Om alle dromen uit de wereld te helpen, vertelt Robbert Jan Dekker in De Ondernemer Live dat het niet alleen maar rozengeur en maneschijn is om een Quote 500-lid te zijn. „Voor het geval dat mensen denken dat het je enorm helpt. Mijn gevoel is meer dat het tegen je werkt dan dat het voor je werkt. Eigenlijk moet je ernaar streven om niet in de Quote 500 te komen.”
Familiebedrijf wederopbouwen na Tweede Wereldoorlog
Robbert Jan is de vierde generatie van Koninklijke Dekker, opgericht in 1885. Hout vormt nog steeds de kern van het familiebedrijf. „In de Tweede Wereldoorlog werden natuurlijk heel veel bedrijven gedwongen om voor de Duitsers te werken. En mijn opa? Die heeft daar heel stellig in gezegd: ‘dat dat doe ik niet’.” Dat maakte dat er nog maar weinig over was van het bedrijf na de Tweede Wereldoorlog.
Ik heb heel snel een groot deel van de productie naar het buitenland moeten verplaatsen
Robbert Jan Dekker
Zijn vader heeft het bedrijf weer op de rails gekregen en zo’n dertig jaar geleden voegde Robbert Jan zich bij het bedrijf. Hoewel de onderneming er goed voor leek te staan, moest hij de bedrijfsstrategie radicaal herzien. „Heel veel van de productielijnen die we in Nederland hadden, konden goedkoper geproduceerd worden in Maleisië en Indonesië. Ik heb toen heel snel een groot deel van de productie naar het buitenland moeten verplaatsen.”
Maar die verplaatsing ging niet vanzelf. „Als een soort Pippi Langkous (Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan, red.) zijn we in Azië gaan kijken. We wilden alles duurzaam hebben en dat was zo’n 25 jaar geleden nog geen issue daar.” Dat duurzaam ondernemen komt onder andere doordat Dekker voor een familiebedrijf werkt. „Als je een bedrijf hebt uit 1885, dan ben je continu bezig met waar sta ik over tien jaar en heb ik dan nog een business? Misschien is het een beetje geluk, maar mijn grootste concurrenten toen hebben niet geïnvesteerd in duurzaamheid en die zijn allemaal verdwenen.”
Lees ook: Weheat Europa’s grootste leverancier van warmtepompen in 2030? ‘We groeien met 900 procent’
Familiaire principes bij Koninklijke Dekker
De focus op duurzaamheid komt voort uit Dekkers principes en blijkt als een rode draad door de familie te lopen. „Toen we 125 jaar bestonden mochten we het koninklijk predicaat aanvragen. Dan verdiep je je ook in de geschiedenis van het bedrijf. Of het nu ging om duurzaamheid, arbeidsrecht of andere sociale omstandigheden, onze familie zette zich daar principieel voor in.”
Je moet altijd voorkomen dat je bouwproducten gaat leveren waar iets aan mankeert
Robbert Jan Dekker
Zijn principes brachten Dekker uiteindelijk in Zuid-Amerika. „Ik ben eerst gaan kijken wat een bos kost in Brazilië, om zoveel mogelijk onafhankelijk te zijn. Met eigen bossen, zagerijen en fabrieken. Dat was belangrijk voor het FSC-keurmerk en de kwaliteit.”
Want als je de eigen keten in handen hebt en niet te maken hebt met tussenpartijen dan kun je de kwaliteit veel beter controleren, stelt Dekker. „Je moet altijd voorkomen dat je bouwproducten gaat leveren waar iets aan mankeert.” Omdat ze in Brazilië bang waren dat het bos gebruikt zou worden voor sojaplantages, eindigde Dekker uiteindelijk in Bolivia. „Daar hadden ze zeer goede wetgeving die gekopieerd was van de wetgeving van de Verenigde Staten.”
Gerobotiseerde productiestraat bij Koninklijke Dekker
Innoveren blijft cruciaal voor het bedrijf en daarom heeft Dekker sinds kort een volledig gerobotiseerde productiestraat gebouwd. „De productie in het buitenland is bijna overal goedkoper dan in Nederland. Die productiestraat is dus eigenlijk pure noodzaak voor als je maatwerk snel wil kunnen leveren. Nederland kent hoge loonkosten, dus zonder robotisering ben je anders gewoon te duur.”
We zijn een van de eerste in Nederland die alle bedrijfsdaken in één keer vol heeft gelegd met zonnepanelen
Robbert Jan Dekker
Het langetermijndenken en de focus op duurzaamheid maakt dat Dekker zoveel mogelijk zelf energie wil opwekken. Sinds 2012 investeert Dekker al in de eigen energievoorziening. „We willen 100 procent onafhankelijk zijn. We zijn een van de eerste in Nederland die alle bedrijfsdaken in één keer vol heeft gelegd met zonnepanelen. Waar we dan nu weer allemaal megabatterijen bij hebben. Dat komt vanuit diezelfde gedachte.”
Een groot voordeel van de batterijen is dat je de in de overbodige energie kan gaan handelen. „We zijn een soort AI-trader in energie. De batterijen zijn gekoppeld aan de zonnepanelen en door AI laden de batterijen op het goedkoopste moment op. De algoritmes bepalen dan ook weer wanneer we de energie het beste kunnen verkopen.”
Koninklijke Dekker investeert te vroeg
Het nadeel van zoveel mogelijk vooruitkijken is dat Dekker altijd te vroeg is met zijn investeringen. Negen jaar geleden wilde hij al batterijen plaatsen, maar dat was nog volledig onuitvoerbaar. „We hebben ze drie jaar geleden gekocht, ze staan er nu twee jaar en eigenlijk alles heeft ons tegengewerkt om ze aan te sluiten. Of het nu de netbeheerder, gemeente of provincie was, het maakt niet uit. Dus toen zijn we toch ook weer alles zelf gaan doen. En wat ik bedoel met te vroeg aanwezig zijn: als wij nu dezelfde investeringen zouden doen, dan zou de capaciteit per twintig voet container drie keer zo hoog liggen.”
Mijn jongste zoon heet Timber, dus die weet al wat hij gaat doen later
Robbert Jan Dekker
Met drie zonen speelt Dekker met de gedachte: zal de volgende generatie het bedrijf voortzetten? „Mijn jongste zoon heet Timber, dus die weet al wat hij gaat doen later. Nee, ik wil absoluut voorkomen dat er druk op mijn kinderen komt. Ze moeten hun eigen keuzes maken. Tegelijkertijd zie ik wel dat ze mogelijk uit enthousiasme in het familiebedrijf stappen.”
Zorgen over toekomst ondernemen in Nederland
Toch maakt Dekker zich zorgen over de toekomst van ondernemen: „Het zakendoen is harder geworden. Het Trumpisme wat al een tijd bezig is in de VS waait meer deze kant op. Claims die steeds vaker worden gedaan. Alles moet maar met tenders met zo ongeveer het mes op de keel. De onderhandelingscultuur waar het een beetje geven en nemen was, die is steeds meer aan het verdwijnen.”
Dekker houdt alle opties voor zijn bedrijf open en ziet ook verkoop als een mogelijkheid. „Ik ben bang dat als mijn kinderen erin stappen, ze te maken krijgen met de stress en de verharding die nu speelt. Dat was vroeger anders.”