Nieuws Actueel
Jacco Vonhof: 'Foute regels zitten mkb-bedrijven dwars'
Het kabinet moet beter gebruik maken van de mkb-toets om regel- en administratiedruk bij mkb-bedrijven te voorkomen. Dat stelde Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland, tijdens de Week van de Ondernemer voor onze camera.
De kersverse voorzitter van MKB Nederland weet als geen ander met welke wetten en regels ondernemers te maken krijgen. Al ruim vijfentwintig jaar is hij actief als eigenaar van een schoonmaakbedrijf.
Foute regels
Hij vindt dat de regels waar ondernemers mee te maken krijgen hun doel voorbij schieten. “Regels moeten voorkomen dat foute mensen foute dingen doen, maar ze voorkomen vaak ook dat goede mensen goede dingen doen. Dan heb je het dus over foute regels.”
Lees ook: Bedrijf (ver)kopen? Tips van Marco Aarnink en andere succesondernemers
Vonhof pleit daarom voor meer vertrouwen aan de voorkant en controle aan de achterkant. “Als je er dan eentje vindt die fout is, dan moet je hem ook afserveren.” In het interview roept hij op om op te kijken of er meer regelruimte en meer regelvrijheid is. “Wees af en toe ook maar eens wat burgerlijk ongehoorzaam. De overheid roep ik op: wees af en toe bestuurlijk ongehoorzaam, en zorg dat dingen goed gaan. Dat is beter dan voorkomen dat foute mensen foute dingen doen.”
Mkb-toets
De mkb-toets waar de organisatie zich lang hard voor heeft moeten maken wordt veel te weinig gebruikt constateert hij. “De mkb-toets moet ervoor zorgen dat er bij elke nieuwe voorgenomen wet er bij de voorkant wordt gekeken wat nu de implicaties van wet en regelgeving zijn voor met name de groep mkb-ondernemers.”
Lees ook: Waarom Picnic bij 'lokale super' soms boodschappen inslaat
Arbeidsmarkt
De voorzitter herkent ook de krapte op de arbeidsmarkt, die aangestipt wordt in een recent onderzoek over de stand van zaken in het mkb. “Over alle branches heen zie je dat bedrijven behoefte hebben aan de instroom van nieuw personeel. Mensen zijn niet voldoende gekwalificeerd of überhaupt niet te vinden. We hebben ongeveer 250.000 openstaande vacatures in Nederland en een miljoen mensen die aan de zijlijn staan. Die twee grootheden vinden elkaar niet makkelijk.”
Om de arbeidsmarkt op gang te krijgen pleit hij voor een brede aanpak om vraag en aanbod dichter bij elkaar te brengen. Geld is daarvoor een belangrijk middel, maar niet het enige, zegt hij. “Uiteindelijk gaat het er ook om dat mensen het gevoel hebben dat ze ertoe doen, of ze zich kunnen ontwikkelen, en of de baan bij hen past. Het werkt niet om alleen maar meer geld te bieden. Uiteindelijk remt dat verdere groei van de Nederlandse economie omdat bedrijven minder geld overhouden om te investeren in dingen als digitalisering en klimaat.”
