Nieuws Zzp
De zzp’ers hebben het met ‘on demand-werk’ beter voor elkaar dan ooit
De opkomst van de zelfstandige krijgt extra rugwind door de historisch krappe arbeidsmarkt. Met behulp van prikbord-apps weten ze hun huid bovendien duur te verkopen. Markeren deze ‘freeflexers’ een omslag in de positie van de zzp’er?

Gerben van Dalum aan het werk in de bediening van restaurant van V in Amsterdam. Foto: Joris van Gennip.
Het is de souplesse waarmee Gerben van Dalum (48) de flesopener in de kurk draait en hem er met een zwierige beweging weer uit wipt. Hoe hij vervolgens het label aan de tafelheer toont en opmerkt dat deze Italiaanse pecorino een beetje is als de pinot grigio (‘maar dan frisser en droger’), waardoor het lijkt alsof hij tot het designmeubilair van het Amsterdamse hotel-restaurant V behoort. Maar niets is minder waar: vandaag is Van Dalums eerste werkdag hier, en het kan ook zomaar zijn laatste zijn.
Van Dalum is namelijk zzp’er. Hij raakte hier verzeild dankzij werkplatform Temper. Daarop kunnen werkgevers in de horeca, retail en transport openstaande diensten aanbieden. Morgen werkt de goedgeluimde Amsterdammer met een ‘onverklaarbare fascinatie voor hotels’ via diezelfde app bij The Grand. Later in de week bedient hij bij een brasserie, om op vrijdag bier te tappen bij een stadsstrand. ,,Het fijne van eigen baas zijn," zegt hij tegen de Volkskrant. ,,is dat ik mijn eigen uren kan indelen. Als het 33 graden wordt, geef ik mezelf gewoon een dagje vrij en ga ik lekker naar Zandvoort."
‘Spotify van de arbeidsmarkt’
Het ondernemerschap legt hem bovendien geen windeieren. Dankzij de personeelstekorten in de horeca, zijn de uurtarieven op het platform de lucht in geschoten: van 18,90 euro per uur in januari naar ruim 21 euro nu. Die toename van 10 procent is fors hoger dan de toename van het cao-loon in de horeca met 3,4 procent over komend jaar. En omdat hij als zzp’er geen premies afdraagt om zich te verzekeren tegen werkloosheid en pensioen krijgt hij het bedrag netto op zijn rekening.
Van Dalum is niet de enige voor wie zo’n werkplatform, in de markt gezet met ronkende termen als ‘on demand’, ‘plug and play’ en ‘Spotify van de arbeidsmarkt’, klinkt als een lonkend perspectief. Het aantal accounts op Temper groeide sinds begin dit jaar van 250 duizend naar 400 duizend. Ook apps als NowJobs en YoungOnes noteerden een stijging. Het totale aantal geregistreerde platformwerkers, daaronder vallen ook de maaltijdbezorgers en Uber-chauffeurs, zag de Kamer van Koophandel in juli met 180 procent toenemen ten opzichte van vorig jaar.
Omslag in de positie van zzp'ers
Het laat zien dat het zelfstandig ondernemerschap, zelfs na twee crisisjaren waarin juist zzp’ers relatief hard werden geraakt, allerminst aan populariteit heeft ingeboet. Sterker nog: in alle sectoren is te zien dat de groei aan zzp’ers doorzet. Met absolute uitschieters in de zorg, techniek en bouw, zo blijkt uit een analyse. In de eerste helft van 2022 stopten er weliswaar relatief veel eenmanszaken, maar er startten nog steeds meer eenpitters dan er de brui aan gaven. Veel van die nieuwe ondernemers vinden werk via een bemiddelingsplatform.
De werkwijze van de platformwerkers (‘freeflexers’ en ‘bijverdieners’ in techjargon) markeert bovendien nog iets anders: een omslag in de positie van de zzp’er. Terwijl de banen voor het oprapen liggen, op 133 vacatures zijn slechts 100 werklozen, kiezen zij bewust voor het zelfstandig ondernemerschap. Daarbij bepalen zij zelf waar, wanneer en hoe ze werken.
Beroep op steun tijdens de pandemie
Dat was eerder deze eeuw wel anders. Toen ging het maatschappelijk debat vooral over de kwetsbare positie van zzp’ers. In plaats van vrije vogels waren zelfstandigen vogelvrij geworden. Werkgevers probeerden hun bedrijfsrisico’s te minimaliseren door personeel in loondienst te verzelfstandigen. Voor zzp’ers gelden immers geen strenge ontslagregels, hoeven geen sociale premies te worden betaald en dankzij belastingvoordelen (bedoeld om ondernemerschap te stimuleren) kunnen zzp’ers op hun beurt de tarieven laag houden.
Vlak voor het uitbreken van de coronacrisis sloegen de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) en een commissie onder leiding van oud-topambtenaar Hans Borstlap alarm over waartoe die flexibilisering had geleid: een groeiende groep zelfstandigen zat zonder bestaanszekerheid en verdiende te weinig om een buffer op te bouwen voor ziekte, werkloosheid en pensioen. Tijdens de pandemie konden zij hun gelijk halen: bijna eenderde van de zzp’ers zakte door de bodem en moest een beroep doen op overheidssteun.
Lees ook: Startend zzp'er verdient vaak onder minimum: vindt dat zelf vaak niet erg
Krapte op de arbeidsmarkt voordeel voor zzp'er
In het regeerakkoord beloofde het kabinet daarop paal en perk te stellen aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Belastingvoordelen voor zelfstandigen zouden stapsgewijs worden beperkt, er moest een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering komen en een minimumuurtarief van 35 euro. Die plannen, zo liet minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze zomer aan de Kamer weten, moeten nu in overleg met vakbonden en werkgeversorganisaties worden uitgewerkt.
Dat stroperige proces lijkt van rechts te zijn ingehaald door de realiteit. ,,Dankzij de krapte op de arbeidsmarkt zijn de rollen omgedraaid," ziet hoogleraar arbeidsmarkt Ton Wilthagen van de Universiteit van Tilburg. ,,Lange tijd waren het de bazen die bepaalden waar je werkte, hoe je werkte en wat je verdiende, nu is dat andersom."
Nergens is dat zo zichtbaar als op de platforms omdat het zogeheten ‘spotmarkten’ zijn. De prijzen voor arbeid volgen er de klassieke wetten van de economie: bij schaarste schieten ze direct omhoog, als het aanbod de vraag overstijgt juist weer omlaag. Er zijn geen ‘schokdempers’ in de vorm van een cao. Al hanteren sommige platforms wel minimumtarieven.
Demi Jongepier aan het werk in de bediening in restaurant Ron Gastrobar in Amsterdam. Foto: Joris van Gennip.
Dure wijn of bitterballen?
Opdrachten werven via een platform is voor de nieuwbakken zelfstandige een fluitje van een cent: een kwestie van een profiel aanmaken in de app, aanvinken in welke sector je wilt werken, op welke dag en in welke plaats en er opent zich een venster vol mogelijkheden. Van je benen uit je lijf fietsen voor een flitsbezorger tot de tropische temperaturen ontvluchten in de bediening van een indoor skibaan of ze juist opzoeken in de Veluwse sauna. Afgaande op de gebruikerspieken worden de meeste shifts geboekt in de ochtend of juist aan het eind van de middag: als plannen voor de avond onverwacht niet doorgaan.
Op welke klussen Demi Jongepier (23) zich inschrijft, ligt er maar net aan in welke bui ze is: de ene keer heeft ze zin om ‘belachelijk dure wijn’ te schenken en dan juist weer om veganistische bitterballen te serveren. ,,Maar over het algemeen geldt wel: omdat ik student ben en weinig tijd heb om te werken, wil ik het liefst in zo min mogelijk uren zoveel mogelijk verdienen." Dat de student een vijfsterrenbeoordeling op het platform heeft, helpt daarbij. Voor een horecaklus kan ze tussen de 17,50 en 24 euro vangen, afhankelijk van de voorwaarden die worden gesteld. Is er bijvoorbeeld uitgebreide wijnkennis nodig? Ervaring met bordenlopen?
Geen beschikbaarheid doorgeven
Wat de prijs ook opdrijft: als de werkgever wanhopig wordt omdat hij zit te springen om personeel. Dat laatste merkt Jongepier vaak als ze op locatie komt en er meerdere ‘freeflexers’ in de bediening blijken te staan. ,,Dan voel ik me wel een beetje schuldig," zegt ze. ,,Want dan denk ik wel: als al die mensen die nu op Temper zitten in loondienst zouden gaan, zijn de personeelstekorten in de horeca zo opgelost." Het gebeurt haar dan ook regelmatig dat ze na haar dienst een aanbod krijgt om op de loonlijst te komen.
Op termijn wil ze dat zeker. Helemaal omdat ze merkt dat het met het groeiende aantal gebruikers op de Temper-app vechten is om een klus; op één dienst reageren tegenwoordig gemiddeld acht concurrenten. ,,Maar ik vind het nu nog wel fijn om op deze manier allemaal proefdagjes te hebben," stelt ze. ,,Als het een week mooi weer is, geef ik mezelf vrij en haal ik het weer in als rotweer is. En als ik onverwacht een weekendje weg wil, is dat nooit een probleem: ik heb geen werkgever aan wie ik een maand van tevoren mijn beschikbaarheid moet doorgeven."
Van discotheek naar hypotheek
,,Je zou deze manier van werken kunnen zien als de ultieme bevrijding van de arbeider," zegt hoogleraar Wilthagen. Die had het, zeker in Nederland, toch al niet zo op lange werkweken in de kantoortuin (nergens in Europa worden zo weinig uren gewerkt als hier: gemiddeld 32,5). En al helemaal als een bevrijding van de jongeren, die tot voor kort altijd op op- en afroep van hun baas of uitzendbureau beschikbaar moesten zijn en dus toch al niet geloofden in een vast contract. ,,Die zeggen nu vooral: werk moet leuk zijn, daarnaast wil ik graag nog een projectje doen of trainen voor een triathlon."
Al zet hij daar wel direct een grote kanttekening bij. Want nog altijd is er een groep kwetsbare zzp’ers die op een markt opereren die verzadigd is, bijvoorbeeld in de culturele sector, en dus niet de hoofdprijs kunnen vragen. Daarnaast geldt nog steeds: omdat zelfstandigen geen premies afdragen, zijn zij vaak niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en pensioen (al hebben sommige platforms, zoals Temper, wel een automatische arbeidsongeschiktheidsverzekering). ,,Noem me ouderwets, maar wat als deze jongeren straks van discotheek naar hypotheek moeten?"
De app van Temper. Foto: Joris van Gennip.
Die zorg deelt hij met hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp van de Universiteit van Amsterdam. Natuurlijk begrijpt hij die jonge zzp’ers wel. ,,Hun kans op arbeidsongeschiktheid is klein, in pensioen geloof je niet als je 23 bent, en waarom zou je belasting betalen? Maar voor de samenleving zijn zij belangrijk, juist omdat zij wel premies afdragen voor voorzieningen waar ze nog niet direct een beroep op doen. Dat heet solidariteit."
Dat een deel van de werkenden geen premies afdraagt, creëert bovendien een ongelijk speelveld ten opzichte van werkenden in loondienst die dat wél doen, vindt oud-topambtenaar Hans Borstlap. Hij was voorzitter van de adviescommissie die tweeënhalf jaar geleden alarm sloeg over de ontwrichtende gevolgen van flexwerk en ziet met lede ogen aan dat het aantal zzp’ers ondanks zijn duimendikke rapport maar blijft groeien. ,,Dat is maatschappelijk echt onwenselijk," vindt hij. ,,Want als deze zelfstandigen in de problemen komen, belanden ze wel in de bijstand waar ze zelf niet aan hebben meebetaald."
Op korte termijn is platformwerken een uitkomst
Dat ongelijke speelveld ziet werkgever Taco van der Meer onder zijn ogen ontstaan in de ontbijtzaal van zijn The Albus-hotels. Vanwege het nijpende personeelstekort, niet alleen bij hem, maar ook bij het uitzendbureau waarmee hij altijd werkt, doet hij sinds deze maand zo’n twee keer per week een beroep op Temper. ‘Een noodgreep’, zegt hij. En hoewel die ‘temperaars’ precies hetzelfde doen als zijn mensen op de loonlijst, en ze niet per se beter zijn in het ontvangen van gasten en afruimen van tafels, ontvangen zij wel een ander bedrag op hun rekening.
Zo houdt de vaste ontbijtmedewerker van de 23 euro per uur die de hoteluitbater betaalt 14 euro over, na aftrek van belastingen en premies. Van de circa 23,50 euro die hij betaalt voor iemand van Temper houdt die, na aftrek van 3,50 euro gage door het platform, 20 euro over. En het onfortuinlijke, vindt Van der Meer, is dat er ook nog eens enkele vaste medewerkers ontslag hebben genomen en zijn teruggekomen als zzp’er. ,,Op korte termijn zijn die Tempers heus een uitkomst," zegt hij, ,,maar als het economisch minder wordt, dan zijn zij de eersten die ik niet meer oproep."
Het zijn voorbeelden die hoogleraar arbeidsrecht Verhulp behoorlijk ‘giftig’ kunnen maken. ,,Wat we met cao’s ooit hebben geprobeerd te voorkomen is dat er op individueel niveau wordt onderhandeld over de prijs van arbeid en wordt geconcurreerd op arbeidsvoorwaarden," stelt hij. ,,Die zzp’ers zijn geen zzp’ers maar in juridische zin gewoon werknemers die geen premies betalen en echt onvoldoende belasting."
Lees ook: Steeds meer horecapersoneel neemt ontslag om als zzp'er verder te gaan
Handhaving wet DBA pas in 2015
De hoogleraar is niet de enige die dat vindt: verschillende rechters bogen zich afgelopen jaren op verzoek van vakbond FNV over de status van platformwerkers. En elke zaak werd een klinkende overwinning voor de bond: voor de rechter golden de chauffeurs en maaltijdbezorgers van Deliveroo en Uber als werknemers, en de zzp’ers van Helpling juist weer als uitzendkrachten. Dat betekent dat zij onder een cao zouden moeten vallen. Tegen Temper loopt nog een soortgelijke zaak. Maar wat de uitkomst daarvan ook is: de uitspraken zijn tot dusver nooit gehandhaafd.
En dat zal voorlopig ook niet gebeuren. De Belastingdienst, die volgens de Wet deregulering arbeid (DBA) moet controleren of premies en belastingen zijn afgedragen, doet dat sinds de invoering van die wet niet. Te ingewikkeld. Dit voorjaar liet het kabinet aan de Kamer weten dat het nog wel tot 2025 kan duren voordat deze daartoe wel overgaat. Ook andere wetgeving om (schijn)zelfstandigheid aan banden te leggen, wordt op zijn vroegst in 2025 van kracht.
Dat kan er volgens onderzoek van ING nog weleens toe leiden dat het zzp-schap de komende jaren een nog hogere vlucht zal nemen. Maatregelen om andere vormen van flexwerk, zoals uitzend-, oproep- en nulurencontracten, te beperken worden waarschijnlijk al wel op korte termijn van kracht. Dat kan ertoe leiden dat uitzendkrachten zichzelf straks ook massaal verzelfstandigen. Een zorg die ook bij uitzendreuzen als Randstad zelf leeft. Al proberen ze de concurrentie bij te benen door ook aan platforms voor on-demandwerk te bouwen.
Toch kiezen voor zekerheid
Volgens Verhulp moet het kabinet niet langer wachten om het zzp-dossier op te pakken. Voordat het virus zich nog verder verspreidt. ,,Want wat voor beeld geeft het in organisaties als de docent die via een bemiddelingsbureau komt werken 130 euro per uur verdient, terwijl een juf in loondienst daar 25 euro voor krijgt?"
Van Dalum begrijpt die zorg. Voordat hij dit voorjaar een account aanmaakte op Temper, werkte hij nog in dienst als assistent-manager bij een ander Amsterdams hotel. Daar zag hij de barman op de loonlijst zich regelmatig verbijten, omdat de bediening die zijn cocktails wegbracht via Temper een veel hoger uurloon kregen dan hijzelf. ..Hij werkte zich een slag in de rondte en dan stond er zo’n groen blaadje dat amper een dienblad kon vasthouden maar wél meer verdiende."
En ja, nu is Van Dalum dus zélf zo’n ‘temperaar’, zegt hij. Al is dat niet voorgoed. Hij gebruikt het platform, net als Jongepier, vooral als opstapje naar een nieuwe vaste baan. ,,Hoe goed dit me ook bevalt: ik kies toch voor zekerheid, want ik heb een hypotheek en wil toch ook pensioen opbouwen." Wie weet behoort hij dus straks toch tot het meubilair van restaurant V. ,,Al weet ik niet of ik de app zomaar zou verwijderen," zegt hij. ,,Wie weet kan ik na werktijd af en toe toch nog even een dienstje pakken."
Van vrije vogel tot vogelvrij
De situatie van de zelfstandige nu doet denken aan het begin van de jaren negentig. Toen begon de onstuitbare opkomst van de zzp’er in de bouw waar vaklui zich verzelfstandigden.
Tot dan toe waren zzp’ers een selecte groep ‘vrije beroepen – denk aan artsen, notarissen en vooral winkeliers, vaak met meewerkende partners. Voor hen waren er belastingvoordelen omdat zij niet, zoals werknemers in loondienst, via hun werkgever pensioen opbouwden of verzekerd waren tegen inkomensverlies door werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid. Met die belastingvoordelen konden zij dat zelf regelen.
Natuurlijk waren er ook in de bouw vanouds zelfstandige eenpitters – loodgieters, schilders maar in de jaren negentig ontdekten vaklui in de bouw de voordelen van zelfstandigheid – zelf bepalen waar gewerkt wordt en fors meer verdienen, al moest de sociale zekerheid zelf geregeld. Ook voordelig voor aannemers trouwens. De bruto loonkosten zijn lager dan die voor mensen in vaste dienst. Die moeten volgens de bouw-cao worden betaald, werk of geen werk. De inhuur van zelfstandigen vergroot de flexibiliteit. Een win-winsituatie. De opkomst van de zzp’er in de bouw werd versterkt toen de Oost-Europese lidstaten in 2004 lid werden van de EU. Door het vrije verkeer van arbeid zijn de zelfstandige Poolse bouwvakker en schilder niet meer weg te denken uit het straatbeeld. In plaats van zo’n 180 duizend begin jaren negentig telt de bouw-cao nu nog voor ‘maar’ 110 duizend bouwvakkers.
Het werd een trend, al kregen andere drijfveren de overhand. Zo werden ziekte en arbeidsongeschiktheid door wetswijzigingen een potentieel dure grap voor werkgevers. Transportbedrijven, geconfronteerd met uitvallende truckers door rugklachten, wezen truckers op zelfstandigheid. Die werden eigen rijder. De vrije vogel werd zo vogelvrij.
Lees ook: Genoeg verdienen zonder dat je leven om werk draait? Zo doen deze zzp'ers dat
Spraakmakende incidenten
De werkgevers, ook die bij de overheid, kwamen boven te liggen. Voor hen werd het verzelfstandigen van hun mensen onderdeel van het beperken van bedrijfsrisico’s en vaste lasten. De ‘flexibele schil’ met uitzendkrachten, payrolling, oproep en nulurencontracten, ooit alleen voor ‘piek en ziek’ werd een vaste schil, aangevuld met zelfstandigen. De overheid reguleerde zzp in 2004 met de introductie van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR). Die vrijwaarde het bedrijf dat de zzp’er inhuurde van eventuele claims van de Belastingdienst. Daarmee was de beer los.
Toen werkgevers in de thuiszorg vanaf 2006 gingen concurreren om contracten van de gemeenten, verzelfstandigden zij massaal hun toch al laagbetaalde alphahulpen. Die verloren hun pensioen en sociale zekerheid. Als zelfstandige moesten ze daar immers zelf voor zorgen. In de pakketbezorging werd de ‘ballast van de cao’ overboord gegooid: het arbeidscontract van bezorgers werd ingeruild voor een opdrachtovereenkomst, geen uurtarief maar een vergoeding per bezorging.
Overal sloeg het zzp-virus toe. Dat leidde tot spraakmakende incidenten. Toen het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam op dinsdag 23 oktober 2018 uitstel van betaling vroeg, bleven de zelfstandige verpleegkundigen woensdag weg omdat zij later achteraan zouden staan bij de rij schuldeisers. Die donderdag ging Slotervaart failliet omdat de zorg niet meer verantwoord verleend kon worden. Niemand had in de gaten dat er zoveel zelfstandigen op de verpleegafdelingen werkten. Raar werd het gevonden, omdat de zelfstandige verpleegkundige in dezelfde gezagsverhoudingen werkt als de verpleegkundige in loondienst.
De politiek zag het met lede ogen aan. Voor het kabinet-Rutte II van VVD en PvdA was het een ideologische splijtzwam. De VVD heeft bij de zzp’er de geëmancipeerde arbeider voor ogen die zich ontworstelt aan het juk van werkgever en cao. De PvdA ziet vooral het afwentelen van het bedrijfsrisico op de zelfstandige, die ook nog eens alle sociale zekerheid kwijtraakt. Tot een fundamentele aanpak kwam het niet. Wel werd per 2016 de VAR vervangen door de DBA, de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties. Daarmee werd ook de opdrachtgever van de zzp’er verantwoordelijk voor naheffingen als sprake is van schijnzelfstandigheid. Maar uit onmacht controleert de Belastingdienst niet dus is het een dode letter. Dat blijft zo tot 2025, liet het kabinet onlangs weten.
Belangrijkste daad van Rutte III was het creëren van draagvlak voor verandering. Dat leverde het advies van de commissie Borstlap. Vakbeweging en werkgevers sloten daarover een akkoord, Rutte IV nam het over. Die plannen worden de komende maanden uitgewerkt. Nieuwe wetgeving kan per 2025 van kracht worden – vijf jaar na ‘Borstlap’. Dat stroperige proces lijkt ingehaald door de werkelijkheid, nu de werknemer ‘boven ligt’ en weer als zelfbewuste vrije vogel voor zelfstandigheid kiest.