Allereerst geldt voor iedereen de verandering in de inkomstenbelasting schijven en tarieven. In principe verandert er niet heel veel: in de eerste schijf was het 35,82 procent en in 2026 verandert dat naar 35,70 procent. De inflatie is echter hoger dan het verschil in de schijven. „Hierdoor val je als je loon is meegestegen met de inflatie eerder in een hogere schijf waardoor je dus ook meer belasting zal betalen”, legt Suzan de Jongste van ZJ Advies uit.
Zelfstandigenaftrek gaat omlaag
Voor zzp’ers gaat de zelfstandigenaftrek in 2026 nog verder omlaag. Je hebt recht op deze aftrek als minimaal 1.225 uur in een jaar hebt gewerkt. Het bedrag dat je dan mag aftrekken van je winst was in 2025 2.470 euro, maar wordt in 2026 1.200 euro. „De komende jaren wordt zelfstandigenaftrek nog verder afgebouwd. We komen van een bedrag van 7.000 euro, dus er blijft weinig over.”
De aftrekposten voor een eenmanszak worden steeds minder, daardoor kan een BV in sommige gevallen voordeliger zijn
Suzan wijst erop dat zzp’ers kunnen overwegen over te gaan naar een BV. „De aftrekposten voor een eenmanszak worden steeds minder, daardoor kan een BV in sommige gevallen voordeliger zijn.”
De startersaftrek voor startende ondernemers blijft in 2026 wel gelijk. Starters mogen een bedrag van 2.123 euro maximaal 3 keer in de eerste 5 jaar van hun bedrijf aftrekken. Je komt in aanmerking voor deze aftrek als je ook recht hebt op zelfstandigenaftrek en in één of meer van de vijf voorgaande jaren géén ondernemer bent geweest. Voor 2026 is de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ondernemers overigens nog niet verplicht. „Dit staat voor 2027 op de planning, maar is al jarenlang uitgesteld.”
Lees ook: Nog altijd hebben zelfstandigen meer belastingschuld dan voor corona
Zachte landing wet DBA is afgelopen
Een belangrijke verandering in 2026 is dat de wet DBA strenger gaat worden. De ‘zachte landing’ van 2025, waar vooral werd gewaarschuwd, komt te vervallen. Werkgevers kunnen bij schijnzelfstandigheid hoge boetes krijgen, en voor ondernemers kunnen hun ondernemersvoordelen vervallen.
De Belastingdienst heeft aangegeven op individueel niveau te gaan controleren
Suzan: „Dit onderwerp speelt veel in de zorg, de beveiliging en de bouw. Bij mijn boekhoudkantoor heb ik dan ook al een aantal opzeggingen gehad. Iemand die als zzp’er in de zorg werkte, is nu een schoonmaakbedrijf gestart omdat het ondernemen beviel. De Belastingdienst heeft aangegeven op individueel niveau te gaan controleren.” Suzan tipt de check die je via de website van de Rijksoverheid kunt doen of er sprake is van schijnzelfstandigheid.
Hierop aanvullend is de Wet VBAR, de wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en rechtsvermoeden. De wet zou 1 juli 2026 ingaan, maar dit is nog niet zeker. De wet moet duidelijkheid geven over wanneer iemand als zzp’er mag werken en wanneer er sprake is van een dienstverband. Ook kan er een minimum uurtarief voor zzp’ers in worden vastgelegd.
Lees ook: Handhaving schijnzelfstandigheid: aantal zzp’ers blijft nagenoeg gelijk
„Dat komt waarschijnlijk op 36 euro per uur te staan. Als het een lager uurloon in, dan vermoedt de Belastingdienst een dienstverband. Ik vind het een goede oplossing. Er zijn ondernemers die niet door hebben dat ze moeten sparen voor pensioen en arbeidsongeschiktheid en bijvoorbeeld ook nog geld moeten overhouden voor hun boekhouder. Er zijn veel onwetende ondernemers, voor hen is loondienst soms gewoon beter.”