Er is een einde gekomen aan de constante groei van zzp’ers in Nederland. Waar het aantal zzp’ers tot voor kort altijd groeide, nam het het aantal stoppers in de eerste maand van 2025 juist toe tot zo’n 6.000 zelfstandigen. Een toename van 47 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De aangekondigde controle van de Belastingdienst op schijnzelfstandigheid lijkt de reden dat het aantal zzp’ers afneemt, denkt Joris Knoben, hoogleraar Ondernemerschap. Wat opvalt: ook het aantal zzp’ers in de bouw neemt af. Juist de sector die gedragen wordt door zzp’ers lijkt een andere weg in te slaan.
De bouw is precies een omgeving waarbinnen het zzp-schap floreert
Sipke Meindertsma
De verandering? Voorzichtigheid bij bouwbedrijven om nog met zzp’ers te werken. En dat is totaal onnodig, vindt Sipke Meindertsma, die al ruim twintig jaar als gespecialiseerd arbeidsbemiddelaar in de bouwsector werkt. Als oprichter van uitzend- en detacheringsbureau Bouwprofs, waar Bouwselect en Bouwpartners onder vallen, is hij al vanaf het eerste uur betrokken bij de discussie rondom schijnzelfstandigheid. ,,Toen jullie nog nooit van het woord schijnzelfstandigheid hadden gehoord, zat ik al aan tafel bij de Belastingdienst om erover te praten. De bouw is juist uitermate geschikt voor zzp. We hebben het ook over zo’n 600 zzp’ers die in januari gestopt zijn ten opzichte van het totaal van 230.000.”
Bouwsector is gemaakt voor zzp
Als de bouwsector zonder zzp’ers komt te zitten, dan heeft de sector een groot probleem: zo’n 30 procent van de bouwers werkt namelijk op zzp-basis. Meindertsma: ,,Dat komt doordat een van de kenmerken van de bouw, het projectmatige karakter is. Je begint met de fundering en eindigt met het dak en dan is het klaar. Ook is er verschillend werkaanbod dat is gekoppeld aan specialismen. Dat is precies een omgeving waarbinnen het zzp-schap floreert. Dat is heel iets anders dan een leraar die elke dag voor de klas staat of een zorgmedewerker aan je bed.”
Lees ook: Minder zzp’ers in de bouw door controle schijnzelfstandigheid: ‘Werkgevers gaan voor veiligheid’
Zelfstandigen in de bouw blijken helemaal niet in loondienst te willen werken. Uit recent onderzoek van marktonderzoeker Intelligence Group blijkt dat slechts 9 procent van de zzp’ers in de bouw (weer) in loondienst wil. De redenen? Loon en vrijheid. ,,Het verschil tussen wat er aan kosten betaald wordt en wat een timmerman in dienst daar netto aan overhoudt, is gigantisch”, legt Meindertsma uit. ,,Als zzp’er heb je ook minder fiscale aftrekposten, waardoor je veel meer overhoudt. Daarna komt vrijheid. Ze willen graag zelf bepalen hoe, waar en wanneer ze werken.”
Zzp’ers hebben de macht
Onder andere door het huizentekort in Nederland hebben de zzp’ers in de bouw een goede uitgangspositie. Recent bleek ook nog eens dat van alle sectoren het aantal vacatures in de bouw het sterkst toenam. Vraag naar bouwers is er dus genoeg. De zzp’er is hierdoor in lead, volgens Meindertsma. ,,Ik heb regelmatig meegemaakt dat een timmerman in loondienst op vrijdag bij mij meldde dat hij vanaf maandag als zzp’er begon. Je kan dan zeggen wat je wilt, maar veel ruimte voor overleg en discussie is er niet.”
Het is een krampachtige reactie van bedrijven om nu geen zzp’ers meer in te huren
Sipke Meindertsma
Toch ziet ook Meindertsma wel degelijk verschuivingen wat betreft zzp’ers die in loondienst gaan. ,,Ik zie echt wel dat meer mensen in loondienst worden genomen. Dat komt vooral doordat bouwbedrijven minder happig zijn op zzp’ers. Het is een krampachtige reactie van bedrijven om nu geen zzp’ers meer in te huren. Dat vind ik ronduit... jammer.”
Lees ook: Wél zzp’ers bij overheid: frustrerend voor ondernemers, maar ‘juridisch kansloos’
Schijnzelfstandigheid of niet?
Hoogleraar Ondernemerschap Joris Knoben noemt het een groot grijs gebied waar werkgevers zich in kunnen bevinden: zijn die zzp’ers nu schijnzelfstandigen of niet? Ze riskeren liever geen boete. Meindertsma: ,,Ik hoor die onzekerheid ook bij werkgevers, maar ik wil nogmaals benadrukken dat die onzekerheid helemaal niet hoeft. Je moet er als werkgever gewoon voor zorgen dat het kraakhelder is dat je met zzp’ers werkt en daar heb je verschillende manieren voor.”
Als voorbeeld noemt Meindertsma de tien criteria van het Deliveroo-arrest (zie het kader onderaan het artikel voor uitgebreidere toelichting). De tien criteria kunnen worden gebruikt om te bepalen of iemand een zzp’er is of eigenlijk een schijnzelfstandige. De criteria wegen in die bepaling allemaal even zwaar.
Als je je kop erbij houdt en je verstand gebruikt, is er niks aan de hand
Sipke Meindertsma
,,Je kunt de lijst gebruiken en gewoon de punten afgaan. Dat begint al bij een eigen bus, gereedschap en het gebruik van een modelovereenkomst. Spreek je een uurtarief af en in hoeverre draai je mee in het bedrijf? Kom je gezellig op alle bedrijfsfeesten? Als je iemand puur inhuurt voor een klus en als hij zijn werk niet goed doet je hem niet betaalt, dat kun je allemaal keurig afspreken met elkaar en dan heb je je als werkgever geen zorgen te maken. Zodra je in je onderbuik voelt dat het niet goed zit, dan moet je jezelf afvragen waar je mee bezig bent. Als je voelt: dit is een zelfstandige, dan is dat een zelfstandige.”
Knoben ziet het nut van de tien criteria ook zeker in, maar waarschuwt dat veel opdrachtgevers niet de juridische expertise hebben om zelf te kunnen bepalen wanneer iemand een schijnzelfstandige is. ,,Uit recent onderzoek van werkgeversvereniging AWVN blijkt dat meer dan de helft van de werkgevers aangeeft het overheidsbeleid niet helder genoeg te vinden. In de bouw zijn relatief veel ‘echte’ zzp’ers, maar ook daar zullen twijfelgevallen zijn. De werkelijkheid bestaat nu eenmaal in grijstinten en het recht is zwart-wit.” Tot de eerste rechtszaken zullen veel bouwbedrijven daarom minder met zzp’ers willen werken, meent Knoben.
Meindertsma wil benadrukken dat die boete echt niet zomaar op de mat zal vallen. ,,De Belastingdienst heeft helemaal geen tijd om al die zzp’ers te controleren. Daarom hebben ze het schillenmodel bedacht. In hoeverre zijn er procedures om schijnzelfstandigheid te voorkomen? De eerste schil zijn die tien criteria van het arrest. De tweede is bijvoorbeeld een accountantsorganisatie die controleert of je volgens de regels werkt. De derde is pas de fiscus. Als die bij je langskomt en je vertelt het hele interne proces waarmee jij schijnzelfstandigheid probeert te voorkomen, gelooft die fiscus het verder wel. Als je je kop erbij houdt en je verstand gebruikt, is er niks aan de hand.”
Wat is het Deliveroo-arrest?
Deliveroo nam maaltijdbezorgers aan op zzp-basis. De rechter moest bepalen of deze bezorgers als zelfstandigen konden worden gezien of dat er sprake was van een dienstverband. De Hoge Raad oordeelde dat deze bezorgers eigenlijk werknemers waren, ondanks de zelfstandige overeenkomst die zij hadden getekend. Op basis van de tien punten van de Hoge Raad kun je als werkgever en zzp’er zien of je een schijnzelfstandige bent of een echte zzp’er.
1. Aard en duur van de werkzaamheden: Eenvoudige en langdurige werkzaamheden duiden vaak op een dienstverband. Ook het verschil tussen een inspanningsverplichting (dienstverband) en resultaatverplichting (zelfstandigheid) speelt hierbij een rol.
2. Bepaling van werkzaamheden en werktijden: Minder vrijheid in het bepalen van werkwijze, werktijden en locatie wijst vaker op een dienstverband.
3. Inbedding in de organisatie: Werkt de zzp’er zij-aan-zij met werknemers en volgt hij dezelfde regels en aansturing? Dit wijst op een dienstverband.
4. Verplichting tot persoonlijke arbeid: Moet de zzp’er het werk persoonlijk uitvoeren, of kan hij zich laten vervangen? Verplichte persoonlijke arbeid duidt op een dienstverband.
5. Totstandkoming van afspraken: Had de zzp’er onderhandelingsruimte bij het aangaan van de overeenkomst? Weinig onderhandelingsruimte wijst vaker op een dienstverband.
6. Beloning: Heeft de zzp’er invloed op zijn tarief en betalingswijze? Een beloning die vergelijkbaar is met die van werknemers duidt op een dienstverband.
7. Hoogte van de beloning: Is de beloning vergelijkbaar met die van werknemers in loondienst?
8. Ondernemersrisico: Draagt de zzp’er zelf het ondernemersrisico, bijvoorbeeld bij ziekte of herstelkosten? Minder risico wijst vaker op een dienstverband.
9. Gedrag in economisch verkeer
Gedraagt de opdrachtnemer zich als ondernemer, bijvoorbeeld door acquisitie of eerdere beoordeling als ondernemer door de Belastingdienst?
10. Ondernemerschap: Werkt de zzp’er voor meerdere opdrachtgevers en investeert hij in naamsbekendheid? Minder ondernemerschap wijst op een dienstverband.