Het ene na het andere dorpje ziet zijn supermarkt verdwijnen. Te klein om omzet te maken, zeiden de ondernemers die er de brui aan gaven. Toch lukte het rasondernemer Jan Verkaik dit jaar om in twee kleine kernen een levensmiddelenwinkel op te zetten. Die voorzien niet alleen in de eerste dagelijkse benodigdheden voor het huishouden, schrijft het AD.
Nee, het zijn kleine shoppingparadijsjes, met delicatessen van boeren, bakkers en slagers uit de buurt. En kleine lifestyleartikelen waardoor je denkt: even kijken of er weer wat nieuws te koop is voor in huis.
Geen torenhoge huur supermarkt
De laatste supermarkt die Verkaik opende, staat in het dorpje Melissant op Goeree-Overflakkee. Het dorp telt niet meer dan 2.190 inwoners, reden voor de vorige eigenaar om ermee te stoppen. Zijn andere supermarkt staat in Goudswaard, een dorpje aan de andere kant van het Haringvliet met slechts 2.035 inwoners.
De supermarkten in beide gemeenschappen hebben dezelfde opzet. De financiering is zo ingericht dat Verkaik niet de hoofdprijs voor huur hoeft te betalen, vertelt hij. Tweede overeenkomst is dat de inwoners van de dorpen bijgedragen hebben aan de financiering van de winkels door hun deelname aan een crowdfunding.
Hulp van Waardevoorjegeld
Die is opgezet door een professioneel bureau dat hierin gespecialiseerd is: Waardevoorjegeld uit Ridderkerk. Bij deze financieringsvorm haalt dat bureau geld op uit de markt, in de vorm van leningen. Deelnemers kunnen zelf bepalen voor hoeveel geld ze instappen, legt Johan van Buuren uit. Hij heeft Waardevoorjegeld opgericht en bestiert samen met zijn collega’s de beleggingen van in totaal 3.000 geldschieters.
Het leuke daaraan is niet alleen dat ze meer rente krijgen dan op spaargeld bij een bank
Financiers uit het dorp
Voor de supermarkt in Melissant was 202.650 euro nodig voor de bedrijfsvoering. Voor de aankoop van het pand was 600.000 euro nodig. Voor beide leningen kon iedereen zich inschrijven. Ze moeten binnen vier en vijf jaar afbetaald zijn.
De in totaal 165 deelnemers ontvangen elke maand een stukje aflossing plus zo’n 8 procent rente over het geleende bedrag op hun bankrekening. Daar gaat nog wel 2 procent af. Dat gaat als vergoeding voor de gemaakte kosten naar Waardevoorjegeld.
Investering via crowdfunding
Een groot deel van de lening is opgebracht door Melissanters, vertelt Van Buuren. „Het leuke daaraan is niet alleen dat ze meer rente krijgen dan op spaargeld bij een bank. Ze kunnen zelf zien hoe het gaat met de winkel, omdat ze er vlakbij wonen.”
In de brochure voor de crowdfunding staat dat de omzet van de supermarkt bijna te vervijfvoudigen is. Bedraagt die volgens het online foldertje dit overgangsjaar (waarbij de winkel vier maanden dicht was) nog maar 550.000 euro, volgend jaar moet deze de 2,5 miljoen euro aantikken. Hoe kan dat, is de vraag aan Van Buuren.
Producten van boeren uit de buurt
„Dat komt door de formule”, zegt hij. Loop door de supermarkt en zie wat daar allemaal ligt. Aardappelen van Aleman, een teler uit de buurt. Vlees van de slager uit Dirksland. „Die is populair op het eiland”, weet manager Dominique van den Broek-Kievit die de inkoop van de etenswaar in de winkel regelt. Door zijn vlees in de schappen aan te bieden, hoeven Melissanters daar niet naartoe, zegt zij, en komen ze ook niet in de verleiding om naar de supermarkt daar te gaan.
Ze mogen 10 procent van alle spullen elders inkopen
Boter, kaas en eieren in dorpssupermarkten
Brood en banket van de bakker uit Melissant zelf. Die zit even verderop in het dorp. Boter, kaas en eieren komen van de boerderijen uit de omgeving. Op die manier hebben de inwoners van het kleine dorp alles bij de hand. „In Goudswaard werkt het net zo”, vertelt Van Buuren. „Ook daar kopen ze lokaal in.”
Bij de Plus-formule, die de voormalige Coop-supermarkten overnam, is dat niet mogelijk, zegt van Buuren. „Bij de supermarkten in Melissant en Goudswaard doen ze zaken met een inkooporganisatie die daar geen probleem van maakt. Ze mogen 10 procent van alle spullen elders inkopen.”
Geen extra kosten van tussenhandelaar
Niet alleen heeft dat als voordeel dat de klanten van de buurtsupers de producenten zelf kennen. Ze zitten om de hoek. Zijn de aardappelen of de kaas op? Dan kan de boer ze wel even komen aanvullen, of maakt iemand van de winkel een ritje naar de boerderij om een nieuwe voorraad op te halen. De bakker zit bijna in dezelfde straat. Die nabijheid scheelt transportkosten. Plus: er zit geen handelaar tussen die inkooptarieven rekent, waardoor de kakelverse koekjes en kaasjes betaalbaar blijven.
Om te voldoen aan vraag naar seizoensspullen staan er bijvoorbeeld rekken met warme sokken en handschoenen, in alle maten. „Daar maken we veel winst op”, zegt Verkaik. Typisch producten die verleiden tot een impulsaankoop, vult Van den Broek-Kievit aan. „Het wordt koud. Mensen zien die sokken en denken: lekker warm.”
Kan dit concept ervoor zorgen dat elk dorp een eigen supermarkt kan houden? „Nee”, zegt Van Buuren. „Voor dorpjes onder de tweeduizend inwoners wordt dat moeilijk.”
Lees ook: Boodschappen én maatschappelijke functie: dit familiebedrijf is veel meer dan supermarkt alleen
Pendeldienst
In Herkingen bijvoorbeeld, waar zo’n 1.245 mensen wonen en de laatste supermarkt onlangs ook sloot, zien Van Buuren en Verkaik geen brood. „In de zomer is het er druk met toeristen. Maar in de winter zijn die er niet. Daar kan je geen winkel op draaien.”
„Melissant is dan wel klein”, vervolgt Van Buuren, „maar er komen 300 woningen bij voor arbeidsmigranten. Die hebben ook boodschappen nodig.” Voor Herkingen denkt Van den Broek-Kievit erover om een pendeldienst op te zetten, die inwoners naar de supermarkt in Melissant heen en weer brengt. Dat komt de super ook weer ten goede.