Dit jaar hebben zeventien gemeenten een zero-emissiezone ingevoerd, waaronder Den Haag en Rotterdam. Tot 2030 geldt een overgangsregime en zijn er ontheffingen. De komende jaren worden deze zones in binnensteden ook in andere gemeenten uitgerold. Met de zeventiende Kleinbedrijf Index (KB-Index) onderzochten Qredits, ONL en de Hogeschool Utrecht wat de gevolgen van de zones voor ondernemers zijn.
Omzetdaling door zero-emissiezones
Het mijden van ZE-zones is voor 75 procent van de ondervraagden geen realistische optie. Van de ondernemers die nog niet in het bezit zijn van een bus- of vrachtauto, die is toegestaan binnen de ZE-zones, verwacht bijna de helft een omzetdaling van 30 procent, doordat zij klanten niet kunnen bedienen. Opvallend detail is dat veel ondernemers het verlengen van de overgangsregeling naar 2035 niet zien zitten. Dat komt ook doordat een deel van hen de investeringen al heeft gedaan en een deel van hen de investering niet wil of kan opbrengen.
„Ondernemers zien in dat het onvermijdelijk is om een uiteindelijk een elektrische bus aan te schaffen”, zegt ONL-voorzitter Erik Ziengs. „Het is daardoor ook onvermijdelijk dat hun prijzen zullen gaan stijgen. De aanschaf van een elektrische bus is momenteel nog hoog en de tweedehandsmarkt is er nog niet echt. Daarnaast heeft een groot deel van de ondernemers geïnvesteerd in een nieuwe bedrijfsbus die rijdt op ‘schonere diesel’. Die hebben ze lang niet allemaal al afgeschreven. Bij veel van hen was de bus aan vervanging toe en betaalbare elektrische bussen waren er nog niet in grote getalen. Dan kies je toch voor de goedkoopste optie.”
Netcongestie zal niemand bij stilgestaan hebben in 2019
Erik Ziengs ONL
Natuurlijk ziet Ziengs in dat er al lang gesproken wordt over de zero-emissiezones, maar de stappen die de gemeentes hebben genomen voor het instellen van de zones zijn vooral gebaseerd op aannames uit 2019. „Ze waren in de veronderstelling dat er sprake zou zijn van een tweedehandsmarkt waarbij elektrische voertuigen beschikbaar zouden zijn voor een normale prijs. Ze dachten dat er voldoende laadcapaciteit zou zijn. Netcongestie, daar zal niemand bij stilgestaan hebben in 2019. De economie draaide toen als een tierelier. Daarna kregen we de coronacrisis, de energiecrisis en we hebben een prijsexplosie gehad. Veel ondernemers zitten nog met coronaschulden. Al die dingen bij elkaar maken het ondoenlijk voor een hele grote groep ondernemers om een elektrische bus aan te schaffen.”
Lees ook: Boete vanaf 1 juli: duizenden vakmensen nog niet klaar voor zero-emissiezone
Regels zero-emissiezones onduidelijk voor ondernemers
Bijna de helft van de ondervraagde ondernemers begrijpt de regels en overgangsregelingen rondom de zero-emissiezones niet, en een derde is niet op de hoogte van bestaande subsidies en leningen voor uitstootvrij vervoer. „Hier zit veel frustratie. Bij grotere bedrijven zie je wel dat ze zich hierin hebben verdiept, maar de kleinere klusjesman wil zo snel en efficiënt mogelijk naar zijn klant. Juist doordat de regels verschillend worden toegepast door gemeentes, maakt dit het ontzettend lastig voor de ondernemers.”
Toch beschikt een krappe 70 procent over een voertuig dat voldoet aan de eisen om binnen de zone te mogen rijden. 12 procent van hen rijdt al volledig elektrisch is. 47 procent van de ondervraagde kleine ondernemers geeft aan de prijzen voor producten en diensten te moeten verhogen, tot twintig procent, om onder meer de investeringen terug te verdienen. Een kwart verwacht de investeringskosten niet te kunnen doorberekenen aan de klant. Dat leidt tot lagere ondernemerslonen en omzetdaling. „De consument is het kind van de rekening. Die gaat fors meer betalen als gevolg van de invoering van zero-emissiezones”, aldus ONL-voorman Erik Ziengs.
‘Gemeentes zorg voor eenduidig beleid’
Het verbeteren van de communicatie richting ondernemers op het gebied van regelgeving in zero-emissiezones, overgangsregelingen en beschikbare financiële ondersteuning is een van de aanbevelingen van de onderzoekers. „Een groot deel van de onduidelijkheid kan weggenomen worden als alle gemeentes hetzelfde beleid hanteren en ook dezelfde verkeersborden gebruiken”, zegt Ziengs. „Nu zie je dat elke gemeente eigen beleid hanteert en zelfs verschillende bebording gebruikt.”
Kun je je voorstellen dat je een bordje bij je kraam op de markt moet hangen dat je even je bus aan het verzetten bent?
Erik Ziengs ONL
In gemeenten waar ondernemers niet de overstap kunnen maken naar uitstootvrij vervoer, vanwege een tekort aan laadpalen, moet een structureel ontheffingsbeleid worden ingesteld. Meer ondernemers dan verwacht hebben een schonere bedrijfswagen aangeschaft waarmee zij voldoen aan de huidige overgangsregelingen, maar moeten de stap nog maken naar volledig uitstootvrij. „Van ondernemers heb ik veel voorbeelden gehoord dat de praktijk nog niet werkbaar is. Dat je bijvoorbeeld in Amsterdam na vier uur laden je bus ergens anders moet parkeren. Kun je je voorstellen dat je een bordje bij je kraam op de markt moet hangen dat je even je bus aan het verzetten bent? Wat een flauwekul. Gemeentes moeten dus gaan kijken wat haalbaar is en of ze eventueel regelingen moeten versoepelen.”
Daarnaast is er een groep ondernemers die nog niet de overstap heeft gemaakt naar een elektrische bus. Daarom is het raadzaam om subsidie- en financieringsregelingen voor emissievrij vervoer beter onder de aandacht te brengen. Ruim veertig procent van de ondervraagden denkt dat subsidies en goedkope leningen kunnen helpen om de overstap te maken. „Dit onderzoek toont aan dat het stelsel aan ontheffingen en uitzonderingen de boel eerder ingewikkeld maakt dan duidelijkheid schept. Ook zijn de beschikbare subsidies voor duurzaam vervoer te onbekend. Dat is zorgelijk”, aldus Ziengs.