Nieuws Actueel
Lloyd Hotel: hoe eigenaar Rocco Veenboer het imago oppoetst met meer grandeur
Het Lloyd Hotel heeft een metamorfose ondergaan om het de grandeur terug te geven uit de tijd dat gelukszoekers er wachtten op de boot naar Zuid-Amerika. 'Het gebouw was te veel een vesting', schrijft Het Parool.

Voordat ondernemer Rocco Veenboer (50) in februari de exploitatie van het Lloyd Hotel overnam - hij was al eigenaar van het pand - had hij stiekem al met architect Janpaul Scholtmeijer zitten kijken hoe ze het hotel zijn oude allure konden teruggeven. "Het hotel liep goed, maar 's avonds miste je iets. Warmte, gezelligheid. Ik wilde van dat kantinegevoel af," zegt Veenboer, de man achter Awakenings.
Het Lloyd, ontworpen door Evert Breman, begon in 1921 als een landverhuizershotel. Veelal Oost-Europese migranten zaten er in afwachting van het vertrek van de boot naar Zuid-Amerika. In de grootste en meest monumentale kamer van het pand op de begane grond is nog het loket te zien waar de kaartjes voor de overtocht naar Zuid-Amerika werden verkocht.
Lees ook: De motor van het Lloyd Hotel
In 1935 ging eigenaar en rederij de Koninklijke Hollandsche Lloyd (KHL) failliet, en dus ook het hotel. Dat was ook deels te wijten áán het hotel, zegt Veenboer. "Het Lloyd was de Noord/Zuidlijn van die tijd. De bouw kostte acht keer meer dan begroot. Er werd schande van gesproken. Er stond hier een knaller van een luxe architectonisch gebouw."
Spectaculair maar neutraal
Op zoek naar die allure van vroeger doken Veenboer en Scholtmeijer het archief in. "We hebben oude foto's gevonden. Daarop zag je dat de lambrisering die je nu ziet, er toen ook al zat. Alleen was hij toen iets donkerder. Dit is de moderne versie van wat er toen zat," vertelt Scholtmeijer, die eerder betrokken was bij de Plantage, Happyhappyjoyjoy en gemeentebordeel Myredlight. "De art deco van toen hebben we op een moderne wijze geïnterpreteerd en weer teruggebracht."
Dat was de opdracht, maar gaandeweg veranderde het concept. Veenboer: "We wilden het toch meer tijdloos, er een moderne twist aan geven. We wilden de gasten ook niet op stoelen van honderd jaar oud laten zitten. Ik wil ook comfort." Aan die aanpassing zat ook nog een praktische reden, volgens Scholtmeijer. "Het moest spectaculair worden maar ook zo neutraal dat je niet volgend jaar weer aan de slag moet."
Lees ook: Zo wil hotelketen Accor (324.000 hotelkamers) de groei opvoeren
Nu zitten er kenmerken in uit alle decennia. Meteen bij binnenkomst van het restaurant vallen de lichtbollen op die op buizen uit zitjes en banken komen. Scholtmeijer: "De bollampen zijn een moderne verwijzing naar een klassieke brasserie, een kroonluchter vanaf de grond in plaats vanuit de lucht. De lampen aan de muur bij de lambrisering zijn dan weer wel art deco."
Dutch Design
Naast de lampen valt de zwarte bar op, met een gigantische spiegel erboven. "Die is gemaakt met 'oud' glas," vertelt Veenboer. "Het moest een spiegel lijken van tachtig jaar oud." Kleine details verwijzen naar de geschiedenis van het hotel. Zo staat er een oude hutkoffer van het Lloyd in de hoek als tafeltje.
Het was een beetje zoeken naar de identiteit, zegt Scholtmeijer, die hulp kreeg van interieurontwerpster Esther Visser. "Dutch Design stond er hier echt met een stempel bovenop, maar dat bracht niet de warmte die we wilden hebben. Dus hebben we het wel Dutch Design toegepast - het is allemaal Nederlands - maar met internationale allure. Daarnaast was het een heel flexibele ruimte, maar daardoor miste het intimiteit. Nu is het duidelijk gezoneerd; de bar, zitbooths en het eetgedeelte met lange tafels. De trap en vide zijn er veel meer bij betrokken." Daar zit nu een exporuimte met een permanente tentoonstelling, die om de zoveel tijd wordt ververst.
Lees ook: Ondernemers over de toekomst van Amsterdam: hotelier Remco Groenhuizen
Helemaal klaar is de verbouwing nog niet. Veenboer: "We zijn nu de buitenkant aan het uitlichten, in januari gaan we verder met de kamers, in juli/augustus de laatste ronde en dan zijn we helemaal klaar. Maar ik vind de verbouwing van de begane grond heel belangrijke voor de stad. Je ziet gasten niet alleen meer komen eten maar ook vaker naar beneden komen met een laptopje of om samen een drankje te doen."
Ook de buurt komt weer. Veenboer: "Daarom laat ik nog een set extra deuren maken, zodat de buitendeur altijd open kan staan. Het gebouw was te veel een vesting, maar het is beter geworden dan ik had gedacht. 's Avonds is de metamorfose het beste zichtbaar. Het is weer een plek waar je graag wil zijn."
Een nieuwe periode
Na het faillissement van KHL in 1936 neemt de gemeente het Lloyd in gebruik en wordt het een opvang voor gevluchte Joden. In de oorlog gebruiken de Duitsers het als een gevangenis, wat het na de oorlog nog jaren blijft. Eerst een gewone, later een jeugdgevangenis. "Ik vind dat die hele periode een grote vergissing is geweest," zegt Rocco Veenboer. "Later zijn er vluchtelingen opgevangen van de oorlog in Joegoslavië en daarna is een nog een tijdje kunstenaarsatelier geweest." In 2004 wordt het Lloyd dankzij ondernemer Otto Nan weer een hotel. Veenboer: "En nu zestien jaar later breekt er weer een nieuwe periode aan."
Het is weer een plek waar je graag wil zijn