Van de 28,1 miljard euro aan goedgekeurde financiering in 2024, verstrekt door banken, alternatieve financiers en investeerders binnen het Code-V-netwerk, ging 3,86 miljard euro naar vrouwelijke ondernemers. Dat is 13,7 procent van het totaal. Als alleen wordt gekeken naar de financieringen waarbij bekend is of het om een man of vrouw gaat, is 22,4 procent bestemd voor vrouwen. Anders gezegd: van elke euro groeigeld gaat gemiddeld 22 cent naar vrouwen, de rest naar mannen of niet-gespecificeerde bedrijven.
Lees ook: Wéér bijna geen vrouwen in Quote-lijst: ‘Miljarden aan potentieel, maar zichtbaarheid ontbreekt’
Dat staat haaks op het aandeel vrouwelijke ondernemers in Nederland. Vrouwen vormen inmiddels 38 procent van alle ondernemers, blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel per 1 januari 2025. Vooral in sectoren als zorg (66 procent vrouw), dienstverlening (56 procent) en cultuur & sport (50 procent) zijn vrouwen sterk vertegenwoordigd. In de bouw blijft het aandeel steken op 9 procent. „Het heeft alles te maken met zichtbaarheid en netwerken”„ zei Marianne Bruijn, managing director van Code-V, in een eerder gesprek met De Ondernemer.
Minder aanvragen, niet minder kans
Opvallend is dat vrouwelijke ondernemers niet worden afgewezen door financiers, integendeel. Vrouwen hebben een hogere kans op goedkeuring van hun aanvraag dan mannen: 74 procent bij banken (tegenover 68 procent bij mannen) en 24 procent bij alternatieve financiers (tegenover 19 procent). De kloof zit veel eerder in het proces: vrouwen vragen simpelweg minder vaak financiering aan.
„Veel vrouwen zijn enorm committed en willen het vaak eerst zelf doen”, aldus Bruijn. „Ze stoppen er hun eigen spaargeld in. Dat is bewonderenswaardig, maar het belemmert ook de groeisnelheid.”
Het rapport laat zien waar de structurele barrières in het financieringsproces zitten
Marianne Bruijn Managing director van Code-V
Bij banken is slechts 25 procent van de financieringsaanvragen afkomstig van vrouwen; bij alternatieve financiers is dat 20 procent. Belangrijke oorzaken zijn onbekendheid met de mogelijkheden, beperkte toegang tot netwerken en het ontbreken van rolmodellen in het financieringslandschap.
Structurele patronen en onbewuste bias
Ook het aangevraagde bedrag ligt structureel lager. Vrouwen vragen gemiddeld 205.000 euro minder aan bij investeringsrondes en ontvangen uiteindelijk minder dan de helft van dat bedrag. Bij banken krijgen vrouwen per lening gemiddeld 126.000 euro minder dan mannen. Bij alternatieve financiers is dat ruim 20.000 euro minder.
Het vandaag gepubliceerde rapport wijst op een dieper liggend systeemprobleem. Niet de ondernemerscapaciteiten van vrouwen vormen het knelpunt, maar het financiële ecosysteem zelf. Financiers zijn traditioneel ingericht op snelle groei, hoge risico’s en kortetermijnrendement. Veel vrouwen bouwen hun bedrijf juist op met een bredere blik op impact, duurzaamheid en stabiele groei.
Volgens Bruijn ligt de oplossing in het veranderen van het systeem: „Het rapport laat zien waar de structurele barrières in het financieringsproces zitten. Door periodiek te meten en gerichte interventies door te voeren, kunnen we stap voor stap werken aan een inclusiever financieel ecosysteem voor vrouwelijke ondernemers.”
Eerder wees Bruijn al op de rol van netwerken: „Netwerken worden vaak samengesteld door mannen, vanuit hun eigen kring. Daarin zijn minder vrouwen zichtbaar, waardoor mannen elkaar makkelijker het podium gunnen.”
Flinke economische potentie
Uit interviews met meer dan 70 vrouwelijke ondernemers blijkt bovendien dat sommigen hun vrouw-zijn zelfs proberen te verbergen in het financieringsproces. Zo schuiven sommige vrouwelijke oprichters mannelijke co-founders naar voren bij investeringsgesprekken, uit angst minder serieus genomen te worden. Anderen vermijden ‘vrouw-specifieke’ financieringsprogramma’s, omdat ze bang zijn dat dit hun geloofwaardigheid in twijfel trekt bij volgende investeringsrondes.
Volgens berekeningen van ABN AMRO en McKinsey ligt er een enorm economisch potentieel als de financieringskloof wordt gedicht. In Nederland zou dit jaarlijks 139 miljard euro aan extra economische waarde kunnen opleveren. Bovendien laten vrouwelijke ondernemers in Nederland gemiddeld al betere groeicijfers en winstgevendheid zien dan hun mannelijke collega’s: 25 procent hogere winstgevendheid en 2,5 keer meer omzet per geïnvesteerde euro.
Volgens Bruijn is het bredere belang van het initiatief duidelijk. „We hebben met Code-V een stevig fundament gelegd door publieke en private partijen samen te brengen. Dit is pas het begin van het meten van onze voortgang. Meer van de beschikbare financiering moet naar vrouwelijke ondernemers gaan. Dat is niet alleen het juiste om te doen, maar ook economisch verstandig.”
Lessen uit het buitenland
Nederland is na het Verenigd Koninkrijk het tweede land dat een dergelijk datarapport opstelt. In het VK heeft het Investing in Women Code al geleid tot hogere investeringen in vrouwelijk ondernemerschap. Zo groeide daar het aandeel financiering naar vrouwen van 15 procent in 2020 naar 39 procent in 2023 bij aangesloten financiers. In het Britse model draait het vooral om transparante datarapportage en diversiteit in investeringscommissies.
Aanbevelingen: systeembrede aanpak nodig
Code-V roept banken, investeerders, alternatieve financiers en beleidsmakers op om verdergaande maatregelen te nemen. Daarbij gaat het onder meer om:
• bewustwordingstrainingen voor beoordelaars;
• aanpassing van beoordelingscriteria, gericht op bredere groeimodellen;
• meer vrouwen in besluitvormende posities bij investeringsfondsen;
• gerichte communicatie en begeleiding richting vrouwelijke ondernemers;
• het structureel publiceren van genderspecifieke financieringsdata.
„Over een derde van alle ondernemers is vrouw, maar slechts één op de vijf vraagt financiering aan. Wie het wel doet, heeft juist een hogere kans op succes dan mannen. Dit toont aan dat het probleem niet bij vrouwen ligt, maar bij het systeem dat hen belemmert”, zegt Ronald Kleverlaan, voorzitter van Stichting MKB Financiering en bestuurslid van Code-V.
Vervolgstap: meer data en meer actie
Met dit eerste datarapport legt Code-V de nulmeting vast. Het doel is om jaarlijks vervolgmetingen te doen en zo de vorderingen te monitoren.
Voorwaarde is wel dat meer partijen hun data gaan delen. Nu deden 41 van de 107 aangesloten organisaties mee. Code-V roept de sector op om bij de volgende rapportage meer partijen te laten meedoen, zodat er een beter totaalbeeld ontstaat.
De belangrijkste cijfers op een rij:
• In 2024 werd 28,1 miljard euro aan financiering goedgekeurd door Code-V-partijen.
• Slechts 3,86 miljard euro (13,7 procent) ging naar vrouwelijke ondernemers.
• Gekeken naar financieringen waarbij het geslacht bekend is: 22,4 procent voor vrouwen.
• Vrouwen vragen gemiddeld 205.000 euro minder aan bij investeerders.
• Bij banken krijgen vrouwen per lening gemiddeld 126.000 euro minder dan mannen.
• Vrouwen hebben wél hogere goedkeuringspercentages: 74 procent bij banken, 24 procent bij alternatieve financiers.
• Vrouwen vormen 38 procent van alle ondernemers in Nederland.
• Potentieel economisch effect bij sluiting van de financieringskloof: 139 miljard euro extra waarde per jaar.