compleet toen de crisis al twee jaar aan de gang was. De directie schrok zich wild en vroeg zich af wat er aan de hand was. En er werden maatregelen genomen. ‘’Maar, we zijn de crisis alsnog steady doorgekomen. Vanaf 2014 is er weer omzetgroei te zien en 2017 was een erg goed jaar.’’ Hij voegt eraan toe dat een goed jaar om meer dingen gaat, zoals marge en de inkoop van goederen. ‘’Ik zeg wel eens dat een modewinkel net een fruitwinkel is. Er liggen mooie sinaasappelen, appels, glimmende mandarijntjes. Maar blijft het te lang liggen dan wordt het dof en komt er schimmel op. Je moet ervoor zorgen dat je winkel vers blijft. Dat is een van de belangrijkste onderdelen.’’

Experience en expertise

En de toekomst? Als het aan hem ligt, komt de winkel nooit te koop te staan maar blijft het in de familie. ‘’We kijken naar opvolging, naar kleine Roetgeringetjes. Een neef van mij is klaar met zijn opleiding en heeft nu een functie in de zaak. Mijn beide dochters doen een textielopleiding. Maar er is nog niets concreet. Het zou mooi zijn als het in de familie blijft.’’
Maar voorlopig is Paul nog niet klaar. ‘’Elke ochtend fiets ik hier fluitend naartoe. Ik ben elke ochtend aanwezig in de winkel. Zo ben ik verbonden met de mensen die hier werken. Werknemers zijn hier geen nummer.’’

Hij heeft plezier in zijn werk en blijft vernieuwen en innoveren. ‘’We geloven in het concept fashion en food. We hebben onze Fashion Giftbox geïntroduceerd en dit najaar krijgen klanten elke zaterdag gratis poffertjes. Misschien kneuterig, maar het is zo succesvol! Waar ligt dat aan? Eten en drinken maken het winkelen leuk. Wij moeten er als winkelier voor zorgen dat mensen geëntertaind worden. Dat ze het leuk vinden om kleding te kopen. De elementen experience en expertise zorgen ervoor dat mensen naar een winkel gaan. Daarom heeft Roetgerink horeca toegevoegd aan het concept. Lekker eten, lekker drinken, goed geholpen worden en mooie kleding. De kwaliteit van al die dingen moet uitstekend zijn.’’