Afgelopen donderdag deelde Omoda-ceo Jan Baan trots het nieuws op LinkedIn: de Zeeuwse modegroep nam SHUZ en Leurink Mode over. De winkels worden omgetoverd tot Assem, waardoor die tak stijgt van 10 naar 22 winkels en op de koop toe landelijke dekking heeft. ‘Naast de eerder gedeelde betrekking van de Idenza-winkels groeit onze groep hiermee in korte tijd van 44 naar 58 winkels, met substantiële verwachte online groei als gevolg hiervan’, aldus Jan Baan.
Retailexpert Rupert Parker Brady is duidelijk. Volgens hem is de retail steeds meer een volumespel. „Als je zelf klein blijft, moet je zorgen dat je onderscheidend bent. Dat kan met een eigen merk, een sterke community of bijzondere service. Maar besef ook: schaal helpt. Veel ondernemers sluiten zich niet voor niets aan bij grotere formules of franchiseorganisaties.”
Lees ook: Leo lag wakker door financiële tegenvallers, nu heeft zijn familiebedrijf toekomst na overname Omoda
Waarom Omoda deze overnames doet
De overname van SHUZ en Leurink Mode past in een bredere strategie van Omoda. Zoals Baan het op het sociale medium omschrijft: ‘Hiermee realiseren we niet alleen landelijke dekking voor Assem (van 10 naar 22 winkels), maar positioneren we Assem in het absolute topsegment van fashion met de toevoeging van een uniek merkenportfolio in kleding.’
Retailexpert Ruth Uitewaal ziet hierin een slimme zet: „Je versnelt je groei en creëert schaalvoordelen. Het is efficiënter dan zelf nieuwe winkels openen. Daarnaast biedt het een win-win: Omoda krijgt toegang tot een exclusief merkenpakket en een loyale klantenkring, terwijl Leurink Mode bijvoorbeeld de digitale expertise van Omoda kan benutten.”
Parker Brady: „Veel zelfstandige ondernemers willen niet dat hun naam verdwijnt of dat hun formule op de schop gaat. Omoda zorgt ervoor dat de identiteit behouden blijft, zodat klanten zich blijven herkennen in het merk.”
Wat betekent dit voor kleinere ondernemers?
Kleine retailers voelen de druk. De stijgende huren, hoge personeelskosten, überhaupt goed personeel vinden en de noodzaak om online zichtbaar te zijn. Is een overname dan een uitweg? „Dat zou nooit je uitgangspunt moeten zijn”, vindt Uitewaal.
Ondernemers moeten zelf meer creativiteit tonen in hoe ze hun bedrijf financieren en laten groeien
Rupert Parker Brady
„Veel ondernemers beginnen niet om hun zaak te verkopen, maar om iets moois op te bouwen. Maar als je merkt dat je online niet kunt meekomen, als de vaste lasten de pan uitrijzen en je merkt dat je schaalvoordelen mist, dan kan samenwerking een slimme zet zijn. Je hoeft dan niet per se te denken aan een overname, maar dat kan ook een strategisch partnerschap zijn, bijvoorbeeld door krachten te bundelen met andere lokale ondernemers”, zegt Uitewaal.
Parker Brady vult aan: „Kijk naar andere financieringsvormen, zoals crowdfunding of investeerders. Banken zijn niet meer zo happig op het mkb als vroeger, ze zijn voorzichtiger geworden en trekken sneller aan de rem bij financiële tegenslagen. Dat betekent dat ondernemers zelf meer creativiteit moeten tonen in hoe ze hun bedrijf financieren en laten groeien. Bovendien moet je als ondernemer tegenwoordig allround zijn: goed in marketing, online zichtbaarheid en klantenbinding. Het is niet meer genoeg om een goed product te hebben; je moet ook zorgen dat klanten je weten te vinden, dat je merk opvalt en dat je constant inspeelt op veranderende consumententrends.”
Hoe kun je als kleine ondernemer overleven?
Volgens Uitewaal is innovatie de sleutel voor de toekomst. „De ondernemers die omvallen, zijn vaak degenen die stil blijven staan. Je moet mee in de verandering. Dat kan door een niche te kiezen, een unieke winkelervaring te bieden of samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere lokale ondernemers.”
Zorg dat je winkel een plek is waar klanten graag komen, niet alleen om te kopen, maar ook voor inspiratie en ervaring
Ruth Uitewaal
Daarnaast ziet zij kansen in het benutten van de gunfactor in de lokale winkelstraat „Kleine ondernemers hebben een enorm voordeel: ze acteren lokaal en staan daardoor dichter bij hun klanten. Mensen willen nog steeds beleving en persoonlijk contact. Gebruik dat in je voordeel. Zorg dat je winkel een plek is waar klanten graag komen, niet alleen om te kopen, maar ook voor inspiratie en ervaring.”
Volgens haar is dat iets wat online nooit volledig kan vervangen. ,,In een fysieke winkel kun je zintuigen prikkelen: klanten kunnen producten zien, voelen en ruiken, en dat blijft hangen. Net zoals de herinneringen die mensen vaak hebben aan vroeger, toen etalages een beleving op zich waren. Die emotie en persoonlijke benadering kunnen juist het verschil maken ten opzichte van grote ketens en webshops.”
„Blijf vernieuwen, speel in op je kracht en zorg dat je relevant blijft voor je klant”, adviseert Uitewaal.
