„Niet best”, noemt Herman Klein Teeselink het bericht dat hij begin 2017 in het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis kreeg eufemistisch: „De uroloog gaf me nog hooguit vier gezonde jaren.” Klein Teeselinks (64) reflex was dat hij HoSt, het bedrijf met tien werknemers dat hij in 1999 overnam van zijn werkgever Stork, moest verkopen. Want een organisatie met circa 120 man personeel en een kleine 50 miljoen euro omzet leiden, vroeg veel van hem. En hij had vanaf dat moment alle energie nodig voor zijn herstel, schrijft het AD.
Energie is ook corebusiness bij HoSt, in 1991 als ingenieursbureau opgericht door de Hengelose bedrijven Holec en Stork Ketels. Het bedrijf ontwerpt, bouwt en onderhoudt wereldwijd installaties waarmee biologisch afval wordt omgezet in elektriciteit, warmte, biogas, vloeibare CO2, of aardgas. De meest recente producten: installaties die kooldioxide (CO2) afvangen en installaties die groene waterstof produceren.
Private equityclub
Hulp kwam voor Herman Klein Teeselink uit onverwachte hoek. Oudste zoon Jelle toonde interesse. Klein Teeselink jr., afgestudeerd technisch bedrijfskundige, werkte op het moment dat zijn vader ziek werd als investeerder bij 3i in Amsterdam, vooral bekend als grootaandeelhouder van Action.
Maar ‘het zoontje van de baas’, zoals Jelle zelf zegt, nog maar 27 jaar en afkomstig van een private equityclub…als dat maar goed gaat. Maar het ging goed. Heel goed zelfs. De HoSt Group groeide sinds het aantreden van Jelle Klein Teeselink in 2020 in vier jaar tijd van 50 naar 170 miljoen euro omzet en het aantal werknemers steeg van 150 naar 550.
Prijs voor gaafste bedrijf
De indrukwekkende groei leverde HoSt eind november niet alleen voor het vierde achtereenvolgende jaar een Gazellen Award van het Financieele Dagblad op - voorwaarde drie jaar achtereen minstens 20 procent omzetgroei - maar ook een Oryx. Dit is de FD-prijs voor ‘het meest gave bedrijf van Nederland.’ ‘De groei is spectaculair te noemen’, staat in het juryrapport. ‘Zoon Jelle Klein Teeselink heeft zich tot nu toe met zijn zakelijke kwalificaties als een goede opvolger laten zien van zijn vader, die meer technisch gericht was.’
„Misschien kwam Jelle voor het bedrijf wel op het juiste moment”, zegt Herman Klein Teeselink. „Ik ben meer techneut dan manager, dat klopt. Als een bedrijf heel groot wordt, vraagt dat van de directie andere vaardigheden.”
Sterke analyse
Klein Teeselink vond de aanstelling van zijn zoon geen gok. „Ik was al redelijk overtuigd, hoor. Jelle is minder technisch, maar had toch al indruk op mij gemaakt met een analyse over de sterktes, zwaktes en mogelijkheden van een Duits bedrijf dat we wilden overnemen. Ik kreeg van die Duitsers ruim 100 A4’tjes met informatie mee en zag er als een berg tegenop om dat allemaal te moeten doornemen. Ik mailde Jelle de info en de volgende ochtend kreeg ik een heldere analyse terug. Toen dacht ik: zooooo.” Jelle: „Ik ben er in gestapt met een combinatie van gezond zelfvertrouwen en een dosis jeugdige naïviteit.”
Kippenmest
Circa 500 installaties bouwde HoSt in de achterliggende 30 jaren. Wereldwijd, van Brazilië tot Australië. Het begon ooit met de bouw van een biomassa gestookte warmtekrachtcentrale in Lelystad, waarin afval- en snoeihout werden omgezet in elektriciteit. De eerste grote buitenlandse klus was een mestvergister in Moldavië, waarin vloeibare kippenpoep werd omgezet in groengas, waarvan elektriciteit en warmte werd gemaakt.
Gas uit stortplaatsen
De jongste technologische ontwikkelingen zijn de bouw van installaties voor de productie van groene waterstof, het afvangen van CO2 bij industriële bedrijven en een systeem waarmee methaangas en stikstof uit bestaande vuilstortplaatsen kan worden gehaald. „Die stoffen gaan we omzetten in duurzaam gas”, legt Jelle Klein Teeselink uit.
Herman Klein Teeselink ziet daarvoor vooral in Azië, Afrika en de VS een markt. HoSt heeft een eigen kantoor in de staat Washington, met 35 medewerkers. Die zorgden vorig jaar voor 40 miljoen omzet. „In Amerika wordt huisvuil nog nauwelijks verbrand, maar gestort. Daar liggen nieuwe kansen voor ons.”
Fabriek in Polen
In Polen worden in de door HoSt overgenomen fabriek van InstalSolutions de grote modules en onderdelen van de installaties gebouwd. „Daar werkte in 2021 30 man, nu 150”, zegt Jelle. Maar de kern van het bedrijf ligt nog steeds in Enschede. Hier worden onderzoek en ontwikkeling gedaan, service en onderhoud geregeld en we hebben hier de afdelingen marketing en verkoop.” Maar vanaf januari 2026 gaat dit allemaal in Hengelo gebeuren. Daar investeert HoSt circa 15 miljoen in nieuwbouw op het bedrijvenpark bij Thales.
Verhuizing naar Hengelo
Jelle Klein Teeselink: „We hebben in Nederland 350 mensen, van wie 250 in Enschede. We bouwen in Hengelo op de groei. Daar is straks plek voor 400 man. Die omvang denken we over een jaar of vier in Hengelo te hebben. Maar we krijgen daar voldoende ruimte om op te schalen naar 800. Het is geen grootspraak, maar ik denk gefundeerd optimisme. We hebben ook volume nodig om prijstechnisch interessant te blijven.”
Ook Herman Groot Teeselink is optimistisch. Niet alleen over het bedrijf, maar ook over zijn gezondheid. Hij werkt weer vier dagen in de week. „Ik voel mij goed. De hoeveelheid kankercellen in mijn bloed is zo laag dat ze bijna niet meer zijn te zien. Als dat zo mag blijven, teken ik er voor.”
Lees ook: Hoe groot zijn de schouders waarop de nieuwe generatie binnen familiebedrijf staat?