Advocaat-generaal Ruth de Bock werkt in haar advies een aantal zogenoemde prejudiciële vragen uit. Het gerechtshof Amsterdam stelde die vragen aan de Hoge Raad naar aanleiding van de slepende rechtszaak tussen vakbond FNV en taxi-app Uber. Een prejudiciële vraag is een vraag van een rechtbank of gerechtshof aan de Hoge Raad over de uitleg van een rechtsregel. Na bestudering van zienswijze, die vaak wordt overgenomen, geeft de Hoge Raad antwoorden en kan hof Amsterdam met het lang verwachte eindoordeel gaan komen. Wanneer dat gaat gebeuren is onbekend.
Lees ook: Zzp’ers lopen nu al opdrachten mis door strengere handhaving
De vragen gaan kort gezegd over de rol van ondernemerschap bij het beoordelen van een werkrelatie en over de mogelijkheid om op grond van de Wet op het Algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van cao (Wet AVV) te beoordelen of een groep werkenden werkzaam is op basis van arbeidsovereenkomsten. De Bock verwijst hiervoor naar het Deliveroo-arrest van 24 maart 2023.
Is er sprake van persoonlijk ondernemerschap bij de beantwoording van de vraag of een werkrelatie als arbeidsovereenkomst kan worden aangemerkt?
Volgens De Bock is die betekenis van persoonlijk ondernemerschap beperkt, als het gaat om ondernemerschap dat bestaat uit ‘gedragingen van de werkende in het economisch verkeer, die gelegen zijn buiten de werkrelatie die beoordeeld moet worden’. Zij vindt dat de werkrelatie tussen twee partijen moet worden beoordeeld en niet de persoon van de werkende. Het hebben van meerdere opdrachtgevers speelt dus geen rol als in een van die werkzaamheden sprake is van een gezagsverhouding. De Bock zegt zich daarbij aan te sluiten bij de conceptwet VBAR (Wet verduidelijking beoordeling werkrelaties en rechtsvermoeden).
Onrust onder zelfstandigen en hun opdrachtgevers
Op dit moment heerst er grote onrust onder zelfstandigen en hun opdrachtgevers hoe arbeidsrelaties moeten worden geïnterpreteerd. De aanleiding vormt het feit dat de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 gaat handhaven op schijnzelfstandigheid, en het feit dat de conceptwet VBAR nog bij de Raad van State ligt en nog lang niet door de Tweede en Eerste Kamer is. De uitspraak van de Hoge Raad in de Uber-zaak zal dan ook naar alle waarschijnlijkheid een rol gaan spelen in de twee zaken.
Het advies baart mij zorgen omdat het persoonlijke ondernemerscriteria niet meeweegt bij beoordeling van een arbeidsrelatie
Cristel van de Ven, voorzitter Vereniging Zelfstandigen Nederland
Cristel van de Ven, voorzitter Vereniging Zelfstandigen Nederland, is dan ook niet tevreden als het advies van Ruth de Bock wordt overgenomen. ,,Het baart mij zorgen omdat het persoonlijke ondernemerscriteria niet meeweegt bij beoordeling van een arbeidsrelatie. Dat is niet nieuw, want de hele VBAR is gestoeld op dit idee”, aldus Van de Ven. ,,Maar ook in onze reactie op VBAR stellen we dat wij vinden dat persoonlijke ondernemerscriteria meegewogen moeten worden. Het arbeidsrecht is dwingend recht, wordt dan door juristen gezegd. Maar veel mensen willen inmiddels op een andere manier werken. Waarom worden zij in een dwingend systeem gedwongen? Terwijl we anderzijds steeds de mond vol hebben van de mens voorop en dat mensen belangrijker zouden moeten zijn dan systemen.”
Er komt een duidelijker afwegingskader
Staatssecretaris Folkert Idsinga (Fiscaliteit/NSC) publiceert voor 1 november een duidelijk afwegingskader waarop de Belastingdienst gaat handhaven. Het is het gevolg van de vele zzp-moties die afgelopen week door de Tweede Kamer zijn aangenomen. Verder wordt het Handhavingsplan arbeidsrelaties van de Belastingdienst aangepast. In het verlengde daarvan werd namelijk een motie aangenomen om voor één jaar eerst risicogericht te gaan handhaven. Deze wijziging van de handhavingsstrategie moet leiden tot een ‘zachtere landing’ nu het handhavingsmoratorium per 1 januari 20215 verloopt.
Lees ook: Kabinet zwakt door onrust controle op zzp-wet af