Blog Nico Dijkshoorn
Nico Dijkshoorn adviseert jonge ondernemer Moos (14): droom, faal, probeer!
'Ik wil u leren begrijpen. Ik ga hier tweewekelijks in gevecht met mijn diepste angst: risico nemen. Ergens echt in geloven. Ik wil hier mijn ondernemers-cynisme proberen kwijt te raken.' Nico Dijkshoorn gaat ervoor. Tweewekelijks op de maandag een column/blog van zijn hand op onze website, onder de titel: Een Hele Onderneming. Vandaag de tweede aflevering.

Foto: Jacco van de Kuilen.
Ik was negen jaar oud en misschien wel de beste punniker van Nederland. Voor wie onder de vijftig jaar oud is en niet weet wat punniken is: je maakt een hele lange draad. Punniken doe je met een houten paddestoel. Je vouwt wollen draadjes om vier spijkers en als je dat bezeten genoeg doet heb je aan het eind van de dag een gevlochten draad van drie meter lang.
Ik heb vijf maanden lang onafgebroken gepunnikt, maar niemand wist wat ik maakte. Dat komt door mijn ouders. Zij verwekten mij in een tijd dat je je foto’s nog moest laten ontwikkelen en afdrukken. Als ik ze ophaalde bij de Hema hoopte ik dat van de 36 foto’s er twee scherp waren. Selfies kon ik niet maken, want mijn armen waren te kort.
Daarom ben ik geen ondernemer. Ik ben geboren in een tijd dat alles technisch tegenzat. Zou ik 9 jaar oud zijn geweest en in dit tijdsgewricht hebben geleefd, dan liep u nu allemaal met een roze draad van het merk Pun Nic om uw hoofd. Ik zou digitaal uiterst agressief uw voordeur opentrappen. Of ik zou heel lief uw hart laten smelten, zoals Moos Polak.
''Die arme jongen hoort over vier jaar met zijn dronken hoofd wakker te worden in een koude pizza. Moos moet eerst nog allemaal verkeerde beslissingen nemen''
Moos Polak tekent met een viltstift op sneakers. In een interview met deze jonge ondernemer (14) legt hij uit hoe het allemaal begon. Hij tekende wat letters en figuurtjes op de nieuwe sneakers van zijn oom, moeder zette een foto van de schoenen op LinkedIn, verwees naar de Instagramaccount van Moos en nu kan hij, als hij dat wil, levenslang sneakers customizen.
‘Als hij dat wil’, in dat zinnetje zit al mijn ondernemingsangst. Als ik het interview met Moos lees staat het zweet op mijn rug. Die arme jongen hoort over vier jaar met zijn dronken hoofd wakker te worden in een koude pizza. Moos moet eerst nog allemaal verkeerde beslissingen nemen.
Moos moet nog helemaal niet weten wat hij later gaat doen. Jongens van 14 moeten in een dierentuin willen werken en er dan achter komen dat pinguïns stinken naar een gerookte makreel die in 2017 achter je ijskast is gevallen. Moos moet dromen, proberen, falen, weer proberen, zoeken en uiteindelijk vinden. Wij noemen dit: volwassen worden.
Lees ook: Nico Dijkshoorn wil van 'ondernemers-cynisme' af (en begint hier)
Ik heb dat 46 jaar lang weten uit te stellen en daarom emotioneert het interview mij zo, omdat ik denk te weten wat er met Moos gaat gebeuren. Hij zal veel te vroeg kennis gaan maken met krankzinnige klanten. Nu tekent Moos, in zijn jongenskamer, nog gewoon wat Japanse tekens op de zijkant van een Nike of hij verandert je Adidas-sneaker in een Fortnite-schoen, maar het kan bijna niet anders of het gaat uit de hand lopen.
Daar zit mijn doodsangst, dat Moos sneakers moet customizen voor klanten met hele slechte ideeën. Dat hij mails krijg met de volgende vraag: ‘Hoi Moos, hier The Verbalizer, roepnaam Kees. Zou jij mijn sneakers willen upgraden met het thema Roasted Peanuts? Dus dat je pinda's ziet, maar dan geroosterd. Mijn broertje is bijna ooit een keer gestikt in een geroosterde pinda, dus het is een soort eerbetoon aan mijzelf want ik heb hem toen aan zijn voeten omhoog getild en toen zag ik zijn schoenen en zo kwam ik bij jou terecht.’
''Alles in mij schreeuwt: Nee Moos. Blijft het voor de lol doen. Met het puntje van je tong tussen je tanden en je moeder trots achter je''
Daar ben ik zo bang voor, dat Moos versneld kennis gaat maken met verknipte volwassenen en dat hij er na een paar jaar al genoeg van krijgt. Dat hij mensen gaat inhuren die de sneakers zitten te customizen. Alles in mij schreeuwt: Nee Moos. Blijft het voor de lol doen. Met het puntje van je tong tussen je tanden en je moeder trots achter je.
Je laat de schoenen aan haar zien en daarna geeft ze je een zoen op je lieve Mooshoofd. Zo moet het gaan als je 14 bent. Je moet nog huilend naast een beschilderde sneaker zitten want Annemiek wil geen verkering omdat je naar viltstift ruikt.
Je vrienden dragen jouw customized sneakers en als mensen vragen waar je die kunt kopen, dan zeggen ze: ‘Ze zijn niet te koop, Moos maakt ze alleen voor mensen waar hij van houdt.’ Zo moet het gaan Moos, maar weet je, nu ik dit schrijf denk ik: met andere ouders, in deze tijd, zou ik waarschijnlijk in een Porsche rijden met Pun Nic op de kentekenplaat.
Lees ook: Piepjonge ondernemer Moos Polak (14) heeft wereldhit met sneakerdesigns