Blog Esther Reinders

3 tips voor opvolgers die niet het typische ‘zoontje van de baas’ willen zijn

Er is één ding wat je absoluut niet wil zijn als opvolger in het familiebedrijf: het typische zoontje van de baas. Of, zo je wil, het dochtertje van de baas. Dat is een archetype van een over het paard getild kind dat het zo onwaarschijnlijk goed voor elkaar heeft, dat het collectief lijkt toegestaan er een onverhuld gevoel van afgunst over uit te storten. Bedrijfsoverdrachtcoach Esther Reinders ziet ze maar al te vaak voorbij komen en geeft adviezen aan de opvolgers in deze blog.

Esther Reinders 19 juli 2022

Vader zoon bedrijf opvolging

Afbeelding ter illustratie. Personen komen niet in het verhaal terug. Bron: Shutterstock.

Esther Reinders

Opvolgerscoach voor familiebedrijven

Esther Reinders helpt familiebedrijven bij een succesvolle én harmonieuze bedrijfsopvolging. Ze zet als coach de opvolger(s) centraal en ze begeleidt de familie om open met elkaar te communiceren. Esther is auteur van het boek Familiezaken zonder ruzie.

De buitenwereld ziet een zoon of dochter die het goed voor elkaar heeft met zo’n vader en/of moeder. Je bedje is gespreid, je kunt een potje breken want je wordt toch niet ontslagen en je hebt vast veel invloed, is de gedeelde gedachte. Dat de druk op een opvolger enorm kan zijn en de twijfel groot, kan niemand begrijpen die niet zélf de ervaring heeft van ‘het kind van’ zijn. De angst voor het stigma kan leiden tot faalangst, absoluut geen fouten willen maken en het proberen te voldoen aan verwachtingen die lang niet altijd duidelijk zijn. Dit gecombineerd met zelftwijfel en onzekerheid over de toekomst, zijn worstelingen die voor anderen vaak onzichtbaar blijven.

Lees ook: Voor het succesvol overdragen van het familiebedrijf moet je eerst even stilstaan

Onzichtbaar zijn ook alle uren die opvolgers buiten de reguliere kantoortijden werken. Net zoals hun ouders zijn zij vaak gecommitteerd aan de zaak en loyaal aan de familie en medewerkers. Het stigma ‘zoontje van de baas’ voelt al snel als een onderwaardering en misschien zelfs als een belediging. Het label zoals dat wordt opgeplakt is voor velen eerder een last dan een zegen. In mijn coachpraktijk hoor ik opvolgers vertellen dat ze altijd als eerste binnen willen zijn en als laatste weer vertrekken, zodat niemand ze van luiheid kan betichten. Sommigen konden de druk niet langer aan en moesten het met een burn-out bekopen.

Wie een stigma probeert te ontlopen, laat zich leiden door een druk van buitenaf. Dat moet anders kunnen. Drie tips voor opvolgers die worstelen met het label ‘zoontje van de baas’.

1. Wees geen zoon'tje', je bent een zoon

Probeer niet te voorkomen dat je gezien wordt als zoontje of dochtertje van de baas; je bent het al. Laat alleen het ‘tje maar weg! Hoe je het ook wendt of keert, je bent nou eenmaal een kind van je vader en moeder. Als zij ondernemer zijn, dan ben jij letterlijk de zoon of dochter van de baas, of je nou wel of niet in het bedrijf werkt. Werk je er wel, ontken dan niet langer dat jouw carrière er dus anders uitziet dan die van je vrienden of collega’s. Jouw positie is anders, ook al doe je nog zo je best jezelf gelijkwaardig aan je collega’s op te stellen en proberen je ouders je geen voorkeursbehandeling te geven. Dat is prima en onthoud tegelijkertijd dat niemand meer of minder waard is. Je hebt misschien meer perspectief of invloed, dat geluk heb je, geniet ervan en blijf het relativeren.

2. Je bent goed genoeg

Meer dan je best kan je niet doen. Sommige opvolgers voelen dat er enorm op ze wordt gelet, waardoor ze geen fouten durven te maken. Vraag jezelf eens af wat het ergste is wat kan gebeuren? Ben je bang om niet geschikt geacht te worden als opvolger? Als je jong bent, ben je per definitie onervaren. Je kunt dus onmogelijk alles al weten en het in een keer goed doen. Toon de wil om te leren en lach om je fouten, dat geeft veel meer ontspanning.

Lees ook: Drie redenen waarom ruzies in het familiebedrijf nooit echt over geld gaan

Door harder te werken dan de rest, zonder je jezelf in feite alleen maar verder af. Hard werken is niet slecht, maar doe dat alleen als het een zakelijk doel dient of omdat dat bij jouw persoonlijkheid past, niet om jezelf te bewijzen. Overtuig jezelf ervan dat je het kan of dat het in je zit en accepteer dat je misschien nog veel moet leren. Mocht je jezelf – na zelfonderzoek!- niet geschikt achten voor de rol van opvolger, dan is ook dat oké en dan ben je nog steeds goed genoeg zoals je bent.

Belangrijker: zelfs als anderen geen opvolger in je zien is dat zo.

3. Ken jezelf

Een valkuil voor een bedrijfsoverdrager is dat hij of zij op zoek is naar een kopie van zichzelf. Als kind lijk je natuurlijk al snel op je ouders, maar je bent hen niet. Het is voor kinderen verleidelijk en misschien zelfs wel natuurlijk om zich te voegen naar de verwachtingen van de ouders. Tijdens de opvoeding leer je welke overtuigingen of gedrag wordt afgekeurd en wat wordt gewaardeerd. Het is ook natuurlijk om later op eigen benen te staan en zo je eigen overtuigingen, voor- en afkeuren te ontwikkelen.

Binnen het familiebedrijf kan het zijn dat daar minder ruimte voor is, met het risico dat de opvolger uiteindelijk iets doet wat niet bij hem of haar past. Doe daarom diepgravend zelfonderzoek. Weet wie je echt bent, wat jouw voorkeuren zijn, wat je passie is, waar je blij van wordt en wat je goed kan. Dan ontdek je ook of je als opvolger echt je eigen hart volgt, of dat je eigenlijk loyaal bent aan de familie door in het bedrijf te stappen. Als je jezelf kent, weet je hoe je bij jezelf kan blijven. Nu en later in de rol als nieuwe bedrijfseigenaar.

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws voor ondernemers.

Ontvang dagelijks onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste ondernemersnieuws