Nieuws Vastgoed
Dit bedrijf helpt mee aan vormgeven van Rotterdam: ‘Wij hebben de stad mede haar smoel gegeven’
Al een eeuw lang staat Spindler bekend als dé totaalinstallateur van Rotterdam. De stad die dit familiebedrijf achter de schermen mede heeft vormgegeven. Ze bouwden mee aan de Kuip, waren betrokken bij de wederopbouw van de Maasstad en staan vaak vooraan als er wéér een nieuwe woontoren aan de skyline wordt toegevoegd. Van De Hoge Heren tot en met de Markthal en straks het nieuwe ‘oude’ postkantoor aan de Coolsingel; allemaal dragen ze het stempel van Spindler.
Commercieel directeur Marcel Comba (links) en Richard Spindler, de vierde generatie aan het hoofd van dit installatiebedrijf dat is gespecialiseerd in zo’n beetje alles wat een aansluiting behoeft. Foto: Frank de Roo
Je moet hem ernaar vragen, want als onderaannemer past hem enige bescheidenheid. ,,Wij hebben die gebouwen immers niet gebouwd of ontworpen, maar er alleen de elektra en gas-, water- en cv-installaties aangelegd.” Maar als hij het lijstje prestigieuze (woon)projecten waaraan Spindler in al die jaren heeft meegebouwd nog eens opsomt in zijn hoofd, overheerst wel degelijk een gevoel van trots. ,,Wij hebben Rotterdam mede haar smoel gegeven. Van bijna tweeduizend wederopbouwwoningen in Carnisse tot aan Rem Koolhaas’ De Rotterdam.”
Aan het woord is Richard Spindler, vierde generatie in het uit 1922 stammende installatiebedrijf. Toen nog een simpel loodgieterszaakje uit de Rotterdamse Ruilstraat met slechts twee vaste medewerkers. Maar inmiddels een bedrijf van formaat; ruim honderd keer groter dan hoe het ooit begon.
Lees ook: Familiebedrijf Koppert begon met één komkommer, nu is het een multinational in gewasbescherming
Doorgebroken woningen en kluwen kabels
Net als zijn vaders vaders voor hem, voelt de huidig algemeen directeur zich helemaal thuis op de bouwplaats. Installatiewerk is hem met de paplepel ingegoten, zowel van zijn vaders- als moederskant. ,,Mijn vader Robert is destijds opgeleid door de vader van mijn moeder, die toen bedrijfsleider was. Zo hebben ze elkaar ontmoet. Hoewel mijn vader mij nooit heeft gedwongen het bedrijf over te nemen, was het genetisch dus eigenlijk al zo bepaald”, zegt Spindler tegen het AD.
Zijn vroegste herinneringen voeren hem nog wel eens terug naar de Ruilstraat, waar overgrootvader Johannes Hermanus en opa H.J. de basis legden voor het huidige installatiewerk-imperium. ,,Als klein ventje mocht ik wel eens in de vrachtwagen mee naar een klus. Het beeld van allerlei doorgebroken woningen en kluwen kabels staat nog steeds helder op mijn netvlies.”
"Mensen zijn je grootste kapitaal. Die les leerde opa Spindler tijdens de oorlogsjaren al, toen 80 procent van ons personeel werd gedeporteerd voor de Arbeidseinsatz"
Ene na de andere crisis werd doorstaan
Meer herinneringen bewaart hij echter aan de Overschiese Kleiweg, waar Spindler alweer sinds 1979 kantoor houdt. Vanaf deze locatie zag Richard, die in 1994 het stokje van zijn vader overnam, in korte tijd de ene na de andere bouw- en financiële crisis op zich afkomen.
Een moeilijke periode, omdat veel werk opdroogde. Maar hij was zich ervan bewust hoeveel gezinnen van hem afhankelijk zijn en weigerde personeel te ontslaan. ,,Dan allemaal de broekriem maar iets strakker aantrekken en wat verliesgevende projecten aantrekken om bezig te blijven. Want mijn mensen wilde ik niet kwijt.”
Zoeken naar menskracht door optuigen van stichting Nieuwe Banen
Een goede zet, want vanwege de wooncrisis en energietransitie ligt het werk inmiddels voor het oprapen. Het grootste probleem nu: zorgen voor voldoende mankracht. Om zich daarvan te vergewissen, haalde Spindler tot voor kort nieuwe medewerkers uit alle windstreken van Europa. Maar met het optuigen van stichting Nieuwe Banen stoomt hij sinds twee jaar ook welwillende Rotterdammers klaar voor een baan in onder andere de techniek.
Mensen, zo zegt hij, zijn immers je grootste kapitaal. ,,Die les leerde opa Spindler tijdens de oorlogsjaren al eens, toen 80 procent van ons personeel werd gedeporteerd voor de Arbeidseinsatz. Over een ellendige tijd gesproken...”
