Nieuws E-commerce
Pakjescrisis komt op een lastig moment, zo vlak voor de feestdagen
Het rommelt in pakjesland. Door de torenhoge prijzen bestellen we minder online en daardoor komen sommige pakketbezorgers – groot en klein – in de problemen. Moeten we ons zorgen maken of de decembercadeaus nog wel op tijd aankomen?

Niet alleen Sinterklaas zelf heeft een bezorgprobleem door de gezonken stoomboot, ook de pakjesbezorgers. De torenhoge prijzen zijn daar debet aan. Foto: Robin Utrecht.
Net voordat Sinterklaas het cadeauseizoen aftrapte, viel vorige week als donderslag bij heldere hemel pakketbezorger Instabox Nederland om. Niet omdat het bedrijf, waar bijna duizend mensen werkten, acuut in de problemen was gekomen. Nee, de Zweedse eigenaar ziet na een recente overname van de eveneens in Nederland actieve concurrent Budbee geen heil meer in het winstgevend maken van zijn verlieslatende Nederlandse activiteiten.
Instabox, die vorig jaar pas in Nederland actief werd door het Amsterdamse Red je Pakketje over te nemen — en daaraan naar verluidt zo’n 25 miljoen euro verbrandde — liet daarmee een groot aantal webwinkels verbijsterd achter. Bol.com adviseerde partners enige tijd zelf bij Instabox afgegeven pakketjes terug te halen. Ook het personeel, waarvan alleen de 130 man kantoor- en distributiepersoneel per videocall werd meegedeeld dat het ontslagen was, blijft stomgeslagen achter, zo schrijft het AD.
Kosten lopen op
Het is niet de eerste pakjespartij die dit jaar omvalt. In mei streek pakketpuntexploitant Parcls al de vlag. En ook bij de grote pakketbezorgers is het mis. Een week geleden maakte PostNL rode cijfers voor het derde kwartaal bekend. Vooral doordat er veel minder pakketten worden verstuurd dan waarop de marktleider had gerekend. PostNL ging uit van groei en stelde zich daarop ook in, maar het aantal pakketten bleef tussen juli en oktober nagenoeg gelijk.
Dat is de schuld van de economie. Door de hoge inflatie en het lage consumentenvertrouwen bestellen minder Nederlanders online – volgens het CBS 3 procentpunt minder dan een jaar geleden. En de 74 procent die nog wel webwinkelt, koopt minder vaak. Het aantal internetshops dat de deuren sluit, zoals de Britse meubelsite Made.com, neemt hand over hand toe. Brancheorganisatie Thuiswinkel.org waarschuwde onlangs al voor tanende webaankopen.
Daardoor worden minder pakjes verzonden. Tegelijkertijd lopen de kosten sterk op, omdat ook de logistieksector kampt met de personeelscrisis. Zo zoekt PostNL de komende jaren, naast de 1900 eigen bezorgers, nog eens 4000 mensen die in dienst willen treden. Maar om pakketkoeriers aan zich te binden, moet het flink meer geld spenderen.
Lees ook: De mussen vallen dood van het dak, maar dit bedrijf is al druk met kerstpakketten
PostNL verhoogt de tarieven
Als het aan de vakbonden ligt, zal het daar niet bij blijven. Recente onderhandelingen over een nieuwe cao hebben niets opgeleverd en FNV heeft een eindbod van PostNL afgewezen. De bond houdt zijn kruit nog droog, maar mogelijk volgen in hartje cadeauseizoen de eerste acties.
PostNL, met een marktaandeel van 50 tot 55 procent, verwacht niet dat de pakjesmarkt de aankomende tijd zal herstellen. ,,De onzekerheid is ook terug te zien bij klanten,” zegt financieel directeur Pim Berendsen. ,,Ook zij hebben nog geen goed beeld van volgend jaar. We verwachten aan het einde van het vierde kwartaal een beter beeld te hebben met meer perspectief. Maar ook in 2023 zullen maatregelen nodig zijn.”
De eerste ingrepen zijn al bekend: PostNL verhoogt de tarieven volgend jaar 20 tot 40 cent per pakje. Voor grote verzenders, zoals webwinkels, kunnen andere tarieven en afspraken gelden, maar ook daar zullen hogere bezorgkosten op de winsten drukken. Gemiddeld wordt in Nederland 3,66 euro betaald voor het verzenden van een pakket.
Lees ook: Topdrukte door retourpakketjes verwacht na online verkooppiek in december
Kostenstijging zo goed mogelijk compenseren
Maar waar PostNL stagnatie ziet, rept DHL Nederland – dat een derde van de pakjesmarkt bedient – van gestage groei. ,,Wij herkennen die daling niet,” zegt Ewout Blaauw van DHL. ,,Het derde kwartaal was helemaal niet zo slecht. We hebben flink marktaandeel gewonnen.” Volgens hem omdat het van oorsprong Duitse bedrijf anders in elkaar zit dan PostNL. ,,Wij werken hoofdzakelijk met eigen bezorgers, dat is veel efficiënter.”
Niet dat het bedrijf immuun is voor de huidige economische tegenwind. ,,We hebben allemaal met kostenstijgingen te maken. Die proberen we zo goed mogelijk te compenseren. Maar de pakketbezorging is geen markt waarin op prijs wordt geconcurreerd. Er wordt beweerd dat de marges klein zijn en dat dat ten koste gaat van bezorgers. Maar daar is bij ons geen sprake van. Wij betalen fatsoenlijk en denken dat het goed is nadruk te leggen op eigen medewerkers.”
Lees ook: Pakketbezorger Ahmed heeft met zijn bedrijf Mach Transport nu zelf 150 man in dienst
Hoge bomen
Het faillissement van Instabox is dan ook veel meer het probleem van de twee hoge bomen, PostNL en DHL, die tezamen 90 procent van de pakjesmarkt beheersen, in wier schaduw weinig meer kan groeien. Nieuwlichters als Red Je Pakketje of Parcls blijken niet onderscheidend genoeg om zich financieel te ontworstelen aan de concurrentie. ,,Het aantal partijen is beperkt,” zegt Blaauw. ,,Dat kan ook niet anders. Je hebt behoorlijk wat geld nodig om een landelijk netwerk draaiende te houden.”
Het wegvallen van Instabox zal de komende tijd voor de pakjesbezorging weinig uitmaken. De circa 10 procent van de bezorgmarkt die niet in handen is van grootmachten PostNL en DHL kent nog een kleine dertig bezorgers waarvan UPS, GLS en DPD veruit de grootste zijn. Die kunnen het gat opvullen. Uitdager Trunkrs werft op basis van de teloorgang van Instabox zelfs openlijk klanten (‘Paniek, bel ons’).
De curator van Instabox laat nu weten dat – zoals de taak van elke curator luidt – allereerst gekeken wordt naar een doorstart van het bedrijf, waarvoor zich ‘de afgelopen dagen al geïnteresseerde partijen hebben gemeld’. DHL zit daar niet bij. ,,Wij zijn bereid klanten van Instabox te helpen,” zegt Blaauw, ,,maar zijn niet geïnteresseerd in hun activiteiten.”