Esther Reinders
Opvolgerscoach voor familiebedrijven
Esther Reinders helpt familiebedrijven bij een succesvolle én harmonieuze bedrijfsopvolging. Ze zet als coach de opvolger(s) centraal en ze begeleidt de familie om open met elkaar te communiceren. In deze nieuwsbrief lees je nog veel meer over familiebedrijven. Esther is auteur van het boek Familiezaken zonder ruzie.
Misschien komt het door de montage, maar ik voel een bepaalde spanning als ik naar de beelden kijk van de documentaire De Opvolging over driesterrenrestaurant De Librije. Het vakmanschap en het eten wordt mooi in beeld gebracht, maar het muziekje werkt mij wat op de zenuwen. Zenuwen…dat is wat ik voel én zie. Volgens mij zijn ze allemaal wat gespannen. Niet alleen Thérèse, Jonnie, zoon Jimmie en dochter Isabelle, maar ook hun collega en medeaandeelhouder Nelson oogt wat onzeker. En dat is opvolging natuurlijk ook; verandering gaat nou eenmaal gepaard met een bepaalde mate van onzekerheid.
Verhulde onzekerheid binnen De Librije
De spanning zit niet per se in wat ze zeggen of doen. De opvolging van De Librije lijkt op het eerste gezicht best planmatig te verlopen namelijk. Het zit in hun gedrag, in hun houding en in de onderlinge interactie. Ik bespeur een gedeelde onzekerheid die met de mantel der liefde wordt verhuld. We mogen als kijker misschien niet alles zien, want onzekerheid kan zich ook tonen in minder mooie vormen. Denk aan venijn, gechagrijn of koppigheid bijvoorbeeld. NIETS daarvan! Geen Gordon Ramsay-achtig geschreeuw. In tegendeel.
Vooral de coachende woorden en de opbouwende kritiek van medeaandeelhouder Nelson vind ik bewonderenswaardig. Maar ook de ouders en hun kinderen zijn voorbeeldig lief tegen elkaar. Zullen ze elkaar dan nooit eens een veeg uit de pan geven, uit de bocht vliegen of grommen naar elkaar? Misschien gaat het echt zo bij familie Boer, maar ik zou ook wel uitkijken voor het oog van de camera.
Tip: Bij verandering hoort onzekerheid: spreek het uit
Bij verandering hoort een fase van chaos en onzekerheid. Niemand weet echt hoe het gaat lopen en het kan een opluchting zijn om dat gewoon te erkennen. Als de gezamenlijke intentie maar hetzelfde is, dan is een duik in het ongewisse iets wat je samen doet. Natuurlijk is het fijn om het proces wat te omkaderen met een stappenplan of een overlegstructuur. Voorkom echter dat je krampachtig wilt vasthouden aan boeien van illusionaire zekerheid in de zee van onzekerheid, want dat brengt je niet verder. Je moet leren zwemmen en dat heeft tijd nodig.
Falen van de broer en zus heeft dus verregaande, generatie overstijgende, gevolgen
Esther Reinders
De woorden van Thérèse uit de eerste aflevering galmen nog na in mijn hoofd. In een aandeelhoudersvergadering sprak ze haar droom uit dat ze hoopt dat De Librije het oudste driesterrenrestaurant ter wereld wordt dat is overgedragen van familie op familie. Ik snap heel goed ze dat wel ziet zitten, maar met zo’n opmerking kan de druk behoorlijk worden opgevoerd. Druk die bij wijze van spreken nu al voelbaar is voor de ongeboren derde generatie, waarvan de ouders elkaar nog niet eens lijken te kennen.
Als we af kunnen gaan op wat we op televisie zien, lijken Jimmie en Isabelle nog vrijgezel. Falen van de broer en zus heeft dus verregaande, generatie overstijgende, gevolgen. Misschien toch niet zo gek dat ik spanning en onzekerheid lijk te bespeuren. Wat zal het met ze doen als het ze niet lukt? Isabelle zegt het in een van de afleveringen: ,,Ik heb altijd gezegd dat ik het niet leuk vond, maar ik denk dat ik eerder bang was dat ik het niet zou kunnen.”
Tip: Stel jezelf de vraag: mag het mislukken?
Een van de eerste vragen die ik aan zowel opvolgers als overdragers stel: ,,Mag het stoppen?”. Of om het nog wat aan te scherpen: ,,Mag het mislukken?”. Een snel gehoord antwoord is ‘Ja hoor, natuurlijk!’. En afhankelijk van de intonatie geloof ik dat. Nog maar één keer maakte ik mee dat een opvolger resoluut en overtuigend NEE antwoorde op die vraag. Een schande zou dat voor hem zijn, een blamage een belediging van voorgaande generaties ook. Het mooie van dit eerlijke gesprek is dat het helpt om wat stoïcijnser na te denken over een onverwachte exit of het einde van het bedrijf. Weet van jezelf of het mag stoppen, of jij ook zelf mag stoppen en wat dat met jou zou doen als dat zomaar gebeurt. Dat geeft je vrijheid.
Lees ook: Kinderen Jonnie en Thérèse nemen sterrenzaak De Librije over: ‘Willen ze dit echt zelf?’
Wie wordt de baas van De Librije?
Het is mij als kijker niet helemaal duidelijk geworden wat er precies gebeurt als Jonnie en Thérèse helemaal uit het bedrijf zijn gestapt. Wie is er dan de baas? Hoe worden er dan beslissingen genomen? Wie wordt het gezicht naar buiten? Maar logisch ook dat dit nog niet helemaal is vastgelegd, gelukkig maar. Het lijkt me beter dat de broer, zus én collega Nelson daar langzaam ingroeien.
Wel maak ik me wat zorgen over de rol van Nelson, die wordt gezien als familie, maar hij is dat niet. ,,Nelson is echt een soort tweede broer voor mij”, zegt Isabelle. Pikt Jimmie dat? Kunnen de broer en zus Boer het verdragen als een niet-Boer straks de lakens uitdeelt? Moeder Thérèse heeft hem hoog zitten, hij werd door haar het kip met de gouden eieren genoemd. Hoe gaat zich dat in de toekomst vormen in de samenwerking met de erfgenamen? Als er ergens duidelijke afspraken over moeten komen, dan lijkt mij dat op dit punt terecht.
Tip: Leg je familiepatronen en omgangsvormen bloot
Je communiceert anders met je familieleden dan met anderen. Een familie heeft een eigen cultuur met eigen patronen. Broer en zus kennen van jongs af aan ook een eigen dynamiek en dat kan de samenwerking met een niet-familielid zoals Nelson complex maken. Ik wil de familie als tip meegeven om hun familiepatronen, omgangsvormen en hun identieke informele manier van communiceren voor zichzelf bloot te leggen. Het hoeft niet per se te veranderen, als het maar niet als bedreiging voor Nelson gaat voelen. Als ze hun eigen dynamiek begrijpen, dan kan het besproken worden. Anders verdwijnt het onder de waterspiegel; onzichtbaar maar wel aanwezig. Als een ergernis besproken kan worden, kan het daarna wellicht met een lach en een knipoog geduid worden als aanwijsbaar ‘typisch Boer-gedrag’.