Verscholen tussen de maisvelden staat op de Needse Berg de fabriek van Timmerije. De fraaie maar afgelegen plek in de Achterhoek werkt bij werving van personeel en stagiaires niet in het voordeel van het bedrijf. „De busverbinding is slecht. Je moet een kwartiertje fietsen vanaf het busstation in Neede, of met de auto komen. Bovendien is de Achterhoek een krimpregio”, zegt HR-adviseur Linda Balci in het AD.
Lees ook: Personeelskeuzes: liever het beste talent in je team of de beste teamspeler?
„Als maakbedrijf is het in algemene zin al lastig om aan geschoolde medewerkers te komen en door deze externe factoren moeten we er extra hard aan trekken”, bevestigt algemeen directeur Hans Kolnaar. „Deze fabriek, ooit begonnen met de serieproductie van hoefijzers, staat al sinds 1932 op deze plek en is door de jaren heen steeds weer uitgebreid.”
Als maakbedrijf is het lastig om aan geschoolde medewerkers te komen
Hans Kolnaar Directeur Timmerije
Om het aantrekken van personeel te vergemakkelijken, zijn de opleidingseisen voor sommige functies naar beneden bijgesteld. Kolnaar: „Vroeger vonden we dat een operator een mbo 4-diploma moest hebben, nu accepteren we ook mbo-3 of mbo-2 en zorgen we intern voor bijscholing. We bieden onder meer leerstof aan via E-learning en training op de werkplek, waarbij nieuwe medewerkers worden gekoppeld aan een ervaren collega.”
Bij Timmerije maken 54 spuitgietmachines kunststof onderdelen
Zo heeft Timmerije - jaaromzet ruim 30 miljoen euro - het de laatste jaren gered en behoort het in omvang tot de landelijke top 10 van spuitgietbedrijven. Het bedrijf heeft een eigen gereedschap- en matrijzenmakerij en produceert met 54 spuitgietmachines geen bulk, maar hoogwaardige (machine)onderdelen van kunststof. Die onderdelen worden vooral afgenomen door klanten in de fietsen- en truckindustrie en bouwers van energiesystemen als warmtepompen, verwarmingsketels en airco’s.
Lees ook: Hybride werken nog grote uitdaging voor mkb: ‘Niet alleen tools, ook cultuuromslag nodig’
De ambities zijn gezond: Timmerije wil de komende drie jaar 10 tot 15 procent in omzet groeien. Maar die groei moet dan wel met de huidige bezetting gebeuren; het bedrijf is al blij als het alle vacatures kan vervullen die ontstaan door medewerkers die met pensioen gaan.
Cobots kunnen helpen bij het inpakken
Als Timmerije niet verder automatiseert, kan het alle groeiscenario’s vergeten, schetst directeur Hans Kolnaar. „We werken al met robots, maar willen investeren in cobots: een klein type robot dat met mensen samenwerkt en niet in een metalen kooi hoeft te staan, zoals bij een robot verplicht is.”
We willen investeren in cobots: een klein type robot dat met mensen samenwerkt en niet in een metalen kooi hoeft te staan
Hans Kolnaar Directeur Timmerije
Die cobots moeten volgens Kolnaar gaan helpen bij het inpakproces. „Dat is al deels gerobotiseerd, maar de cobot kan de onderdelen dan van de band pakken en in doosjes stoppen, Dat gebeurt nu nog handmatig. De operator die aan de machine staat, kan dan meer stuks per uur verwerken.”
De verdere automatisering gaat tussen de 2 en 3 miljoen euro kosten. Dat geld komt van de eigenaar van Timmerije: Hydratec Industries, een groep met vijf bedrijven met de Almelose bankier Egbert ten Cate en familie als grootaandeelhouder. De Ten Cate Investeringsmaatschappij maakte eerder dit jaar bekend alle aandelen Hydratec te willen verwerven en de groep van de beurs te willen halen.
Syrische werknemer bedenkt opzet
Er komt in Neede een proefopstelling met cobots. Opmerkelijk is dat de opzet is bedacht door een eigen werknemer van Timmerije: Mohamad Khir Hamdan maakte er zij afstudeerscriptie van. Linda Balci: „Mohamad komt uit Syrië, is nu zes jaar in Nederland en werkt sinds twee jaar in ploegendienst als operator bij ons. Hij is twee dagen minder gaan werken om aan Saxion te gaan studeren.”
Lees ook: Werkgevers huiverig voor inzet AI: ‘Koudwatervrees onnodig, AI kan je bedrijf helpen’
Directeur Kolnaar: „Het is mooi dat de eerste opzet van dit automatiseringsplan door een medewerker uit de praktijk is bedacht. Ik verwacht dat het hele traject circa drie jaar gaat duren.”