Nieuws Actueel
Adi Golad (65) van Goliath: van spelletje in de Sinaïwoestijn naar internationale speelgoedgigant
De liefde bracht hem naar Nederland en een typisch Israëlisch spelletje stond aan de wieg van speelgoedgigant Goliath, schrijft het AD. Nu de vier kinderen van Adi Golad (65) zijn imperium hebben overgenomen, verruilt hij Hattem voor Tel Aviv. ,,Winnen, dat is deel van je oergevoel.''

Adi Golad (65) zit ontspannen achter een glas water bij Goliath in Hattem. Vandaag viert half Nederland sinterklaas en de rest van de wereld loopt zich warm voor kerst. Miljoenen van z'n spellen gaan over de toonbank; voor Holle Bolle Big, Snotty Snotter en Vos laat los! rinkelt het geluid van de kassa in 75 landen tegelijk.
Toch is er rust in het oog van de storm. Vanaf maart al heeft Goliath wereldwijd de speelgoedmagazijnen gevuld. Het spelletje Rummikub (wereldwijd 50 miljoen keer verkocht) beleeft weer een opleving, zegt hij blij - in Amerika ditmaal, waar Goliath de derde speler is op de markt. ,,Niet helemaal te verklaren'', zegt Adi, zoals alles in de speelgoedwereld ongewis en onvoorspelbaar is. Het helpt allemaal mee, en het gáát hem al zo naar den vleze. De omzet is niet te controleren - zijn familiebedrijf is niet verplicht om jaarcijfers te tonen. ,,Maar het is veel, heel erg veel.''
Niettemin bleef hij met z'n Margreeth altijd in hetzelfde boerderijtje wonen. Leuk en wit maar niet direct een villa waarin je een speelgoedmiljonair verwacht. Hij maakt een relativerend gebaar: je kunt je boterham maar aan één kant besmeren. Bovendien waren er slechtere jaren in de crisis. ,,Toen was het fijn dat we het geld niet over de balk hadden gesmeten.''
Alaska
Geld is niet het belangrijkste, het succes in de handel des te meer. Zeker in Israël, waar ze bij een start van een nieuw bedrijf zeggen: 'Ik wens je veel personeel'. ,,Als ik in Alaska of Nieuw-Zeeland kom, waar we vorig jaar een bedrijf overnamen, en ik zie daar een spel van Goliath in een dorpje dat je op de kaart niet kunt vinden. Dát is vooral de beloning.''
Twee jaar geleden stapte hij uit het bedrijf. Zijn witte huisje in Hattem hield hij aan, maar inmiddels vertoeven Margreeth en hij in een appartement bij Tel Aviv in z'n geboorteland Israël. Geheel tegen z'n aard in probeert hij niet de oud-directeur te zijn die alles beter weet. ,,Het bedrijf is overgenomen door mijn kinderen: Jochanan is de ceo, dochter Jaël bewaakt de copyrights, Naomi doet de bedrijfsvoering en zoon Jaïr selecteert nieuwe producten.''
Met iets van melancholie kijkt hij terug op een leven dat door een spelletje als Rummikub een zakelijk succes werd. Zelf ziet hij het als een zekere lotsbestemming. ,,Ik diende in het leger, waar een maat ernstig gewond raakte. Ik nam hem, zijn vrouw en hun Nederlandse kennisje Margreeth mee uit naar de Sinaïwoestijn. Middenin het zand speelden ze Rummikub - een typisch Israëlisch spelletje - in een kraampje. Margreeth nam het mee naar huis, daar sloeg het aan en ik kwam naar Nederland met 40 dozen Rummikub. Zonder dienstplicht, zonder gewonde maat, zonder Sinaï was niets van dit alles gebeurd.''
Rubik's Cube
Het succes kwam sluipenderwijs -het duurde jaren voor het aansloeg. Adi speelde oneindig Rummikub op campings en op braderieën. De eerste zakelijke klapper kwam door een foutje. De Bijenkorf kocht de hele voorraad. ,,Ze dachten dat ze de Rubik's Cube hadden besteld.'' Als goedmaker speelden ze met het hele gezin Rummikub ter promotie in de vestigingen van de Bijenkorf.
Na Rummikub volgde Triominos, daarna ging hij z'n eigen spellen bedenken en die zijn niet aan te slepen. De knaller? Holle Bolle Big: je voert een plastic biggetje hamburgers tot hij letterlijk ploft en dan vliegen ze alle kanten uit. Nee, dat is geen metafoor voor de welvaartsmaatschappij; dubbele bodems bestaan niet: ,,De wet is: moeten kinderen erom lachen?''
In Europa was het een succes. In Amerika niet. ,,We hebben voor miljoenen aan spotjes uitgezonden. Eerste jaar : niets, tweede jaar: ook niets, pas in het derde jaar brak het door. Misschien ben ik wel een heel slechte verkoper.''
Daar lacht hij zelf hartelijk om. Want dat hij niet zou kunnen verkopen is een gotspe. Z'n medewerker brengt gedienstig een doos Rakker kakt; een hondje dat poept en scheten laat. ,,Ouders zeggen dan misschien: wat vies en ongepast. Maar je krijgt een lach van een kind, daar is het om begonnen.''
(tekst gaat door onder de onderstaande video die Omroep Gelderland in 2014 maakte)
Oergevoel
Spelletjes in een doos? Zó analoog, zeiden trendwatchers, het was een kwestie van tijd voordat het in elkaar zou zakken. ,,Het tegendeel gebeurde, de mensen ontdekten hoe fijn het was om tegen elkaar te spelen. Niet tegen een app of een computer, maar tegen gezinsleden. Overwinnen, dat is deel van je oergevoel in de natuur: wie er het eerst is, wie de beste is, die wordt niet opgegeten.''
Met de biggetjes en hondjes van plastic werden de bordspellen driedimensionaal gemaakt. ,,Dé doorbraak.'' En altijd zit er een wedstrijd- of een verrassingselement in. Wanneer poept het hondje of knapt het varkentje? Uitgespreid op tafel lijkt het zo eenvoudig als wat, maar bedenk het eens. Zoals de nieuwe hit: het tolletje met een gyroscoopje dat de omwentelingen telt en die in digitale cijfers laat zien. ,,Zo maak je meteen een spel. Wie is de beste? Kun je het tolletje precies op 099 laten stoppen? Een meisje van 14 stuurde dit appje - ze had 1.340 gehaald.''
Winnen is Adi's tweede natuur geworden. En dat voor een man die ooit stellig zei: 'Israëlische macho's spelen geen spellen.' Lachend: ,,Nu probeer ik op minstens 1.341 te komen.''
Mensen ontdekten hoe fijn het was om -niet tegen een app of computer maar- tegen elkaar te spelen.