In november 2021 bedroeg de werkloosheid nog 7,1 procent in het eurogebied en 6,5 procent in de EU. Volgens Eurostat waren er in november in de eurolanden bijna 10,85 miljoen mensen werkloos. Voor de EU ging het om 12,95 miljoen mensen zonder betaald werk.
De jeugdwerkloosheid in het eurogebied bedroeg iets meer dan 2,35 miljoen mensen. In de EU zaten iets minder dan 2,9 miljoen personen jonger dan 25 jaar zonder werk. Zowel in de eurozone als de EU liep de jeugdwerkloosheid daarmee licht op tot 15,1 procent, van 15 procent een maand eerder.
Spanje en Griekenland
In Spanje en Griekenland lag de werkloosheid zoals gewoonlijk het hoogst met respectievelijk 12,4 en 11,4 procent. In beide landen heeft ongeveer een derde van de jeugd geen werk, waarmee ze ook koplopers zijn op dat gebied. De laagste werkloosheid werd gemeten in Tsjechië (2,7 procent), Duitsland (3 procent) en Polen (3 procent).
Voor Nederland meldde Eurostat een werkloosheid van 3,6 procent. Dat was iets minder dan de 3,7 procent in oktober. Nederland kende volgens Eurostat een ongewijzigde jeugdwerkloosheid van 7,8 procent.
